Zinsdelen les 3 - Instructie: LV De slimme stad (KLAAR)

1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
GesMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Startklaar
       
      Telefoon in het zakkie 
      Laptop dicht op tafel 
       Map en pen op tafel
       
      
timer
5:00

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Programma
  • Uitleg nieuwe unit
  • Leerdoelen opstellen
  • Instructie
  • Aan de slag
  • Reflectie en leerdoelen check

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welkom bij LL & LA
Unit 2: Jouw verhaal
Learner Profile: Openminded, thinker
ATL: Communication skills, Creative-thinking skills
Related concepts: Vorm & structuur
Key concept: Vorm, Creativiteit
Met creativiteit en vorm kunnen we verhalen op een nieuwe manier maken en verschillende ideeën ontdekken.
Global context: Persoonlijke uitdrukking

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Overzicht periode 2 LA
Week 1
Week 2
Week 3
Week 4
Week 5
Week 6
Zinsdelen (PV, O, G)
Zinsdelen
(PV, O, G)

Tegenwoordige/ verleden tijd
Tegenwoordige/ verleden tijd
Meervoud
Herhaling
Week 7
Week 8
Week 9
Week 10
Week 11
Week 12
Zinsdelen (lv, mv, bwb)
Zinsdelen (lv, mv, bwb)
Zelf zinnen schrijven
Zelf zinnen schrijven
Herhaling
Toets
Key concept: Vorm
Key concept: Creativiteit

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
  • Tijdens deze les leer je het lijdend voorwerp.
  • Tijdens deze les herhalen we wat de persoonsvorm is.
  • Tijdens deze les herhalen we wat het onderwerp is.
 

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De persoonsvorm
A
zijn alle werkwoorden in een zin
B
is wie of wat iets doet
C
is het belangrijkste werkwoord
D
komt vaak vooraan te staan in een vraagzin

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Het onderwerp
A
zijn alle werkwoorden in een zin
B
is wie of wat iets doet
C
is het belangrijkste werkwoord
D
komt vaak vooraan te staan in een vraagzin

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een werkwoord is
A
Iets wat je kan doen
B
Iets of iemand
C
Waar iets is

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Herhalen 
Persoonsvorm is het belangrijkste werkwoord in een zin én komt vaak vooraan te staan in een vraagzin. 
Onderwerp is wie of wat iets doet in de zin.
Werkwoord is iets wat je kan doen

Zinsdelen zijn de antwoorden op de vragen van het bouwplan!

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bouwplan
Vraagzin: persoonsvorm komt (vaak) vooraan te staan!
Wie/wat + persoonsvorm? = onderwerp

Hoe persoonsvorm + onderwerp?
Waar persoonsvorm + onderwerp?
Wanneer persoonsvorm +onderwerp?

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het zinsdeel: lijdend voorwerp
Het lijdend voorwerp vertelt wat of wie het onderwerp en de persoonsvorm beïnvloeden.

Stel de vraag: wie of wat + persoonsvorm + onderwerp? = Lijdend voorwerp

Voorbeeld: "De kat vangt een muis."
Vraagzin: Vangt / de kat / een muis?
Persoonsvorm: vangt
Onderwerp: (Wie/wat vangt?) de kat
Lijdend voorwerp: (Wie/wat vangt de kat?) een muis


Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De hond zoekt zijn bal.
Vraagzin: Zoekt / de hond / zijn bal?
Persoonsvorm: zoekt
Onderwerp: (Wie/wat + persoonsvorm?  -> Wie zoekt?) de hond 
Lijdend voorwerp: (Wie/wat + persoonsvorm + onderwerp? -> Wat zoekt de hond?) zijn bal

Niet elke zin heeft een lijdend voorwerp!
Voorbeeld zonder Lijdend voorwerp: "De hond blaft naar de kat."
Vraagzin: Blaft / de hond / naar de kat?
Onderwerp: (Wie/wat blaft?) de hond
Lijdend voorwerp: (Wie/wat blaft de hond?) ...? Geen antwoord, dus geen lijdend voorwerp!

