De Brug 1 - Het weer (op de wereld)

Weer & Klimaat, De Brug 1

Maak tijdens de uitleg een aantekening!
Hierna: leerdoelen.
In deze les kun je 19 punten verdienen!
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Weer & Klimaat, De Brug 1

Maak tijdens de uitleg een aantekening!
Hierna: leerdoelen.
In deze les kun je 19 punten verdienen!

Slide 1 - Tekstslide

Aan het eind:
  1. kun je de vier/ vijf weerelementen opnoemen met bijbehorende kenmerken + weet je welke rol de (korte en lange) waterkringloop hierin speelt; 
  2. kun je opsommen minimaal 9 klimaatzones aanwijzen op een kaart + 5 klimaatfactoren;
  3. begrijp je de oorzaken en gevolgen van het natuurlijke en versterkte broeikaseffect;
  4. kun je benoemen welke duurzame acties jij kan verrichten om het versterkte broeikaseffect te verminderen;
Hierna: uitleg Wat is het weer?

Slide 2 - Tekstslide

Het weer
Het weer: de toestand van de atmosfeer op een bepaald moment op een bepaalde plaats. 

Het weer(bericht) uit weerelementen:
  1. De temperatuur (schaal van Celsius °C), gemeten met een thermometer;
  2. De neerslag in millimeters (bv regen, mist, hagel, dauw);
  3. De wind  (schaal van Beaufort Bft '1 t/m 12'), windrichting druk je uit met een windroos; 
  4. De luchtdruk; wordt gemeten met een barometer en wordt aangegeven in millibar;
  5. De bewolkingsgraad: de hoeveelheid wolken in de lucht. 
Hierna: uitleg 3 weerelementen.

Slide 3 - Tekstslide

Weerelement 1 de Temperatuur:
Weerelement 2 de Neerslag:
Drie soorten neerslag:
1. Stuwingsneerslag: ontstaat als een wolk door een berg wordt opgestuwd, gevolg is neerslag aan loefzijde van berg, en droogte aan lijzijde / regenschaduw;
2. Stijgingsneerslag: alleen bij de evenaar, gevolg ontstaan van de Tropen;
3. Frontale neerslag:  ontstaat als koude lucht en warme lucht botsen. In Nederland is sprake van frontale neerslag
De temperatuur is de rode lijn in een klimaatgrafiek, 
de blauwe balkjes is de hoeveelheid neerslag.

Slide 4 - Tekstslide

Weerelement 3 en 4: de wind en de luchtdruk
Wind is stromende lucht, die ontstaat omdat op de ene plaats meer lucht is dan op de andere plaats. De luchtdruk wordt gemeten met een barometer en wordt aangegeven in millibar.
Gebieden die veel lucht hebben, noem je hogedruk-gebieden en gebieden met minder lucht lagedrukgebieden. Zo ontstaat door de sterke verwarming van de zon rond de evenaar een groot lagedrukgebied. De lucht wordt hier verwarmd en stijgt op.
Wind draait van (H) hogedrukgebied (maximum) (droog, zonnig; ezelsbruggetje 'hoog is droog') naar een (L) lagedrukgebied (minimum, ook wel depressie) (bewolkt, regenachtig).
Op een weerkaart zie je (wind)lijnen, ook wel isobaren. Hoe dichter bij de isobaren bij mekaar, hoe meer wind. 

Slide 5 - Tekstslide

De Wet van Buys Ballot vertelt dat door de draaiing van de aarde de wind een afwijking heeft, op het noordelijk halfrond een afwijking naar rechts, en op het zuidelijk halfrond naar links.


Er zijn twee soorten winden, namelijk:
1. Aanlandige wind: komt van zee. Deze wind zorgt in Nederland voor verkoeling in zomer en warmte in winter;
2. Aflandige wind: komt van land. Deze wind zorgt in Nederland voor (extreme) warmte in zomer en koelte in winter;

Wet van Buys Ballot
Hierna: filmpje uitleg Clipphanger Luchtdrukverschillen + 1 min)

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video


In het filmpje van zojuist werd de (hoge en lage) luchtdruk uitgelegd. 
Hierover twee uitspraken:

Uitspraak 1: de luchtdruk meet je met een barometer.
Uitspraak 2: een hogedrukgebied kent veel wolken en regenbuien.
A
Alleen uitspraak 1 is juist
B
Alleen uitspraak 2 is juist
C
Beide uitspraken zijn juist
D
Beide uitspraken zijn onjuist

Slide 8 - Quizvraag


Klik op de afbeelding om in te zoomen.

