inleiding tot de hadithwetenschappen

Inleiding tot de Hadîthwetenschappen
Aan het eind van deze presentatie kun je herkennen en uitleggen welke is:
- De plaats van de Hadîth in de islam
- Het optekenen van de Hadîth
- Poging tot kuiperij (vervalsing) in de Hadîth
- Ontwikkeling van wetenschappelijke methodes bij verificatie van de Hadîth
- De keten van de overleveraars van de hadith en zijn indelingen
- Graden  van  betrouwbaarheid  van  de  Hadîth 
- Bekendste  meest  aanvaarde hadithverzamelingen
- De Hadîth: een bron van het islamitische recht

مقدمة في علم الحديث

1 / 44
volgende
Slide 1: Tekstslide
HadithwetenschappenHoger onderwijs

In deze les zitten 44 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

Onderdelen in deze les

Inleiding tot de Hadîthwetenschappen
Aan het eind van deze presentatie kun je herkennen en uitleggen welke is:
- De plaats van de Hadîth in de islam
- Het optekenen van de Hadîth
- Poging tot kuiperij (vervalsing) in de Hadîth
- Ontwikkeling van wetenschappelijke methodes bij verificatie van de Hadîth
- De keten van de overleveraars van de hadith en zijn indelingen
- Graden  van  betrouwbaarheid  van  de  Hadîth 
- Bekendste  meest  aanvaarde hadithverzamelingen
- De Hadîth: een bron van het islamitische recht

مقدمة في علم الحديث

Slide 1 - Tekstslide

Wat is de Hadith?

Slide 2 - Open vraag

De betekenis van ‘Hadîth’
الوحدة de algemene betekenis van dit arabisch woord is
‘nieuw’,
‘overlevering’
‘vertelling’ van religieuze of andere aard.
Het heeft echter een specifieke betekenis die inhoudt wat de Profeet Mohammed  heeft gezegd, gedaan of stilzwijgend goedgekeurd.
Zo is Hadîth een synoniem van de soenna.

Slide 3 - Tekstslide

Soenna, hadîth, sjari°a

Soenna > schriftelijke verzameling van gewoonten/ adviezen over zaken waarin de Qoeran ruim en algemeen is.

Hadieth > verhalen over de profeet, waarin een maatregel/straf/uitleg van de Qoeran wordt beschreven.

Sjari°a > letterlijke betekenis "de weg om te volgen"  islamitische wetgeving die gevormd wordt door de Qoeran en de soenna .


Slide 4 - Tekstslide

De plaats van de Hadîth in de islam
de Hadîth wanneer hij authentiek is, is een godsdienstige bron en een indicatie voor rechtsregels is.
Het  handelen  ernaar  is  dan 
Wat denken jullie?
verplicht واجب

Slide 5 - Tekstslide

De  Qoerân  besteedt  hier  in  veel  verzen aandacht aan
(al- Hasjr 59/7): “En wat de boodschapper U ook geeft, neemt het aan en wat hij verbiedt weerhoudt U daarvan.”
(Al ‘Imran, 3/31): “Zeg: Indien U werkelijk van Allah houdt, volg dan mij (Moehammad ), dan zal Allah van U houden en Uw zonden vergeven …” 
(an-Nahl  16/44): “En wij hebben naar jou het Woord neergezonden, zodat jij de mensen zou verduidelijken wat aan jou is geopenbaard.”
Al-ajamy
Al-Hodayfi
Al-ghamidy

Slide 6 - Tekstslide

الأولى : أن تكون السنة مؤكدة ومقررة لحكم ثبت في القرآن

 وجوب الصلاة والزكاة والحج والصوم . قال تعالى : وَأَقِيمُوا الصَّلاَةَ وَآتُوا الزَّكَاةَ ، وقال تعالى : وَلِلَّهِ عَلَى النَّاسِ حِجُّ الْبَيْتِ ، وقال تعالى : كُتِبَ عَلَيْكُمُ الصِّيَامُ كَمَا كُتِبَ عَلَى الَّذِينَ مِنْ قَبْلِكُمْ ، وقال عليه الصلاة والسلام : بُني الإسلام على خمس : شهادة أن لا إله إلا الله وأن محمدا رسول الله ، وإقام الصلاة ، وإيتاء الزكاة ، والحج ، وصوم رمضان .
 حرمة قتل النفس إلا بحق ، قال تعالى : وَلاَ تَقْتُلُوا النَّفْسَ الَّتِي حَرَّمَ اللَّهُ إِلا بِالْحَقِّ ، وقال صلى الله عليه وسلم : لا يحل دم امرئ مسلم إلا بإحدى ثلاث : النفس بالنفس . إلى غير ذلك من الأمثلة الكثيرة .

