Methodisch werken - Verpleegkundig proces

1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen
Aan het einde van de les:

  • kan ik uitleggen wat methodisch werken inhoud en wat het doel hiervan is
  • kan ik de stappen van het verpleegkundig proces benoemen.
  • kan ik de begrippen continuïteit en coördinatie van zorg uitleggen
  • heb ik 2 voorbeelden genoemd waarin ik volgens een bepaalde methode handelingen uitvoer.
  • heb ik kennis opgedaan over het verzamelen van gegevens van zorgvragers.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Check - in

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is methodisch werken?
Methodisch werken is iets wat wij ons hele leven vaak onbewust doen. 

Een voorbeeld
Als jij je vrienden hebt beloofd om voor de avondmaaltijd macaroni te bereiden,
dan vraag jij je af: Hoeveel macaroni heb ik nodig? Gebruik ik gehakt of boterhamworst in de macaroni? Heb ik alle ingrediënten in huis die ik nodig heb? Is er ruimte op het aanrecht? Heb ik voldoende pannen? Doet het gas het? Moet ik nog aanvullende boodschappen doen? Hoe duur gaat de maaltijd worden?

Kun jij een voorbeeld geven hoe jij zelf methodisch werkt?









Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Een methode is
 
een vaste, doordachte manier van werken om een bepaald doel te bereiken

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Een cyclisch proces 
is een zich steeds herhalend proces

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kenmerken van methodisch werken
  • Doelgericht gericht op ondersteuningsdoelen
  • Planmatig werken volgens afgesproken stappen en werkwijze, meestal via een protocol
  • Procesmatig een vaste openvolging van stappen
  • Bewust dus voortdurend nadenken en keuzes maken in je ondersteuning

Het is een voortdurend (cyclisch) proces.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voordelen methodisch werken
  • de kans op fouten neemt af omdat je vooruit kijkt
  • zowel een ander als jijzelf weet wat er verwacht mag worden
  • je eigen handelen kan beter geëvalueerd worden om, als het nodig is, het handelen te verbeteren
  • anderen krijgen een duidelijker beeld van wat jij doet en wil gaan doen

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Fasen in methodisch werken
Fase 1 Voorbereiden
Stap 1: informatie verzamelen, anamnese voeren
Stap 2: Wensen, behoeften en problemen vaststellen
Stap 3: Doelen formuleren
Stap 4: Activiteiten vaststellen en plannen
Fase 2 Uitvoering
Stap 5: Geplande activiteiten uitvoeren en begeleiding bieden

Fase 3 Afrondingsfase
Stap 6: Evalueren, reflecteren op het eigen handelen en zo nodig bijstellen van de zorg

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Video

Docent:
Zijn er onduidelijkheden?
Laat de student die opschrijven, zodat onduidelijkheden worden nabesproken
Continuïteit en coördinatie van zorg
De zorgverlening wordt zodanig georganiseerd en geregeld (coördineren), zodat de zorgafspraken voor de zorgvrager door iedere zorgverlener hetzelfde worden uitgevoerd. Er ontstaat geen overlap (continuïteit)

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


 Verzamelen van gegevens 

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Methodisch en Systematisch gegevens verzamelen 
Verzamelen van gegevens doen we niet lukraak, integendeel, we doen dit op een methodische en systematische wijze

We maken hierbij gebruik van classificatiesystemen of ordeningssystemen

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verschillende ordeningssystemen
  • De 4 domeinen van verantwoorde zorg (zorgleefplan)
  • De 11 gezondheidspatronen van Gordon
  • Het Omaha systeem
  • Het  SAMPC

    Bovenstaande ordeningssystemen worden na het basisjaar uitgebreid behandeld bij de Canmedsrol "de zorgverlener".

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gezondheidsproblemen a.d.h.v. Gorden
Korte uitleg over dit ordeningssyteem.
  • De 11 gezondheidspatronen van Gordon omvatten alle aandachtsgebieden van een mens.
  • Al deze 11 gezondheidspatronen hangen met elkaar samen en beïnvloeden elkaar op alle genoemde gebieden.

    Tijdens de anamnese maak je gebruik van een vragenlijst












Slide 19 - Tekstslide

Link met wat meer uitleg over de gezondheidspatronen:
https://www.verpleegkunde.net/.cm4all/uproc.php/0/De%20gezondheidspatronen%20volgens%20Gordon.pdf?cdp=a&_=176a419eab9

Je kunt makkelijk zoeken op een vragenlijst adhv Gordon
11 Gezondheidspatronen van Gordon
  1. Gezondheidsbeleving en instandhouding 
  2. Voeding en stofwisseling 
  3. Uitscheiding 
  4. Activiteiten 
  5. Slaap/rust 
  6. Waarneming en cognitie 
  7. Zelfbeleving 
  8. Rollen en relaties 
  9. Seksualiteit, voortplanting 
  10. Stress verwerking 
  11. Waarden en overtuiging 

Slide 20 - Tekstslide

Link met wat meer uitleg over de gezondheidspatronen:
https://www.verpleegkunde.net/.cm4all/uproc.php/0/De%20gezondheidspatronen%20volgens%20Gordon.pdf?cdp=a&_=176a419eab9
Welke bronnen?
  • de zorgvrager; (anamnese)
  • de naasten of mantelzorger; (hetero-anamnese)
  • de indicatie van andere zorgprofessionals of zorgorganisaties;
  • de overdracht van andere zorgverleners of zorgorganisaties;
  • consult van andere zorgprofessionals;
  • vakkennis of literatuur.

