Herhalingsles hoofdstuk 6 pluriforme samenleving 3 kader

Herhaling H6: pluriforme samenleving
lesdoel: Kennis ophalen over H6: de pluriforme samenleving
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Herhaling H6: pluriforme samenleving
lesdoel: Kennis ophalen over H6: de pluriforme samenleving

Slide 1 - Tekstslide

Wat betekende 'pluriforme samenleving' ook alweer?

Slide 2 - Open vraag

6.1: veel culturen in 1 land
Dominante cultuur: Waarden, normen en gewoontes van de meeste mensen in een land.

Subculturen: De cultuur van een kleine groep mensen in de samenleving.
  • Etnische subculturen: op basis van afkomst
  • Religieuze subculturen: op basis van geloof

Pluriforme samenleving: samenleving waarbij meerdere culturen met elkaar samen leven. (pluriform = veelvormig, veelkleurig)

Slide 3 - Tekstslide

Wat hoort er bij de dominante cultuur in NL?

Slide 4 - Woordweb

Geef een voorbeeld van een subcultuur waar jij bij hoort.

Slide 5 - Open vraag

Slide 6 - Tekstslide

Waarom maakt Geert Wilders zich zo druk over het verdwijnen van de 'Moorkop'? Gebruik het begrip 'dominante cultuur'.

Slide 7 - Open vraag

Welke reden om naar een ander land te verhuizen kan je verzinnen?

Slide 8 - Woordweb

6.2: Hoe kijk je naar anderen?
Soms stoppen we mensen in hokjes, dit kan op verschillende manieren gebeuren:
  • stereotype: een overdreven beeld van een groep mensen (klopt vaak niet/ negatief) vb. alle NL'ers roken wiet.
  • vooroordeel: oordeel over iemand zonder dat de feiten of persoon kent, vb. bang zijn voor vluchtelingen.
Voor een succesvolle pluriforme samenleving is het belangrijk dat iedereen het eens is over normen en waarden die in de wet staan: basisafspraken. 
De overheid maakt dus wetten hiervoor, maar voert ook acties.

Slide 9 - Tekstslide

Noem een actie die de overheid voert tegen stereotypen.

Slide 10 - Open vraag

Wat is een stereotype?
A
Alle meisjes spelen met poppen
B
Jan haalt een 10 voor wiskunde, dus is een nerd.

Slide 11 - Quizvraag

Wat is een vooroordeel
A
Mitchell heeft een tattoo van een geweer dus zal bij een bende horen.
B
Alle Marokkanen eten Halal vlees.

Slide 12 - Quizvraag

discriminatie
onterecht verschil maken in de behandeling van mensen.

Slide 13 - Tekstslide

Noem een voorbeeld van discriminatie

Slide 14 - Open vraag

6.3: Migratie naar Nederland
Er zijn verschillende redenen om naar een ander land te verhuizen (emigreren):
  • Op zoek naar werk: gastarbeiders/ arbeidsmigranten.
  • Op de vlucht: vanwege oorlog of vervolging. Een deel vraagt asiel aan = toestemming om hier te mogen verblijven. Als ze mogen blijven krijgen ze een verblijfsvergunning.
  • uit de koloniën: gebieden die werden veroverd en gebruikt werden om winst te maken (Suriname, Indonesie, Antillen)
  • vanwege je gezin: Gezinsvorming/ Gezinshereniging


Slide 15 - Tekstslide

leg het verschil uit tussen gezinsvorming en gezinshereniging.

Slide 16 - Open vraag

Waar moet je voor slagen als je in Nederland wil blijven wonen?

Slide 17 - Open vraag

6.4 Integratie
Voor een pluriforme samenleving is integratie nodig. 

Integratie= de uitwisseling tussen de subculturen van nieuwkomers en de dominante Nederlandse cultuur. 

Slide 18 - Tekstslide

Assimilatie 
Integratie
Segeratie 
Een sterke scheiding tussen de bevolkingsgroepen. Je helemaal niet aanpassen
Je vervangt bijna alles van de cultuur uit het land waar je vandaan komt door de dominante cultuur van het land waar je woont
Uitwisseling tussen de subcultuur van nieuwkomers en de dominante cultuur in het land waar je woont

Slide 19 - Sleepvraag

Nederland is veranderd
Regels, normen en waarden, gewoontes en taal verschillen per land, daarom moet je je vaak aanpassen als je in een nieuw land gaat wonen.

integratie = voor een deel aanpassen. Ze passen zich aan de Nederlandse gewoontes aan, maar houden ook de eigen cultuur.
De overheid stimuleert integratie door:
  • Extra geld voor Nederlandse lessen te geven.
  • Kinderen in gemengde klassen te plaatsen.
  • Zorgen van verspreiding van nieuwkomers over woonwijken.



Slide 20 - Tekstslide

Wat is geen voorbeeld van ingrijpen van de overheid om integratie te bevorderen?
A
plaatsen van nieuwkomers in dezelfde wijk
B
Extra geld voor lessen Nederlands
C
plaatsen van nieuwkomers verspreid over wijken
D
kinderen in gemengde klassen plaatsen

Slide 21 - Quizvraag