Slide 7 - Tekstslide

De Hadîth legt de voorschriften van de Qoerân uit en daarbij gaat het om:
- Bevestigen/versterken: de rituele reiniging , het gebed, zakât
- detailleren: de rituele reiniging , het gebed, zakât
- verhelderen: zie voorbeelden hieronder
- specificeren: zie voorbeelden hieronder
- beperken: zie voorbeelden hieronder
- Toevoegen

Slide 8 - Tekstslide

Verhelderen en toelichten
قال تعالى: {وَكُلُوا وَاشْرَبُوا حَتَّى يَتَبَيَّنَ لَكُمُ الخَيْطُ الأَبْيَضُ مِنَ الخَيْطِ الأَسْوَدِ مِنَ الفَجْرِ} (البقرة:187)
De witheid van de dag en de duisternis van de nacht


المثال الأول: توضيح المراد من الخيط الأبيض والخيط الأسود في وقت الإمساك في الصوم، ، حيث إن الخيط الأبيض والخيط الأسود من المشكل الذى لا يُفهم المراد منه إلا بقرينة، فجاءت السـنة بتوضيح هذا المشكل بأنه (بياض النهار وسواد الليل)، قال عدي بن حاتم رضي الله عنه: لما نزلت تلك الآية قلت: يا رسول الله إني أجعل تحت وسادتي عقالين عقالاً أبيض وعقالاً أسود، أعرف الليل من النهار، فقال رسول الله صلى الله عليه وسلم: (إن وسادك لعريض، إنما هو سواد الليل وبياض النهار) متفق عليه وهذا لفظ مسلم، وفي لفظ البخاري: "عمدتُ إلى عقال أسود، وعقال أبيض، فجعلتهما تحت وسادتي، فجعلت أنظر في الليل، فلا يستبين لي، فغدوت على رسول الله صلى الله عليه وسلم، فذكرت ذلك له، فقال: (إنما ذلك سواد الليل وبياض النهار).

Slide 9 - Tekstslide

تفسير "الظلم" الوارد في قوله تعالى: {الَّذِينَ آمَنُوا وَلَمْ يَلْبِسُوا إِيمَانَهُمْ بِظُلْمٍ أُوْلَئِكَ لَهُمُ 
الأَمْنُ وَهُمْ مُهْتَدُونَ} (الأنعام:82)
ظُلْمٍ = sjirk

يقول عبد الله بن مسعود رضي الله عنه: "لما نزلت هذه الآية شق ذلك على أصحاب رسول الله صلى الله عليه وسلم، وقالوا: أينا لم يظلم نفسه؟ فقال رسول الله صلى الله عليه وسلم: (ليس هو كما تظنون، إنما هو كما قال لقمان لابنه: {يَابُنَيّ لا تُشْرِك بِاللهِ إِنّ الشِّرْكَ لَظُلْمٌ عَظِيمٌ}" متفق عليه، فقد فهم الصحابة رضوان الله عليهم من هذه الآية عموم الظلم، فعزّ عليهم الأمر وحزنوا، فأزال لهم النبي صلى الله عليه وسلم هذا اللَبْس، وأخبرهم أن لفظ (الظلم) هنا ليس عاماً، ولكن يراد به "الشرك" تحديداً.
Verhelderen en toelichten

Slide 10 - Tekstslide

قوله تعالى: {حُرِّمَتْ عَلَيْكُمُ الْمَيْتَةُ وَالْدَّمُ} (المائدة:3)
Vis, sprinkhaan, lever en milt
Specifieeren

خصصت السنة العموم الذي دل عليه  بقول النبي صلى الله عليه وسلم: (أحل لنا ميتتان ودمان: السمك والجراد، والكبد والطحال) رواه أحمد وابن ماجه

Slide 11 - Tekstslide

قوله تعالى: {وَأَحَلَّ اللهُ الْبَيْعَ وَحَرَّمَ الرِّبَا} (البقرة: 275)
1dirham=2dirhams
Verkoop niet wat je niet bezit 


خُصِّص  روي عن النبي صلى الله عليه وسلم: "أنه نهى عن بيع الدرهم بالدرهمين" رواه مسلم، وكذلك ما رُوي في النهي عن بيع الغرر، وعن البيوع الفاسدة، قال صلى الله عليه وسلم لحكيم بن حزام رضي الله عنه: (لا تبع ما ليس عندك) رواه أحمد وأبو داود