Slide 21 - Tekstslide

hetero-anamnese: 
Als er informatie over de medische voorgeschiedenis en achtergrond van een patiënt ingewonnen wordt bij een andere persoon dan de patiënt zelf, spreekt men van een heteroanamnese. Dit gebeurt onder meer bij patiënten die omwille van een bestaande pathologie niet zelf op de vragen van de zorgverlener kunnen antwoorden. Bijv. dementie
Gegevens van de zorgvrager
Je verzamelt gegevens die iets zeggen over de zorgvrager:
  • Wie zij/hij is
  • Waarbij zij/hij zorg nodig heeft
  • Wat zijn/haar behoeften zijn

Deze gegevens bij elkaar vormen een beeld van de zorgvrage

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gegevens indelen
Gegevens kunnen objectief of subjectief zijn:

Objectief: gegevens zijn te meten of vaststaand
Subjectief: gegevens zijn gebaseerd op persoonlijke beleving

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Objectieve gegevens

  • Lichaamstemperatuur gemeten met een thermometer
  • Bloeddruk gemeten met een bloeddrukmeter
  • Persoonsgegevens als naam, adres, woonplaats 
  • Lengte en gewicht

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Subjectieve gegevens

  • Ik heb het warm
  • Ik voel me onrustig
  • Ik vind die jas niet mooi
  • Mijn jeugd was fijn 

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1
2
3
4
5
6
Verzamelen van gegevens
Vaststellen van verpleegkundige diagnosen
Vaststellen van zorgdoelen
Plannen van verpleegkundige interventies
Uitvoeren van verpleegkundige interventies
Evalueren van verpleegkundig proces

Slide 26 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een verpleegkundige methode heeft als doel
A
werken volgens een visie op zorg
B
werken volgens een vastgestelde volgorde
C
werken met alle ideeën van het team samen
D
werken met een doel voor ogen

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 1:
Bekijk het filmpje!
Ga daarna in tweetallen in gesprek over de zorgvrager uit het filmpje. 

Je hebt de zorgvrager geobserveerd.
Wat viel je allemaal op? Waaruit blijkt dat volgens jou? 
Is dat objectief of subjectief?

Opdracht 2:
Om te achterhalen wat de wensen en behoeften zijn van de zorgvrager uit het filmpje ga je gegevens verzamelen. Hoe zou je deze gegevens verzamelen? Met wie, wat, waar en op welke wijze ga je dat aanpakken? 

Schrijf dat op een A4.

Slide 28 - Tekstslide

methode, theorie en visie
Opdracht 3
Kies uit het filmpje 1 probleem van deze zorgvrager uit.
Hoe, met welke acties/interventies zou je hierin verbetering kunnen bieden? Werk dit uit op papier waarbij je methodisch/stapsgewijs te werk gaat. 

De opdrachten 1, 2 en 3 worden daarna klassikaal nabesproken. 

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 30 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Terugkoppelen casus

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Signaleren van gezondheidsproblemen

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is volgens jou het
gezondheidsprobleem bij de casus?

Slide 33 - Open vraag

hiervoor casussen doornemen, elk 1
Gezondheidsproblemen

Een gezondheidsprobleem ontstaat op het moment dat het
WELBEVINDEN van een zorgvrager nadelig wordt beïnvloed.

Zelfzorgactiviteiten worden verstoord door ziekten, stoornissen, behandelingen of therapie, men is niet meer in staat om aan zijn/haar zelfzorgbehoefte te kunnen voldoen.
Er ontstaat een zelfzorgtekort.


Dit kan gaan op lichamelijk, psychisch sociaal welbevinden 

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kun je lichamelijk, psychisch en sociaal welbevinden los van elkaar zien?
A
Ja
B
Nee
C
geen idee
D
soms

Slide 35 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Op een rijtje
Zelfzorgbehoefte: behoefte om voor zichzelf te kunnen zorgen

Zelfzorgvermogen: mate van in staat zijn om zelfzorg uit te voeren

Zelfzorgtekort:  verstoord evenwicht tussen behoefte en vermogen.

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen bereikt?
  • ik kan uitleggen wat methodisch werken inhoud en wat het doel hiervan is
  • ik kan de stappen van het verpleegkundig proces benoemen.
  • ik kan de begrippen continuïteit en coördinatie van zorg uitleggen
  • ik heb 2 voorbeelden genoemd waarin ik volgens een bepaalde methode handelingen uitvoer.
  • ik heb kennis opgedaan over het verzamelen van gegevens van zorgvragers.

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies