Module A Les 4

Welkom! 

Vakgericht
Module A les 4
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
VerzorgingMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 24 slides, met tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Welkom! 

Vakgericht
Module A les 4

Slide 1 - Tekstslide

Planning 
-> Terugblik vorige les
-> Uitleg Profiel- en basisdeel
-> Opdrachten 
-> Nabespreking
-> Next week :) 

Slide 2 - Tekstslide

Terugblik vorige les

-> Zijn er vragen over het huiswerk? 
-> Zijn er andere vragen? 

Slide 3 - Tekstslide

Week: Profieldeel 5: Assisteren bij sociale en recreatieve activiteiten blz. 11
*Doelen van activiteiten:
-> Als je een activiteit gaat doen, dan stel je eerst het doel vast
-> Interesse: Wat vindt de cliënt leuk? Een activiteit uitvoeren die een cliënt niet leuk vindt, zal het doel niet halen.
-> Mogelijkheden: Wat kan de cliënt?
-> Uitdagingen: Op welk gebied kun je de cliënt stimuleren? Een uitdaging is iets dat de cliënt nog niet goed kan, maar graag wil leren

Slide 4 - Tekstslide

Week: Profieldeel 5: Assisteren bij sociale en recreatieve activiteiten blz. 12
*Stimuleren van de ontwikkeling:
-> Een activiteiten die de ontwikkeling stimuleert, heeft als doel om de cliënt zelfstandiger te maken
-> Het stimuleren van de ontwikkeling kun je verdelen in:
1. motorische ontwikkeling:
*grove motoriek, fijne motoriek en sensomotorisch
2. verstandelijke of cognitieve ontwikkeling
3. sociale ontwikkeling.

Slide 5 - Tekstslide

Week: Profieldeel 5: Assisteren bij sociale en recreatieve activiteiten blz. 13
*Zintuigen en het geheugen:
-> Een activiteit zorgt ervoor dat iemand iets ervaart: voelt , ruikt, proeft, hoort of ziet iets

*Activiteiten gericht op het gehoor:
> Muziek maken of luisteren, zingen
*Activiteiten gericht op het zien:
>Kunst bekijken, fotograferen
*Activiteiten gericht op ruiken en proeven:
>Iets koken of iets bakken, geuren raden.
*Activiteiten gericht op de tastzin:
>Een voeldoos, knutselen, onder de sproeier op een warme dag

Slide 6 - Tekstslide

Week: Profieldeel 5: Assisteren bij sociale en recreatieve activiteiten blz. 14
*Geheugen:
-> Herinneringen worden opgeslagen in het geheugen
*Kortetermijngeheugen: enkele seconden
*Middellangetermijngeheugen: tijdelijk vasthouden van informatie
*Langetermijngeheugen: levenslang


Slide 7 - Tekstslide

Week: Profieldeel 5: Assisteren bij sociale en recreatieve activiteiten blz. 15
*Motorische ontwikkeling:
-> Gaat om bewegen en leren bewegen
-> Twee soorten motoriek: grove en fijne
-> Grove motoriek: grote bewegingen die je maakt zonder er veel over na te denken
-> Bewegingen die je vanzelf leert: zwaaien, lopen, rollen, kruipen
-> Ontwikkeling van de fijne motoriek vraagt meer aandacht
-> Hierbij gaat het om de kleinere bewegingen, waarover je vaak moet nadenken: schrijven, veters strikken, tekenen
-> Sensomotorische ontwikkeling gaat over de zintuigen: ruiken, voelen, zien, horen en proeven
-> Motoriek en zintuigen werken hierbij samen: koken en ruiken tegelijk

Slide 8 - Tekstslide

Week: Profieldeel 5: Assisteren bij sociale en recreatieve activiteiten blz. 16
*Verstandelijke of cognitieve ontwikkeling:
-> Activiteiten die gericht zijn op de verstandelijke ontwikkeling noem je cognitieve activiteiten
-> Het proces van leren
-> Het opdoen, verwerken, opslaan en toepassen van kennis

Slide 9 - Tekstslide

Week: Profieldeel 5: Assisteren bij sociale en recreatieve activiteiten blz. 17
*Sociale ontwikkeling:
-> Bij de sociale ontwikkeling gaat het over het aanleren van sociale vaardigheden
-> De cliënt leert om te gaan met anderen
-> De cliënt leert zich bewust te worden van opvattingen, gevoelens, wensen en gedachten bij zichzelf en anderen
-> Spelletjes doen met de groep, samenwerken en overleggen met elkaar

Slide 10 - Tekstslide

Week: Profieldeel 5: Assisteren bij sociale en recreatieve activiteiten blz. 18
*Activiteiten met een recreatief doel:
-> Het doel van deze activiteiten is ontspannen en plezier hebben:
*Een ander woord voor recreatie is vrijetijdsbesteding:
> wandelen
> boek lezen
> film kijken
> kaarten
> op stap gaan
> fietsen
> dagje strand