Specifieëren

Slide 12 - Tekstslide

 قول الله تعالى: {قُلْ مَنْ حَرَّمَ زِينَةَ اللَّهِ الَّتِي أَخْرَجَ لِعِبَادِهِ وَالطَّيِّبَاتِ مِنَ الرِّزْقِ} (الأعراف:32)
Zijde en goud
Specifieëren

فهذه الآية دليل على إباحة الزينة، وظاهرها يدل على إباحة جميع الزينة، لكن السنة النبوية دلّت على أن هناك زينة محرمة، وهي الحرير والذهب للرجال، كما في قوله صلى الله عليه وسلم وقد خرج على أصحابه وبيده قطعة من الذهب وقطعة من الحرير، فقال: (هذان حرام على ذكور أمتي، حلٌ لإناثها) رواه أحمد وأبو داود وابن ماجه.

Slide 13 - Tekstslide

 قوله تعالى: {فَمَنْ كَانَ مِنْكُمْ مَرِيضًا أَوْ بِهِ أَذًى مِنْ رَأْسِهِ فَفِدْيَةٌ مِنْ صِيَامٍ أَوْ صَدَقَةٍ أَوْ نُسُكٍ} (البقرة:196)
offerdier of 3dagen of 6 behoeftigen


أُطلِقت الفدية في تلك الآية، وقيّدها حديث كعب بن عجرة رضي الله عنه حين أتاه النبي صلى الله عليه وسلم يعوده فرأى القمل يمشي على وجهه، فقال: (ما كنت أرى الجهد بلغ بك ما أرى، تجد شاة؟ فقلت: لا، قال: فصم ثلاثة أيام، أو أطعم ستة مساكين لكل مسكين نصف صاع) رواه البخاري، فجعل الصيام مقيداً بثلاثة أيام، والإطعام والصدقة مقيدة بستة مساكين لكل مسكين نصف صاع، وقيد الهدي بشاة
Beperken

Slide 14 - Tekstslide

  قوله تعالى في صفة الوضوء: {فاغْسِلُواْ وُجُوهَكُمْ وَأَيْدِيَكُمْ إِلَى الْمَرَافِقِ وَامْسَحُواْ بِرُؤُوسِكُمْ وَأَرْجُلَكُمْ إِلَى الْكَعْبَينِ} (المائدة:6)
vrijven of strijken over de lederen kousen


قيده فعل النبي صلى الله عليه وسلم بالمسح على الخفين بدلاً من غسل الرجلين، كما في حديث المغيرة بن شعبة رضي الله عنه "أن رسول الله صلى الله عليه وسلم ذهب لحاجته في غزوة تبوك، فذهبت معه بماء، فجاء رسول الله صلى الله عليه وسلم، فسكبت عليه الماء فغسل وجهه، ثم ذهب يخرج يديه من كمي جبته فلم يستطع من ضيق كمي الجبة، فأخرجهما من تحت الجبة فغسل يديه، ومسح برأسه، ومسح على الخفين" رواه مسلم.
Beperken

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Link

Algemeen overzicht van de geschiedenis van de hadithwetenschappen:
De Hadîth werd ten tijde van de Profeet niet op schrift vastgesteld zoals de Qoerân.



Zo zien we dat de Profeet oerân schrijvers aanstelde om de âyât vlak na de openbaring daarvan op te schrijven wat hij gezegd heeft.
Hij stelde echter geen Hadîthschrijvers aan om op te schrijven wat hij gezegd heeft.
Integendeel wij treffen juist Hadîth aan die het optekenen van de Hadîth in zijn tijd verbieden.
De reden hiervoor is dat de Profeet  bang was dat de mensen de Qoerân met de Hadîth gingen verwarren.
Aangezien de openbaring van de Qoerân doorging tot aan zijn dood, was het logisch dat de Hadîth/soenna (traditie) niet opgetekend werd.
Dit heeft ertoe geleid dat na de dood van de Profeet er een geschreven boek, de Qoerân bestond en geen opgetekende Hadîth, die mondeling overgeleverd werden.

