Veredeling is het verbeteren van de bodem door deze te bewerken met machines.
A
juist
B
onjuist
1 / 26
volgende
Slide 1: Quizvraag
BiologieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 4
In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Veredeling is het verbeteren van de bodem door deze te bewerken met machines.
A
juist
B
onjuist
Slide 1 - Quizvraag
De opbrengst van gewassen/dieren kan een boer vergroten door kunstmatige selectie toe te passen: uit de nakomelingen gebruikt de boer voor verdere kruisingen alleen individuen met meest gunstige eigenschappen. Dit noem je veredeling.
A
juist
B
onjuist
Slide 2 - Quizvraag
Zuurstof is een belangrijk broeikasgas.
A
juist
B
onjuist
Slide 3 - Quizvraag
koolstofdioxide is een belangrijk broeikasgas.
A
juist
B
onjuist
Slide 4 - Quizvraag
Versterking van het broeikaseffect kan tot gevolg hebben dat een deel van het poolijs smelt.
A
juist
B
onjuist
Slide 5 - Quizvraag
Spintmijten zijn insecten. Spintmijten kunnen een gewas in korte tijd geheel verwoesten. Roofmijten eten onder andere spintmijten. Daarom worden ze vaak gebruikt om spintmijten te bestrijden in kassen. Het gebruik van roofmijten in kassen is een vorm van biologische bestrijding.
A
juist
B
onjuist
Slide 6 - Quizvraag
In de biologische landbouw komen monoculturen voor.
A
juist
B
onjuist
Slide 7 - Quizvraag
Duurzaamheid betekent dat rekening wordt gehouden met het milieu.
A
juist
B
onjuist
Slide 8 - Quizvraag
Door de windmolens ontstaat er uitputting van het milieu.
A
juist
B
onjuist
Slide 9 - Quizvraag
Een nadeel van biobrandstoffen is dat er meer milieuvervuiling ontstaat.
A
juist
B
onjuist
Slide 10 - Quizvraag
Bij de verbranding van fossiele brandstoffen ontstaat koolstofdioxide.
A
juist
B
onjuist
Slide 11 - Quizvraag
Noem drie manieren waarop de mens afhankelijk is van het milieu.
Slide 12 - Open vraag
Een boer kan insecten op zijn akkerbouwland bestrijden doormiddel van chemische bestrijdingsmiddelen. Het gebruik van deze middelen heeft nadelen. Noem twee nadelen van het gebruik van chemische bestrijdingsmiddelen.
Slide 13 - Open vraag
Versterking van het broeikaseffect wordt onder andere veroorzaakt doordat we steeds meer energie gebruiken. Leg uit waardoor dit toenemende energiegebruik leidt tot versterking van het broeikaseffect.
Slide 14 - Open vraag
Noem twee energiebronnen waarvan groene stroom gemaakt kan worden.
Slide 15 - Open vraag
Hoort de productie van melk, vlees en eieren bij de akkerbouw, tuinbouw of veeteelt?
A
akkerbouw
B
tuinbouw
C
veeteelt
Slide 16 - Quizvraag
Mark koopt geen plastic tasjes meer. Leg uit waarom de ecologische voetafdruk kleiner wordt wanneer je een plastic tasje vaker gebruikt.
Slide 17 - Open vraag
Don is veehouder en heeft een varkensbedrijf. Hij wil graag zwaardere varkens krijgen. Dit doet hij door goed te kijken naar de erfelijke eigenschappen van varkens. Hij brengt sperma van beren (mannelijke varkens) met goede erfelijke eigenschappen in bij de zeugen (vrouwelijke varkens). Hij hoopt dat de biggen die hieruit ontstaan, later goed groeien. Op welke manier probeert Don goede erfelijke eigenschappen bij zijn varkens te krijgen volgens de informatie?
A
Door genetische modificatie
B
door kunstmatige inseminatie
C
door veredeling
Slide 18 - Quizvraag
Op welke manier zorgen broeikasgassen voor het broeikaseffect?
A
Broeikasgassen houden een deel van de gassen tegen die vrijkomen bij de verbranding van brandstoffen
B
Broeikasgassen houden een deel van de zonnestraling tegen die op de aarde valt.
C
broeikasgassen houden een deel van de warmte-uitstraling van de aarde tegen
Slide 19 - Quizvraag
Drie methoden van afvalverwerking zijn: recycling, storten en verbranden. Welke methode is het meest milieuvriendelijk?
A
Recycling
B
Storten
C
Verbranden
Slide 20 - Quizvraag
Drie brandstoffen zijn: gas, hout en olie. Welke van deze brandstoffen zijn fossiele brandstoffen?
A
gas en hout
B
gas en olie
C
hout en olie
Slide 21 - Quizvraag
Bij welke landbouwmethode in Nederland heb je grote bedrijven met erg veel grond?
A
Bij de akkerbouw
B
Bij de biologische landbouw
C
Bij de tuinbouw
Slide 22 - Quizvraag
Zijn de bevolkingsgroei en de manier van leven van mensen oorzaken van milieuproblemen?
A
Alleen de bevolkingsgroei
B
Alleen de manier van leven van mensen
C
Zowel de bevolkingsgroei als de manier van leven van mensen.
Slide 23 - Quizvraag
Bij het telen van voedingsgewassen wordt onder andere het volgende gedaan: 1 het land wordt bemest met kunstmest. 2 de bodem wordt geploegd en geëgd. Door welke van deze activiteiten groeien de voedingsgewassen beter?
A
alleen door activiteit 1
B
alleen door activiteit 2
C
Door beide activiteiten
Slide 24 - Quizvraag
Waarom vindt veel tuinbouw in Nederland in kassen plaats?
A
Omdat in kassen kan worden gezorgd voor zo goed mogelijke omstandigheden voor de groei van planten
B
Omdat het verbouwen van producten in kassen weinig energie kost
C
Omdat de planten niet buiten in de volle grond kunnen groeien
Slide 25 - Quizvraag
Drie manieren om energie op te wekken zijn: 1 biomassa verbranden 2 steenkool verbranden 3 windmolens gebruiken Welke van deze manieren zijn een voorbeeld van duurzame energie?