Slide 11 - Tekstslide

Week: Profieldeel 5: Assisteren bij sociale en recreatieve activiteiten blz. 19
*Activiteiten met een educatief doel:
-> Bij een activiteit met een educatief doel leren de deelnemers iets 
*Voorbeelden van activiteiten met een educatief doel zijn:
>woordspelen zoals kruiswoordpuzzel 
>samen de krant lezen en bespreken
>een bezoek aan een museum
-> Bij een activiteit met een educatief doel werk je dus aan de ontwikkeling van kennis en gedrag

Slide 12 - Tekstslide

Week: Profieldeel 5: Assisteren bij sociale en recreatieve activiteiten blz. 19
*Activiteiten voor het trainen van het geheugen:
-> Trainen van het geheugen is een activiteit die vaak gedaan wordt met ouderen
-> Het geheugen wordt vaak minder goed als mensen ouder worden
-> Het oproepen van herinneringen is gekoppeld aan onze zintuigen

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

Week: Profieldeel 5: Assisteren bij sociale en recreatieve activiteiten blz. 19
*Dementie en zintuiglijke waarneming:
-> Bij ouderen met een vorm van dementie worden herinneringen niet goed opgeslagen
-> In het geheugen zitten herinneringen met het beeld, het geluid, het gevoel (tastzin) en soms de geur en smaak van een ervaring
-> Bij dementerende ouderen zo veel mogelijk de zintuigen te prikkelen

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Video

Week: Profieldeel 5: Assisteren bij sociale en recreatieve activiteiten blz. 20
*Activiteiten en het gebruik van zintuigen:
-> Bekijk blz. 20

Slide 17 - Tekstslide

Week: Profieldeel 5: Assisteren bij sociale en recreatieve activiteiten blz. 20
*Reminiscentie:
-> Alle activiteiten die het geheugen van een oudere cliënt trainen noem je reminiscentie
-> Bij reminiscentie haal je herinneringen op uit het verleden
-> De activiteiten gaan over wat een cliënt nog weet en kan. Daarom zijn ze goed voor het zelfvertrouwen van de cliënt
-> Bekijk je boek voor voorbeelden blz. 20

Slide 18 - Tekstslide

Week: Profieldeel 5: Assisteren bij sociale en recreatieve activiteiten blz. 23
*Activiteiten voor het stimuleren van de zelfredzaamheid:
-> Bij activiteiten met als doel de zelfredzaamheid van de cliënt te stimuleren, laat je de cliënt zo veel mogelijk zelf doen
-> Houd rekening met de mogelijkheden en beperkingen van de cliënt
-> In het zorg- of begeleidingsplan kun je lezen wat een cliënt zelf kan en waar ondersteuning nodig is

Slide 19 - Tekstslide

Week: Profieldeel 5: Assisteren bij sociale en recreatieve activiteiten blz. 23
*Activiteiten voor het veranderen van het gedrag:
-> Deze activiteiten zijn erop gericht het gedrag van de cliënt te veranderen
-> Bijvoorbeeld een cliënt die tijdens het kijken van een spannende film met de groep ineens heel hard gaat zingen
-> Activiteiten die gericht zijn op het veranderen van het gedrag kun je verdelen in twee groepen:
1. activiteiten die het gedrag tijdelijk veranderen
2.activiteiten gericht op het langdurig veranderen van het gedrag

Slide 20 - Tekstslide

Week: Profieldeel 5: Assisteren bij sociale en recreatieve activiteiten blz. 24
*Activiteiten die het gedrag tijdelijk veranderen:
-> Bij deze activiteiten wordt het gedrag van de cliënt niet voor altijd veranderd
-> Het zijn activiteiten die het gedrag tijdelijk veranderen
-> Door afleiding kun je het gedrag tijdelijk veranderen

Slide 21 - Tekstslide

Week: Profieldeel 5: Assisteren bij sociale en recreatieve activiteiten blz. 25
*Activiteiten gericht op het langdurig veranderen van het gedrag:
-> Deze activiteiten doe je om het gedrag langdurig, of zelfs definitief te veranderen
-> Voorbeeld: Een stappenplan voor toiletbezoek, bekijk het boek 

Slide 22 - Tekstslide

Nabespreking
-> Waar liepen jullie tegenaan?
->  Wat zouden jullie de volgende keer anders willen?
->  Zijn er vragen?

Slide 23 - Tekstslide

Next Week :) 
-> Boek:  Profieldeel Assisteren bij sociale en recreatieve activiteiten
-> Blz. 11 t/m 25
-> Starten blz. 26 t/m 31
*Maak de opdrachten 

-> Boek: Profieldeel 2: Bereiden van maaltijden
-> Blz 1 t/m 30
*Maak de opdrachten

Slide 24 - Tekstslide