Slide 17 - Tekstslide

Dit mondeling overleveren ging voort gedurende de tijd van de Profeet, de vier rechtgeleide kaliefen tot een deel van het °Oemayyaden-khalifaat, namelijk tot aan de khalief °Oemar ibn °abd ’l-°Azîz.
Deze beval zijn gouverneur  over Medina de Hadîth te verzamelen.
Boekhârî heeft in zijn ‘Sahîh’ overgeleverd (hoofdstuk “kennis”):
“°Oemar ibn °abdi ’l- °Azîz schreef aan Aboê Bakr ibn Hazm:
‘Schrijf de vertellingen van de Profeet op want ik vrees (het ergste) voor het onderwijzen van de leer en in geval van overlijden van de geleerden’.”
Het kalifaatschap van °Oemar ibn °abd’l-°Azîz duurde van 99 A.H. tot 101 A.H.
Het optekenen van de Hadîth vond dus plaats omstreeks het jaar 100 A.H.
Het schrijven van °Oemar ibn °abd’l-°Azîz beperkte zich niet alleen tot zijn gouverneur in Medina, maar ook tot andere provincies om zich te bekommeren om de Hadîth en deze te (laten) verzamelen.

Slide 18 - Tekstslide

Pogingen tot kuiperij (vervalsen en/of verzinnen) in de Hadîth:


Het  niet  optekenen  van  de  Hadîth  meteen  na  de  dood  van  de  Profeet  ,  
het mondeling  overleveren, dat alleen op het geheugen steunde en de moeilijkheid al hetgeen wat de Profeet  gezegd of gedaan heeft te  verzamelen,  
leidde tot het ontstaan van steeds meer tradities die op een leugenachtige wijze tot de Profeet werden herleid.
De uitspraak van de Profeet : “Laat hij die bewust een leugen over mij (de Profeet ) vertelt zich voorbereiden op een zitplaats in het vuur”,
is waarschijnlijk  gezegd over een gebeurtenis waarin valse vertellingen over de Profeet werden gedaan.
Na zijn dood was het liegen over hem nog gemakkelijker. Bij Islamitische overwinningen en veldtochten, hebben zich vele naties tot de Islam bekeerd:
Perzen, Byzantijnen, Berbers, Egyptenaren en, Syriërs en anderen. Bij deze   volkeren   waren   mensen   die   heel   weinig   over   de   Islam   wisten.   
Het geloofsniveau van hen was soms heel laag, waardoor er een grotere kans was op het creëren van nieuwe, fictieve Hadîth.
Dit proces nam schrikbarend toe. De fictieve Hadîth betroffen vooral het concept van Allah. Ook beoogden wijzigingen van de voorschriften  van  de  islamitische  wetgeving.  
Als  voorbeeld  de  Hadîth  over  de exegese van de Qoerân. Er wordt verteld dat Ahmad ibn Hanbal gezegd zou hebben: “Ik heb hierover geen correcte, authentieke aHadîth kunnen vinden,
hoewel er hierover duizenden Hadîth zijn overgeleverd”. Al Boechârî, wiens Sahîh-verzameling ruim 7000 aHadîth bevat, waarvan er ruim 3000 herhalingen zijn,
heeft een selectie moeten maken uit de 600.000 tradities die hij in zijn leven verzameld had.

Slide 19 - Tekstslide

De belangrijkste redenen tot het creëren van fictieve aHadîth zijn:
 
1. Politieke spanningen: spanningen tussen °Ali en Aboê Bakr, tussen °Ali en Moe°awiyya, tussen °Abdoellah ibn Zoebayr en °Abdoe’l Malik en tussen de Oemayyaden en de Abbassiden waren redenen om aHadîth te creëren over de superioriteit van de ene groep over de andere. Hiermee verband houdend, werden aHadîth gecreëerd over het superieure van de Arabische stammen, aangezien deze stammen voor de leidende positie en trots streden. Ook  werden  er  aHadîth  bedacht  over  de verhevenheid  van  de  Arabieren boven andere volkeren. Dit komt vaak tot uiting in nationalistische gevoelens voor eigen land, waarbij haast elk land aHadîth kent die het verheffen boven het andere.
2. Scholastische en juridische geschillen: scholastici hebben bijvoorbeeld geschillen  over  de  lotsbestemming,  predestinatie,  fatalisme  en  vrije  wil. Sommigen zochten steun van bewijzen in de vorm van gecreëerde aHadîth. Zo ook in jurisprudentie.
3. Wensen en verlangens van leiders en kaliefen: pseudo-geleerden trachtten aHadîth te creëren om zo de leiders gunstig te stemmen.
4. Toegevendheid van sommigen op het gebied van deugden en vroomheid: wat leidt  tot  het  toestaan  van  verboden  zaken  of  het  verbieden  van  het toegestane. Dit leidde tot vele aHadîth boeken over de uitmuntendheid van bepaalde personen, van bepaalde Soera’s en âyat in de Qoerân.