Op welke afbeelding worden de luchtstromen juist weergegeven?
Hierna: filmpje nogmaals uitleg het weer (2 min.)
A
Op afbeelding 1
B
Op afbeelding 2
C
Op afbeelding 3
D
Op afbeelding 4

Slide 9 - Quizvraag

Slide 10 - Video

Sleep de vijf woorden naar de juiste plek:
Hierna: nog een sleepvraag
condenseren
verdampen
infiltreren
neerslag
afstromen

Slide 11 - Sleepvraag

Sleep de woorden naar de juiste afbeelding:
Hierna: filmpje weersvoorspelling (1 min.)
frontale regen
loefzijde
vaak in Nederland
stijgingsregen
lijzijde
bergen spelen een rol
stuwingsregen

Slide 12 - Sleepvraag

Slide 13 - Video


Het filmpje van zojuist ging over een historische dag, het werd op 25 juli 2019 namelijk 40,9 graden!
1. Op deze dag was sprake van een aanlandige / aflandige wind;
2. Op deze dag lag Nederland in een hogedrukgebied / lagedrukgebied.
A
1. aanlandige wind, 2. hogedrukgebied
B
1. aanlandige wind, 2. lagedrukgebied
C
1. aflandige wind, 2. hogedrukgebied
D
1. aflandige wind, 2. lagedrukgebied

Slide 14 - Quizvraag


Klik op de afbeelding om in te zoomen.

In juli 2018 lag boven Nederland in verhouding lang een 
… 1 … (hogedrukgebied / lagedrukgebied).

In juli 2018 was de bewolkingsgraad … 2 … (hoger / lager) dan gemiddeld in deze maand. 
A
1. hogedrukgebied, 2. hoger
B
1. hogedrukgebied, 2. lager
C
1. lagedrukgebied, 2. hoger
D
1. lagedrukgebied, 2. lager

Slide 15 - Quizvraag


In de afbeelding zie je 2 bronnen. Klik op de afbeelding om in te zoomen.
In bron 1 en bron 2 staan weerkaarten van twee opeenvolgende dagen in de winter.
Over deze weerkaarten worden enkele uitspraken gedaan. 
Welke uitspraak is juist?
A
op 6 januari was het in Nederland kouder dan op 7 januari.
B
op 6 januari lag Nederland onder invloed van een lagedrukgebied.
C
op 6 januari was de zee-invloed op de temperatuur groter dan op 7 januari.
D
Geen van de genoemde uitspraken is juist.

Slide 16 - Quizvraag

Schaatsen op natuurijs in Nederland kan tijdens een langere periode van
vrieskou.

Bij welke weersomstandigheden is in Nederland de kans op het ontstaan
van natuurijs het grootst?
A
bij een hogedrukgebied en een oostenwind
B
bij een hogedrukgebied en een westenwind
C
bij een lagedrukgebied en een oostenwind
D
bij een lagedrukgebied en een westenwind

Slide 17 - Quizvraag


Klik op de afbeelding om in te zoomen.
Op welke weerkaart waait het in Nederland het hardst?
A
Weerkaart 1
B
Weerkaart 2

Slide 18 - Quizvraag


Naar aanleiding van de afbeelding worden twee uitspraken gedaan.

Uitspraak 1: op 3 januari 2018 was het bijna windstil in Nederland.

Uitspraak 2: lucht stroomt van een hogedrukgebied naar een  lagedrukgebied en heeft op het noordelijk halfrond door het
draaien van de aarde een afwijking naar rechts
A
Alleen uitspraak 1 is juist
B
Alleen uitspraak 2 is juist
C
Beide uitspraken zijn juist
D
Beide uitspraken zijn onjuist.

Slide 19 - Quizvraag


Klik op de afbeelding om in te zoomen.
De afbeelding gaat over de maximumtemperatuur in Nederland op dinsdag 2 augustus.

Welke uitspraak is juist?
Hierna: uitleg evaluatie via Meteo earth
A
in het zuiden van Nederland was het koeler dan op de Waddeneilanden.
B
de Waddeneilanden hadden minder zonuren dan het zuidoosten van Nederland.
C
boven land was de verdamping in het zuidoosten kleiner dan in het noordwesten van Nederland.
D
Geen van de genoemde uitspraken is juist

Slide 20 - Quizvraag


Evaluatie leerdoelen: Ga naar meteoearth.com
Omschrijf in een aantal zinnen het weer van vandaag (of morgen) om 11.00 uur in de ochtend in jouw woonplaats. Gebruik in ieder geval de weerelementen: 1. temperatuur, 2. neerslag, 3 wind, 4. de luchtdruk (+ 5. de bewolkingsgraad);

Slide 21 - Open vraag