Hoofdstuk 8: Je lichaam werkt

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 2

Waaruit bestaan organen?

1. cellen
2. bouwstenen
3. weefsels
4. orgaanstelsels

Delen van een organisme zijn: cel - orgaan - organenstelsel.
Wat is de juiste volgorde van klein naar groot?

1. cel - orgaan - organenstelsel
2. orgaan - cel - organenstelsel
3. organenstelsel - orgaan - cel

Maak het schema van verbranding kloppend

koolstofdioxide

water

energie

glucose

zuurstof

Samenstelling lucht       

koolstofdioxide 

waterdamp

zuurstof

ingeademde lucht

uitgeademde lucht

weinig

weinig

weinig

veel

veel

veel

luchtpijp

luchtpijptak / 
bronchiën

bloedplasma

witte bloedcellen

+ bloedplaatjes

rode bloedcellen

Ader

Haarvat

Slagader

Zuurstofarm -

kleine bloedsomloop

Zuurstofrijk -

grote bloedsomloop

Zuurstofrijk -

kleine bloedsomloop

Zuurstofarm -

grote bloedsomloop

H8.2 

Je ademt

longblaasje

Borstademhaling

tussenribspieren

ijzeren long

longen

slagader en ader

haarvat

zuurstofrijk bloed

zuurstofarm bloed.

Waarom zal een mug niet in een slagader prikken?

Om te onthouden

--> Door de slagader stroomt het bloed van het hart naar het lichaam

--> Door de aders stroomt het bloed van de organen terug naar het hart

Grote en de kleine bloedsomloop

Sleep de namen naar de juiste nummers.

2

11

12

7

9

8

5

15

Longslagader

Longader

Linkerboezem

Rechterkamer

Aorta

Holle ader

Rechterboezem

Linkerkamer

Kleine bloedsomloop

Vanuit de rechterkamer (5) stroomt zuurstofarm bloed via de 

longslagader (2/10) naar de longen. In de longen neemt het bloed 

zuurstof op. Via de longader (3/11) stroomt zuurstofrijk bloed naar

de linkerboezem (12). 

De grote bloedsomloop

Vanuit de linkerkamer (15) stroomt zuurstofrijk bloed via de aorta (9)

naar de rest van het lichaam. De aorta is een slagader. In het lichaam 

wordt zuurstof uit het bloed opgenomen. Via de holle ader (1/8)

stroomt zuurstofarm bloed naar de rechterboezem (5).

0