Slide 20 - Tekstslide

Ontwikkeling van wetenschappelijke methodes bij de verificatie van de Hadîth:
Deze chaos die ontstaan was inzake de Hadîth van de Profeet  deed een groep oprechte geleerden schrikken. Zij zagen het gevaar van onechte tradities onder ogen en hebben exacte, wetenschappelijke methodes ontwikkeld om het kaf van het koren te  scheiden.  Methodes  waarbij  het  maken  en  speculeren  met  de  Hadîth  veel moeilijker ging.
 Dr. Asad Rostom, voormalig hoogleraar geschiedenis aan de Amerikaanse Universiteit te Beiroet, zegt in de inleiding van zijn boek ‘Methodologie’: “De regels die de Hadîthgeleerden eeuwen geleden hebben vastgesteld om de echtheid van de Hadîth vast te stellen, komen heel goed overeen met de methoden die Europese geleerden later gebruikt hebben bij de totstandkoming van de ‘methodologie’. Als de Europese historici in de middeleeuwen en in de huidige tijd op de hoogte waren geweest van de publicaties van de Hadîthgeleerden, dan waren zij niet zo achtergeraakt bij de totstandkoming van de methodologie tot het eind van de achttiende eeuw. Laten we eerlijk zijn ten opzichte van onze collega’s in het Westen door ze te bevestigen dat hetgeen waarop ze trots zijn, ontwikkeld en tot bloei is gekomen in onze landen!”

Slide 21 - Tekstslide

Een van de methoden was dat Hadîthgeleerden de keten van de overleveraars, ‘isnad’ gingen bekijken of hij wel zonder onderbrekingen terugliep tot de Profeet .
Bij de verificatie van de ‘isnad’ werd gekeken naar de kwaliteiten van de overleveraars.   De   geleerden   moesten   tekortkomingen   en   defecten   van   de overleveraars en verslaggevers onderzoeken. Hierbij was noodzakelijk dat men de biografieën van de overleveraars moest kennen. Dit leidde tot het ontstaan van de biografische wetenschap, ‘de wetenschap van het betrouwbaar of onbetrouwbaar verklaren’. Men onderzocht van elke overleveraar  zijn levensbeschrijving, de tijd waarin hij leefde, zijn hoedanigheid, de plaats waar hij verbleef, oordelen van tijdgenoten en latere  experts  over  zijn  kwaliteiten  als  overleveraar.  Zo  werd  gekeken  of  hij betrouwbaar was of hij veeleer bekend stond als iemand die een zwak geheugen had. Om  deze  en  andere  redenen  namen  zij  alleen  overleveringen  over  als  de overleveraar bekend stond om zijn eerlijkheid, godsdienstigheid en goed zedelijk gedrag. Is er een mankement in de levensschets van de overleveraar gevonden, dan wordt de Hadîth als zwak bestempeld. Als zij aan de eerlijkheid van de overleveraar twijfelen en van leugen verdenken, dan wordt zijn overlevering meteen als leugenachtig behandeld, ook al heeft hij niet in de overgeleverde Hadîth gelogen.

Slide 22 - Tekstslide

Hierover zegt imam Malik ibn Anas (overleden in 179 A.H.):

“De kennis wordt niet van de volgende vier personen genomen:
- van een onbekwame,
- hij die door zijn driften geleid wordt,
- van een leugenaar, ook al wordt hij niet verdacht van leugens over de Profeet of zijn Hadîth,
- van een grijsaard die bekend staat om zijn godvrezendheid en dienstbaarheid, maar die niet weet wat hij vertelt.”

Slide 23 - Tekstslide

Lijken de regels van de Hadith op de regels waar historisch onderzoek zich aan moet houden?

Slide 24 - Open vraag

De overleveraarsketen van de Hadîth en zijn indelingen:

Op  grond  van  de  overleveraarsketen  maakten  de  Hadîthgeleerden  de  volgende indeling:
1.  Moetawâtir-Hadîth:  Hadîth, overleverd door een groep mensen, waarvan het uitgesloten is dat zoveel mensen het over een leugen eens zouden zijn en waarvan de overleveraarsketen onafgebroken tot de Profeet erugloopt.
Moetawâtir- Hadîth wordt op zijn beurt weer ingedeeld in: a.  ‘Moetawâtir’ qua woorden en inhoud. Deze categorie is zeldzaam. b.  ‘Moetawâtir’  qua  inhoud,  zoals  het  aantal  dagelijkse  gebeden,  het aantal gebedséénheden (rak°a) in elk gebed etc. Over deze categorie heeft een groot aantal Hadîthgeleerden gepubliceerd. De laatste van hen is Moehammad ibn Dja’far al-Kattani.
2.  Hadîth masjhoêr:  Hadîth die door minstens drie mensen is overgeleverd. Zij moesten wel bekend staan om hun oprechtheid. Van deze categorie is er in de Soenna heel veel terug te vinden zowel qua woorden als qua inhoud
3.  Hadîth °azîz:  Hadîth die door slechts twee personen is overgeleverd.
4.  Hadîth gharieb:  Hadîth die door slechts één personen is overgeleverd.