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Nieuw bouwplan
Vraagzin: persoonsvorm komt (vaak) vooraan te staan!
Wie/wat + persoonsvorm? = onderwerp
Wie/wat + persoonsvorm + onderwerp? = lijdend voorwerp

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Samen oefenen
De zon verlichtte NovaCity.

Robots veegden de straten.

Lila, Noor en Finn vonden het probleem.

Noor verwijderde de fout.

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag 
Lees de korte versie van 'De slimme stad' . Ga op zoek naar:
Persoonsvorm
Onderwerp
Lijdend voorwerp
timer
10:00

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Reflectie

Samen nakijken

Slide 17 - Tekstslide

8. Afsluiting
De docent controleert in de slotfase van de les of de leerdoelen door alle leerlingen behaald zijn en plaatst de les in de context van de betreffende Unit. De docent evalueert samen met de leerlingen het leren en het gedrag op basis van het Learner Profile en de ATL-skills. Dit wordt vastgelegd in Toddle. Samen blikken docent en leerlingen vooruit aan de hand van de JdW-planner.

zinsdeel 1
zinsdeel 2
zinsdeel 3
zinsdeel 4
zinsdeel 5
Larissa
gaat
morgen
op
de
fiets
naar
school

Slide 18 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

zinsdeel 1
zinsdeel 2
zinsdeel 3
zinsdeel 4
zinsdeel 5
Joris
ging
gisteren
op
de
fiets
naar
voetbal

Slide 19 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Persoonsvorm
Onderwerp
Lijdend
voorwerp
De
trotse
moeder
knuffelt
haar
zoon.

Slide 20 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

              Startklaar
  • Op je plek zitten 
  • Telefoon in het Zakkie 
  • Jas over de stoel, oortjes in de tas, tas op de grond
  • Schoolspullen op tafel: Boek, Chromebook, JdW-map, etui 
timer
3:00

Slide 21 - Tekstslide

1. Startklaar
Bij de start van iedere les verwelkomt de docent de leerlingen bij de ingang van de deur, noemt leerlingen bij naam, maakt oogcontact en besteedt aandacht aan hun welbevinden. De docent geeft het goede voorbeeld en spreekt hoge verwachtingen uit voor het verloop van de les door succescriteria op gewenst gedrag, schooltaal en effectief leren te benoemen. De leerlingen zijn startklaar: ingelogd in LessonUp, telefoons opgeborgen in het Zakkie, en JdW-map op tafel.
           Leerdoelen

Slide 22 - Tekstslide

3. Leerdoelgericht werken
De docent geeft het onderwerp, RTTI geformuleerde leerdoelen en de lesopbouw aan. De docent weet de leerdoelen goed te laten aansluiten bij de voorkennis en het (taal)niveau van de leerlingen. Gedurende de les wordt continu een terugkoppeling naar de leerdoelen gemaakt om de mate van beheersing te controleren.   
           Aan de slag

Slide 23 - Tekstslide

6. Actieve verwerking
De docent maakt expliciet hoe de leerstof actief verwerkt dient te worden. De docent start met modelleren en laat leerlingen vervolgens actief inoefenen. Volgens het 'ik-wij-jullie/jij-wij' principe wordt de ondersteuning geleidelijk afgebouwd. Er wordt gevarieerd in oefentypes en het leerproces wordt zichtbaar gemaakt, bijvoorbeeld met hardop denken opdrachten. Effectieve leerstrategieën zoals zelftesten, gespreid leren, schema’s maken, en samenvatten volgens de Cornell-methode worden expliciet aangeleerd. Dit herkneden van de lesstof helpt bij het bewerken van het lange termijn geheugen
           Afsluiting

Slide 24 - Tekstslide

8. Afsluiting
De docent controleert in de slotfase van de les of de leerdoelen door alle leerlingen behaald zijn en plaatst de les in de context van de betreffende periode. De docent evalueert samen met de leerlingen het leren en het gedrag en blikt vooruit aan de hand van de JdW-planner. 

           Begrippen
           uit deze les

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Titel kan hier geplaatst worden.

Slide 26 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Eindslide.

Ruimte voor een afsluitend woord.Ruimte voor een afsluitend woord.

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies