TOL op maat: FIX met Ligo December 2023

Aan het werk met Nederlands
Vorming taalontwikkelend lesgeven
1 / 55
volgende
Slide 1: Tekstslide
Hoger onderwijs

In deze les zitten 55 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

Onderdelen in deze les

Aan het werk met Nederlands
Vorming taalontwikkelend lesgeven

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welk postkaartje kies je?
  1. Hoe heet je?
  2. Welke functie heb je?
  3. Welke postkaart koos je?
  4. Waarom? Geef uitleg in 1 zin.
Bewaar het kaartje voor het einde van de vorming

Slide 2 - Tekstslide

We gaan nu kennismaken. Kies een kaartjes...

1) Conversatie-activiteit foto's 
Er liggen foto's verspreid op de tafel. Ieder kiest een foto die goed bij hem/haar past. Bij het rondje zegt iedereen wie hij/zij is, waar hij werkt en welke foto hij/zij koos (en waarom).

 
Huis van het Nederlands?
Huis van het Nederlands Brussel? 
  Aan de slag: LessonUp

1. Scan de QR-code of surf naar 'lessonup.app'.
2. Geef de code onderaan in.
3. Log in en typ je naam.
4. Je doet mee met de les.

Slide 3 - Tekstslide

Beknopte voorstelling van Huis. Info:
  • We geven zelf geen lessen (foto gebruiken -> Waarvoor komen de meeste mensen naar dit gebouw?)
  • Voornamelijk Screening en oriëntering:werknemers schrijven zich in voor de lessen bij ons 
  • Ook: Oefenkansen -> conversatietafels:
  •  interessant voor cursisten in de zomer of 's avonds
  • Wij: Team Taalbeleid Opleidingen 

Het Huis van het Nederlands Brussel organiseert lessen Nederlands.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel taaltesten neemt het Huis ongeveer af per jaar?
A
4000
B
6000
C
8000
D
12 000

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk evenement organiseert het Huis niet?
A
Patati
B
Plonge
C
Babbelut
D
Buddy NL

Slide 6 - Quizvraag

Plonge dans le Néerlandais
Wij geven deze sessie om jullie Nederlands te controleren
A
Waar
B
Niet waar

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat gaan we wel doen?
Wat verwacht jij van de vorming?

Slide 8 - Tekstslide

Dit zijn de doelen die we willen bereiken met deze vorming.
Na deze vorming weet je..



  • hoe je woorden oefent in de praktijk.
  • hoe je werknemers meer laat spreken.
  • hoe je werknemers talig kan ondersteunen. 
  • hoe je een duidelijke instructie geeft.

Slide 9 - Tekstslide

Dit zijn de doelen die we willen bereiken met deze vorming.
Aan het werk met NL
  • Een lesje Nederlands
  • Alleen voor instructeurs en cursisten die taalcoaching hebben.
  • ......
Wat is het niet?

Slide 10 - Tekstslide

Niet nummer 2 en nummer 5
Met fantasietaal

Slide 11 - Tekstslide

Vul het glas 4 cm met water. Gebruik de liniaal.
Doe er 10 druppels kleurstof bij.
Roer de kleurstof door het water.
Giet de olie op het gekleurde water in het glas tot vlak onder de rand.
Doe de vitamine C-bruistablet erbij. 
Instructies
  • Neem een slurpie en oziewozie. Vul de slurpie met 4 centimeter oziewozie. Meet na met de stabeo.
  • Ekleer 10 inimini’s blageood.
  • Kreool de blageood door de oziewozie. Gebruik een lusikas.
  • Giet de oleo op de gekleurde oziewozie tot vlak onder de rand.
  • Ekleer de moenga. 



timer
5:00

Slide 12 - Tekstslide

Vul het glas 4 cm met water. Gebruik de liniaal.
Doe er 10 druppels kleurstof bij.
Roer de kleurstof door het water.
Giet de olie op het gekleurde water in het glas tot vlak onder de rand.
Doe de vitamine C-bruistablet erbij. 

Vraag vorminggever: Wat kan helpen om de instructie helder te krijgen? WOORDKAARTJES
Woordkaartjes
Oleo
Woordenblik