Slide 25 - Tekstslide

Graden van betrouwbaarheid van de Hadîth:

Ook hebben de Hadîthgeleerden een onderscheid gemaakt in Hadîth qua betrouwbaarheid (authenticiteit) en zwakte.
 
Dit onderscheidt kent drie categorieën:
1.   Hadîth  sahîh:  Hadîth die uitgesloten is van defecten en die geen verborgen mankementen in de overleveraarsketen bevat. Een Hadîth die door oprechte betrouwbare personen is overgeleverd en ononderbroken terugloopt tot de Profeet .
2.   Hadîth  hasan:  Hadîth die geen overleveraar in zijn keten bevat, die verdacht wordt van leugens.
3.   Hadîth  da°îf: Hadîth waarover twijfels bestaan. Deze twijfels kunnen tot uiting komen in de inhoud of in de overleveraarsketen wanneer een van de overleveraar verdacht wordt van ketterij (bid°a).
De Hadîth die op grond van leugens aan de Profeet toegeschreven is heet ‘mawdoe° Hadîth’. Het is eigenlijk geen Hadîth. Registratie hiervan is verboden, behalve om de mensen hiervoor te waarschuwen.

Slide 26 - Tekstslide

Welke hadithboeken of hadîthcompilaties kennen jullie. Graag jullie reacties hierop
timer
1:00

Slide 27 - Open vraag

De bekendste, meest aanvaardbare Hadîth collecties:

Wij hebben eerder gemeld dat het verzamelen van de Hadîth begonnen is aan het begin van de 2e  eeuw hidjra. én van de bekendste Hadîthcollecties uit deze (2e) eeuw is de “Moewatta” van imam Malik, in 179 A.H. overleden. Vervolgens nam het optekenen van de Hadîth snel toe, vanaf het midden van de 2e eeuw. Maar registratie van de Hadîth, in de vorm van wetenschappelijke, op zich zelf staande, literatuur werd pas volledig ontwikkeld in de derde eeuw.
Er zijn vele Hadîthcollecties maar de meest authentieke verzamelingen zijn:
1.  ”Sahîh  Boekhârî”  (Moehammad  ibn  Isma°iel  al  Boekhârî,  in  256  A.H. overleden)
2  “Sahîh Moeslim” (Moeslim ibn Haddjadj, in 261 A.H. overleden)
3. “Soenan Aboê Da’oêd” (overleden in 275 A.H.)
4. “Soenan at-Tirmidzî” (overleden in 279 A.H.)
5. “Soenan ibn Mâdja” (overleden in 273 A.H.)
6. “Soenan an-Nasâ’i” (overleden in 303 A.h.)
“Sahîh  al-Boekhârî”  en  “sahîh  Moeslim”  staan  het  hoogst  aangeschreven.  Hun werken heten ‘as-Sahihayn’ en bevatten alleen materiaal dat correct, authentiek is.
De overige vier collecties bevatten niet alleen authentieke Hadîth, maar ook aanvaardbare Hadîth (Hasan). Als deze geleerden van mening waren dat een Hadîth zwak is, geven ze dit weer.
 

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Video

Slide 30 - Video

Slide 31 - Video

De indeling van de authentieke ahâdîŝ:

De meeste geleerden delen de authenticiteit van de Hadîth in zeven categorieën of betrouwbaarheidsgraden in:
1.  wat  zowel  door  Boekhârî  als  Moeslim  is  overgeleverd;  zo’n  Hadîth  heet ‘Moettafiq °alayhi’.
2.  wat (alleen) door Boekhârî is overgeleverd
3.  wat (alleen) door Moeslim is overgeleverd.
4.  Hadîth die voldoet aan de voorwaarden voor acceptatie van de Hadîth, zowel van Boekhâri als van Moeslim.
5.  Hadîth die aan de voorwaarden van Boekhârî voldoet
6.  Hadîth die aan de voorwaarden van Moslim voldoet
7.  Hadîth die door bekende Hadîthspecialisten is geverifieerd.

