Les 3 Sociale Media
1 / 23
Lesduur is: 60 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 2 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 3 - Tekstslide
We bellen niet als je het niet geaccepteerd hebt.
Slide 4 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 5 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 6 - Woordweb
Wat weten de studenten al van communicatie?
Geen goed of fout antwoord.
Slide 7 - Tekstslide
Je communiceert iedere dag met anderen, bijvoorbeeld als je met iemand praat of appt.
Met communicatie wordt het delen van informatie bedoeld. Je kunt met woorden communiceren, maar ook met gebaren en door middel van lichaamstaal. Wat je communiceert en hoe dat overkomt op anderen is van invloed op hoe anderen jou zien.
Zit je bijv. onderuitgezakt, dan kan de omgeving denken dat je ongeïnteresseerd bent.
Slide 8 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 9 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 10 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 11 - Tekstslide
Je kunt op allerlei manier communiceren met anderen. Je gebruikt daarbij vaak communicatiemiddelen, zoals een telefoon om te bellen/appen en een laptop om te mailen.
Hoe een boodschap overkomt kan afhankelijk zijn van het communicatie middel dat je gebruikt. Een berichtje sturen kan onpersoonlijker overkomen, dan even bellen.
De toon waarop je iets zegt is ook van invloed op de boodschap die je overbrengt. Als je bijv. schreeuwt, dan zal de ontvanger je boodschap niet waarderen.
De oma van je beste vriend is overleden. Je hebt sindsdien niets meer van hem gehoord. Je bent bang dat het niet goed met hem gaat en wilt laten weten dat je er voor hem bent.
Welk communicatie middel zou je gebruiken en waarom?
Welk communicatie middel zou je gebruiken en waarom?
Slide 12 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
De oma van je beste vriend is overleden. Je hebt sindsdien niets meer van hem gehoord. Je bent bang dat het niet goed met hem gaat en wilt laten weten dat je er voor hem bent.
Wat zou je communiceren naar hem (dus wat zou je zeggen)?
Wat zou je communiceren naar hem (dus wat zou je zeggen)?
Slide 13 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 14 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 15 - Tekstslide
Veel mensen delen informatie via sociale media zoals twitter, instagram en facebook. Het delen van informatie via deze kanalen gaat snel en makkelijk.
Sociale media zijn communicatie middelen waarmee je met anderen online in contact kunt komen. Je kunt snel reageren op anderen en veel mensen tegelijkertijd bereiken. Je ontmoet makkelijker nieuwe mensen en in contact blijven met mensen.
Slide 16 - Tekstslide
Sociale media kun je voor allerlei doeleinden gebruiken. Zoals:
- het vinden van een baan
- organiseren van een feest
- geld inzamelen voor een (goed) doel
Slide 17 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 18 - Tekstslide
Ideaalbeelden ontstaan die onrealistisch zijn. Denk hierbij aan social media zoals Instagram waar mensen alleen goede dingen opzetten.
Informatie is vaak voor veel mensen zichtbaar. Bijvoorbeeld ook voor je baas.
Mensen gaan anders met elkaar om dan in het echt. De drempel is minder hoog om via sociale media contact te zoeken, je mening of ervaring te delen. Dat is mooi, maar daar schuilt ook een gevaar in. Online pesten of kwetsende opmerkingen op sociale media worden zo makkelijker gemaakt. Dit komt vaak omdat mensen de ander niet zien en het daardoor anoniemer gedaan kan worden.
Zie het filmpje in de volgende sheet (start meteen)
Slide 19 - Video
Deze slide heeft geen instructies
Slide 20 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 21 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 22 - Tekstslide
Via break-out rooms groepjes maken en elk groepje een stelling geven.
Zij krijgen 5 minuten (timer is aanpasbaar voor je eigen groep) de tijd om dit met elkaar te bespreken. Iemand is hun woordvoerder en gaat het uiteindelijk delen in de gezamenlijke les.
Slide 23 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