Slide 13 - Tekstslide

Vraag: Welke woorden hebben jullie onthouden? Hoe komt het dat je het ene woord beter onthoudt dan het andere?
Antwoord:
Sommige woorden kan je uit de context afleiden (bv. ‘stabeo’ -> je weet dat het iets is om mee te meten)
Je kan een link leggen met een reeds verworven woord (bv. ‘slurpie’ -> je kent het woord ‘slurpen’, dus je kan je voorstellen dat het met drinken te maken heeft; ‘oleo’ -> op basis van de klank leg je de link met ‘olie’)
Hoe slaan we woorden op?
       * Woordvorm: woorden ophalen o.b.v. begin-, midden- en eindklank (rijm, ritmiek)
* Betekenis: schoolse kennis = hiërarchisch opgebouwd (vanaf 7 jaar -> kind leert hiërarchisch structureren)
Hoe woorden terugvinden in het mentale lexicon?
Productief taalgebruik: betekenissen onder woorden brengen, automatisering + vaste combinaties zijn geprefabriceerd
Receptief taalgebruik: woorden identificeren en interpreteren, we koppelen de vorm aan elementen in het lexicon
Ook: oefening baart kunst, woorden die we frequent gebruiken, kunnen we sneller ophalen
Hoe woorden in het mentale lexicon vasthouden en weer terugvinden?
Herhaling: woorden gaan beklijven en zullen de ‘ophaalbaarheid’ vergroten
Woorden in verschillende contexten behandelen -> zo: verbinding maken met andere woorden in het lexicon
Betekenisrelaties met neven-, boven- en onderschikking leggen (hyponiemen, hyperoniemen, synoniemen)
Hoe bouwen anderstaligen hun woordenschat op?
Woord moedertaal = woord in de andere taal, alleen de vorm verschilt
MAAR: vaak zijn woorden niet volledig te vertalen (ruimer of minder breed concept)
Aanhaking bij het netwerk van de eerste taal is niet altijd mogelijk
Woordenschatuitbreiding = inbedding in een bepaalde structuur, GEEN opeenstapeling van woorden 
De lavalamp
Con

Slide 14 - Tekstslide

Eva

Wat leer je hieruit? 
- taalsteun is belangrijk: taalfiches, woordkaartjes, herhaling, ...
- context is essentieel
- belang van woordenschat (95 procent moet je kennen)  --> herhalen is essentieel voor het onthouden van woorden. Hoe vaak moet je een woord horen om t te onthouden? 7x. 



Instructies
  • Vul de slurpie met 4 centimeter oziewozie. Meet na met de stabeo.
  • Ekleer 10 inimini’s blageood.
  • Kreool de blageood door de oziewozie. Gebruik een lusikas.
  • Giet de oleo op de gekleurde oziewozie tot vlak onder de rand.
  • Ekleer de moenga. 



Slide 15 - Tekstslide

Nu doen we het samen en we stellen vragen:
Vul het glas 4 cm met water. Gebruik de liniaal.
Doe er 10 druppels kleurstof bij.
Roer de kleurstof door het water.
Giet de olie op het gekleurde water in het glas tot vlak onder de rand.
Doe de vitamine C-bruistablet erbij. 

Vraag vorminggever: Wat kan helpen om de instructie helder te krijgen? WOORDKAARTJES
Welke woorden hebben jullie onthouden? Waarom?

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe onthouden we woorden?
  • Woorden regelmatig gebruiken
  • In een situatie, in een zin: meet met de stabeo
  •  Associaties met andere woorden: slurpie- slurpen, oleo-olie
  • Herhalen herhalen herhalen
Hoe vaak moet je een woord horen/ gebruiken om het te onthouden?

Slide 17 - Tekstslide

Als je een woord vaak herhaalt kun je het gemakkelijker 'ophalen' uit hersenen.

Linken leggen
Hoe help je bij een moeilijke instructie? 

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Instructiefiche

Slide 19 - Tekstslide

ideaal om een spreekkans te creeeren. 


het glas = de slurpie
de liniaal = de stabeo
het bruistablet = de moenga
de lusikas = de lepel
de olie = de oleo
water = oziewozie
de kleurstof = de blageood




ekleren = toevoegen
kreolen = mengen

Woordenlijst

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe hebben we tijdens de oefening voor interactie gezorgd?

  • Samenwerken
  • Vragen stellen
  • Samen met woordkaartjes oefenen
  • ...... 
Doe jij dit ook?
Wanneer doe je dit?

Slide 21 - Tekstslide

link naar weekplanning
Hoe hadden we jullie beter kunnen helpen tijdens de oefening?

  • Eindresultaat tonen
  • Doelen formuleren
  • In duo's werken
  • Feedback geven
Hoe geven jullie feedback?

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Conclusies?

Slide 23 - Tekstslide

Hebben jullie vragen
Start vanuit de situatie op de werf
Communiceer veel
Help werknemers met het Nederlands

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

  • Hoeveel woorden heb je nodig om sociaal zelfstandig te functioneren?
  • Hoeveel woorden moet je kennen om een vakspecifieke opleiding te volgen?