Slide 32 - Tekstslide

De Hadîth: een bron van wetgeving:

De ijverige juristen nemen de voorschriften alleen aan van een authentieke of aanvaardbare Hadîth.
Een zwakke Hadîth is ontoereikend en ongeschikt voor het afleiden van voorschriften.
Wel worden ze door geleerden aangehaald bij het stimuleren tot goede daden, zoals de aHadîth die tot goede karaktervorming aansporen.
Van deze soort heeft Al-Ghazzâli gebruik gemaakt in zijn boek “Herleving van de Godsdienstwetenschappen”.
Opgemerkt mag worden dat er zwakke aHadîth zijn in tegenspraak met de Qoerân en daarom moet men goed op zijn hoede zijn.Men mag ze niet gebruiken.
Uit een verzonnen Hadîth mag geen oordeel of voorschrift worden afgeleid.
Een verzonnen Hadîth mag men niet gebruiken of registreren, behalve om de mensen ervan op de hoogte te brengen en ertegen te waarschuwen.

Slide 33 - Tekstslide

De Hadîth: een bron van wetgeving:

Een Hadîth kan wel of niet wetgevend zijn. Er dient te worden opgemerkt dat al wat in de Hadîth verzamelingen voorkomt aan woorden, daden en stilzwijgende goedkeuringen van de Profeet worden ingedeeld in:


1. Wat verband houdt met menselijke behoeften en benodigdheden als het eten, drinken, slapen, lopen, bezoeken, vriendschap sluiten, handelen bij het kopen en verkopen.

Slide 34 - Tekstslide

De Hadîth: een bron van wetgeving:

Een Hadîth kan wel of niet wetgevend zijn. Er dient te worden opgemerkt dat al wat in de Hadîth verzamelingen voorkomt aan woorden, daden en stilzwijgende goedkeuringen van de Profeet worden ingedeeld in:


2. Wat verband houdt met alledaagse, algemene, persoonlijke of maatschappelijke ervaringen en gewoontes als landbouw en medicatie.

Slide 35 - Tekstslide

De Hadîth: een bron van wetgeving:

Een Hadîth kan wel of niet wetgevend zijn. Er dient te worden opgemerkt dat al wat in de Hadîth verzamelingen voorkomt aan woorden, daden en stilzwijgende goedkeuringen van de Profeet worden ingedeeld in:

3. Wat verband houdt met menselijke planningen en besluiten, uitgaande van bepaalde gevallen als het verdelen van de legers over bepaalde locaties, en dergelijk (militaire) besluiten.


Al deze categorieën kennen geen wetgevende functie, die een verplicht karakter heeft, maar behoren bij menselijke situaties waarbij het handelen van de Profeet een voorbeeld stelt.

Slide 36 - Tekstslide

Sommige aHadîth bevatten een algemene en/of specifieke regelgeving, waarbij de Hadîth van wetgevende aard is. Deze wordt ingedeeld in:


1. wat door de Profeet als zijnde Profeet naar voren wordt gebracht, zoals het uitleggen van Qoerântekst, het verduidelijken van zaken over devotionele gedragsleer, over het toegestane (halâl), over het verbodene (harâm), over doctrines van het geloof, over zedenleer of iets dergelijks.Deze wetgeving blijft tot aan de laatste dag geldig.

Slide 37 - Tekstslide

Sommige aHadîth bevatten een algemene en/of specifieke regelgeving, waarbij de Hadîth van wetgevende aard is. Deze wordt ingedeeld in:


2. wat door de Profeet als leider en imam overgeleverd wordt, zoals het sturen van legers naar oorlogsplaatsen, het beheren van het geld van de natie, het verzamelen en het ophalen ervan het aanstellen van rechters en gouverneurs, het aangaan van verdragen, en ook alles wat te maken heeft met voorgangerschap en andere algemene, sociale belangenbehartiging.

Slide 38 - Tekstslide

Zulke overleveringen zijn geen algemene wetgeving voor iedereen. Niet iedereen heeft het recht zulke zaken te praktiseren omdat de Profeet ze eenmaal gedaan heeft.  

