Steden blijven door het moeilijke contact tussen andere stadstaten zelfstandig, ze zorgen voor zichzelf. Met een eigen regering en een eigen leger.
Dit is een groot verschil met de Egyptische cultuur!
Slide 15 - Tekstslide
Stadstaat:
Een zelfstandige stad met het landbouwgebied eromheen noemen we een stadstaat. Zo'n stadstaat wordt ook wel een polis genoemd.
Slide 16 - Tekstslide
Middelen van bestaan van de oude Grieken:
Handel, elke stad heeft een marktplein (de agora)
nijverheid, (ambachten)
visserij
landbouw.
Slide 17 - Tekstslide
Samenleving van de oude Grieken:
De Griekse stadstaten hadden een landbouwstedelijke samenleving. De meeste mensen leefden van de landbouw, maar er waren ook steden met handel en ambachten.
Slide 18 - Tekstslide
Samenleving van de oude Grieken:
Bestond ongeveer uit vier lagen:
Vrije volwassen mannen, geboren in stadstaat
Migranten óf mannen waarvan één of beide ouders ergens anders waren geboren
Vrouwen (hadden weinig rechten)
Slaven (ongeveer een derde van de bevolking!)
Slide 19 - Tekstslide
Kolonies:
Kolonies: gebieden van een Griekse stadstaat buiten Griekenland
Slide 20 - Tekstslide
Waarom? Oorzaken van kolonisatie:
maar 20% van de grond is geschikt voor landbouw.
de bevolking groeide, boeren konden daardoor niet meer genoeg voedsel voor iedereen produceren.
Slide 21 - Tekstslide
Gevolgen van kolonisatie:
Grieken vertrekken per schip uit hun stadstaten om zich op andere plaatsen te vestigen.
Er ontstaan Griekse kolonies langs de kusten van de Middellandse en Zwarte Zee.
Contacten met andere volkeren. (bijv. de 'Romeinen', op dat moment nog de Etrusken)
Slide 22 - Tekstslide
Slide 23 - Tekstslide
Sparta
Sparta was een bijzondere polis
Veel aandacht voor het leger en dus militaire zaken.
Slide 24 - Tekstslide
Sparta
De mannen hielden zich vooral bezig met militaire zaken
De meisjes leerden vooral over poëzie en muziek
De Spartaanse samenleving was anders dan de Griekse (zie boek)
Slide 25 - Tekstslide
Grieken en andere volken:
Door de kolonies gaat het erg goed met de Griekse economie, de handel en de productie groeien. Door deze handel komen de Grieken in contact met andere culturen en volken.
Slide 26 - Tekstslide
Grieken en andere volken:
Leren van andere volken:
Letterschrift --> ontstaan van het Griekse Alfabet
Geld i.p.v. ruilhandel.
Slide 27 - Tekstslide
Slide 28 - Video
Aan de slag:
Maak het huiswerk van paragraaf 3.1 (af): opdracht 1, 3, 4 en 8
Zorg dat je alle samenvattingen (2.1 t/m 2.4 + 3.1) in je schrift hebt staan
Ben je klaar? Maak daarna een samenvatting van 3.2
Helemaal klaar? Werk vast vooruit met de opdrachten van paragraaf 3.2: 1, 2, 4, 5 en 7