Beeldspraak 2

Beeldspraak 2
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo lwoo, vwoLeerjaar 3

In deze les zitten 11 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Beeldspraak 2

Slide 1 - Tekstslide

Vandaag:

- Herhalen theorie H. 4 Beeldspraak (blz. 46)
- opdracht 2 bespreken
- oefenen met beeldspraak
- gedicht afmaken en inleveren

Slide 2 - Tekstslide

Beeldspraak: met een beeld (b) wordt figuurlijk omschreven wat iemand letterlijk bedoelt, de werkelijkheid (w).

Zo maak je een boodschap duidelijker, opvallender of mooier. 

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Homerische vergelijking: heel uitgebreide vergelijking. 

Slide 5 - Tekstslide

Metonymia: ander soort relatie met de werkelijkheid.

pars pro toto: Hé krullenbol, is je moeder thuis?
abstractum pro concreto: De school ging op excursie.
eponiem: In het museum hangt een echte Rembrandt.

Blz. 47: alle varianten

Slide 6 - Tekstslide

We bespreken opdracht 2 (blz. 48). 

Slide 7 - Tekstslide

Maak opdracht 3 t/m 5 (blz. 48).

Overleg alleen fluisterend met diegene naast je. 

We bespreken de antwoorden in het tweede uur. 

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Overleg in tweetallen.
1. Welke vormen van beeldspraak herken je in dit gedicht?
2. In de eerst regel wordt een zijspoor genoemd. Zou dit een metafoor kunnen zijn?
timer
3:00

Slide 10 - Tekstslide

Schrijf een gedicht over een nieuwsbericht. 
- Maak gebruik van een stijlfiguur en een vorm van beeldspraak. 
- Je mag zelf kiezen of je gedicht rijmt of niet. 
- Je gedicht bestaat uit minimaal acht regels. 
Overleg alleen fluisterend met diegene naast je.
Gedicht ingeleverd? Zoek een leuk boek via lezenvoordelijst.nl . 

Slide 11 - Tekstslide