Slide 39 - Tekstslide

3.  Wat door de Profeet als rechter overgeleverd wordt. 



De Profeet trad naast zijn  Profeetschap, imamaat,  leiderschap  ook  als rechter  op  die  geschillen tussen mensen oploste. Ook deze overleveringen behoren niet tot de algemene wetgeving. Wie dus een recht heeft tegenover een ander kan dit recht niet zomaar nemen. Alleen als er een uitspraak is van de rechter. Want zo wordt een recht bekrachtigd dat men gesteld is in de tijd van de Boodschapper

Slide 40 - Tekstslide

مالك أنه بلغه أن رسول الله - صلى الله عليه وسلم - قال : تركت فيكم أمرين لن تضلوا ما تمسكتم بهما : كتاب الله ، وسنة نبيه - صلى الله عليه وسلم -
Anas ibn Mâlik heeft gezegd dat hem verteld was dat de Profeet gezegd heeft: “Ik laat twee dingen voor jullie achter - jullie zullen niet in dwaling geraken zolang jullie je daaraan houden – God’s Boek en mijn Soenna.”

Slide 41 - Tekstslide

Korte uitleg:
Het wordt ons in deze ‘Hadîth’ duidelijk gemaakt dat moslims de Qoerân en ‘soenna’ in hun leven moeten volgen, willen ze niet misleid worden door Satan. Wat is ‘soenna’ eigenlijk ? ‘Soenna’ betekent letterlijk weg, of pad.
Als door moslims  het  woord  ‘soenna’ gebruikt  wordt, wordt  daarmee  het  voorbeeld,  de manier van doen van de profeten en in de eerste plaats van profeet Mohammed  bedoeld. D.w.z. het levende voorbeeld van hem en zijn instructies en opdrachten aan zijn metgezellen, alsmede wat zijn gezellen plachten te doen zonder dat hij  daar iets van gezegd heeft.
Soms wordt het als een synoniem gebruikt voor het woord ‘Hadîth’, namelijk de (eerst mondelinge en later schriftelijke) optekening van datgene wat de Profeet  gezegd, gedaan en toegestaan heeft.
Dankzij de grote inspanning van vroege ‘Hadîth’-geleerden, die hun leven wijdden aan het verzamelen van kennis over  en van de profetische overleveringen, zijn er vele ‘ahâdîth’ bewaard gebleven in de vorm van bekende verzamelingen. Deze verzamelingen zijn vaak of meestal bekend geworden en gebleven onder de naam van hun redacteur (eigenlijk verzamelaar en conservator). De bekendste daarvan zijn:
1) - de ‘Sahieh’ verzameling van Imâm Boekhârî (Moehammad b. Isma°iel, gest. 256 H.);
2) - de ‘Sahieh’ verzameling van Imâm Moeslim (b. Haddjâdj, gest. 261 H.);
3) - de ‘Soenan’ verzameling van Imâm Aboê Da’oêd (Soelaymân b. Asj°aŝ, gest. 275 H.);
4) - de ‘Soenan’ verzameling van Tirmidzî Moehammad b. °Isa, gest. 279 H
5) - de ‘Soenan’ verzameling van Ibn Mâdja (Moehammad b. Yazid, gest. 273 H.)
6) - de ‘Soenan’ verzameling van Imâm Nasâ°i (Ahmad b. Sjoe`ayb, gest. 303 H.);
7) - ‘Moe’atta’, eerste ‘Hadîth’-verzameling, van Imâm Mâlik b. Anas, gest. 179 H.;
Volgens de bovengenoemde overlevering, die in de laatstgenoemde verzameling voorkomt, moet een moslim(a) zijn leven inrichten en regelen zoals door God aangegeven in Zijn Boek en volgens het voorbeeld van de (laatste) Profeet . Als er ergens onenigheid ontstaat over het godsdienstige aspekt van een bepaalde zaak, moet de Qorân en de Soenna geraadpleegd worden hierover om te weten wat precies de bedoeling is.
God zegt daarover in Zijn Boek (4/59):
“O u gelovigen! Gehoorzaamt God en gehoorzaamt de Profeet en de gezagdragers onder jullie. Als jullie het dan over iets oneens zijn, verwijs naar God en de Profeet, indien jullie in God en de Laatste Dag geloven.  Dat is uiteindelijk het beste.”

Slide 42 - Tekstslide

Opdracht 1
De klas wordt in groepen verdeeld. Elke groep krijgt een Hadîth toegewezen. De volgende vragstukken worden  in overleg samen voorbereid en voor de klas voorgesteld.
  1.  Iets over de overleveraar(s)
  2.  Iets over de verzamelaar(s) van de ‘Hadîth’
  3. Uitleg over de betekenis van de tekst van de Hadîth

Slide 43 - Tekstslide

Opdracht 1
stopwatch
00:00000

Slide 44 - Tekstslide