Slide 25 - Tekstslide

Hoeveel woorden heb je nodig om sociaal zelfredzaam te zijn?  7000

Hoeveel woorden moet je kennen om een vakspecifieke opleiding te kunnen volgen?
15000
Woorden woorden woorden 

  • Waarom is werken aan woordenschat zo belangrijk?    
  • Wat doe je nu al als instructeur?                                                                                           


Werken aan vaktaal

Slide 26 - Tekstslide

Zelf ervaren hoe je gemakkelijk aan woordenschat werkt.
Oefening
                Groep 1: Fiche 1

                  Groep 2: Fiche 2
 
                
  • Doe de oefening
  • Denk na: waarom is dit een goede oefening?  
  • Nabespreken



timer
5:00

Slide 27 - Tekstslide

maak woordkaartjes
PAUZE
timer
10:00

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Herhalen herhalen herhalen
  • Woordenblik
  • Praatprent

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Herhalen herhalen herhalen

Slide 30 - Tekstslide

en voorkennis oproepen
Filmpje

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 32 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Goed of slecht voorbeeld?
-Waarom?
Filmpje

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 34 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Wat heb je gezien?
  1. Wat zegt de instructeur exact?
  2. Hoe legt de instructeur uit?
  3. Wat is de attitude van de instructeur en de collega?

Extra vragen:
  • Wat doe jij om instructies duidelijk te maken?
  • Wat zou jij anders doen dan de instructeur?

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies



  • Traag spreken​
  • Korte zinnen
  • Oogcontact maken​
  • Vriendelijk en geduldig zijn​
  • Demonstreren
  • Vragen stellen​


  • Tijd geven​
  • Stap voor stap​
  • Vertellen wat je doet​
  • Pas op met figuurlijke taal​
  • Simpele en internationale woorden




 Tips duidelijk Nederlands

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Extra ideeën  
  • Standaardzinnen
  • Fiches voor instructeur
  • ..... 

Slide 37 - Tekstslide

'kijk eens naar de rest van de tekst, waar kan het over gaan?', 'gebruik een vertaalapp', 'vraag het ook eens aan een andere leerling' 
  • Standaardzinnen
  • Fiches voor instructeur
  • ..... 
Ik begrijp het niet

Slide 38 - Tekstslide

'kijk eens naar de rest van de tekst, waar kan het over gaan?', 'gebruik een vertaalapp', 'vraag het ook eens aan een andere leerling' 

Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht: de weekplanning 
Wat ga je anders doen? Geef 3 voorbeelden.
 
Suggesties:
  • Leren op de werf
  • Veel communiceren
  • Werknemers helpen met hun Nederlands

timer
30:00
  • Werken aan woordenschat
  • Duidelijke instructies geven

Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

 3 voorbeelden :
  1. .....
  2. .....
  3. ..... 

Slide 41 - Tekstslide

'kijk eens naar de rest van de tekst, waar kan het over gaan?', 'gebruik een vertaalapp', 'vraag het ook eens aan een andere leerling' 

Slide 42 - Tekstslide



Leesvraag bij het boekje: Welke werkvorm wil je graag zelf eens uitproberen?


Reminder voor jezelf

Slide 43 - Tekstslide

Dit hoeft niet in het NL
Extra vraag (niet voor het kaartje): waarover wil je meer weten?
Bedankt

Slide 44 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 45 - Link

overslaan
Aan het werk met NL

  1. Instructies geven met aandacht voor taal. 
  2. Een manier van werken voor instructeurs. 
  3. Een aanpak waardoor de werknemer het vak                                  beter leert.
Wat is het wel?

Slide 46 - Tekstslide

Niet nummer 2 en nummer 5
Brusselleer
De doelgroep
Geletterdheid

Taalcoaching

Slide 47 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat doet het Huis bij Fix?
A
Het Huis controleert of de medewerkers bij Fix genoeg NL spreken.
B
Het Huis geeft samen met Ligo taalcoaching.
C
Het Huis helpt Fix met een plan over het leren van NL op de werkvloer.

Slide 48 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 49 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tips

  • Voor de les: selecteer.
  • Herhalen herhalen herhalen.
  • Belangrijkste woorden zelf consequent gebruiken.
  • Denktijd: cursisten denken eerst zelf na.  
  • App om woorden bij te houden: Calepino
Ik ben wakker! U toch ook?

Slide 50 - Tekstslide

'kijk eens naar de rest van de tekst, waar kan het over gaan?', 'gebruik een vertaalapp', 'vraag het ook eens aan een andere leerling' 
Taalsteun & instructies

Slide 51 - Tekstslide

Jessica
Hoe stimuleer je leerlingen om nieuwe woorden te leren?

Slide 52 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

                   Taaldoos

Slide 53 - Tekstslide

Jessica
  • Een good practice waar we trots op zijn: een hulpmiddel voor docenten om woordenschat in te oefenen, te oefenen op zinsstructuur of inspiratie om een tekst aan te brengen.
  • netwerkopbouw in je hoofd = kapstokken / werken met thema's 
==> sneller woorden onthouden

Slide 54 - Video

Jessica
De taaldoos

Slide 55 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies