Les 5 - Werken in de jeugdzorg, Justitiële inrichtingen en Asielzoekerscentrum

• Welzijn
• MBO
• Studiejaar 2

Thema: Werkveld (WVV)

Semester: 1

Programma 

• AWR - registratie
• Verwachtingen
• Lesdoelen
• Inhoud les
• Theorie
• Opdrachten
• Nabespreken
• Afsluiten

AWR

Aanwezigheid zal door de docent geregistreerd worden. Aanwezigheid kan meerdere malen tijdens de les worden gedaan. Bij vroegtijdig verlaten van de les, zonder geldige reden, zal je op 'ongeoorloofd afwezig' staan.

Ben je te laat? Geef dit dan door aan het einde van de les aan de docent. Dit is jouw verantwoordelijkheid.

Verwachtingen

• Niet eten en drinken (uitzondering flessen) in de klas
  
• Toilet? Eerst vragen
  
• Telefoon weg stoppen
  
• Leermiddelen in orde
  
• Beroepshouding correct
  
• --> Zonder waarschuwing wordt je eruit gestuurd! Geen gemaar, geen excuus en geen discussie...

Lesdoelen

Je kan de belangrijkste taken in de jeugdzorg benoemen.

Je legt uit wat het werk in een justitiële inrichting en AZC inhoudt.

 

Inhoud les

Verschillen tussen deze werkvelden

Terugblik vorige les 

Wat is je bijgebleven van de vorige les?

Bespreek dit eerst met je buurman/vrouw.

De docent geeft de duo's een beurt.

Afbeelding 1: Ouderenzorg

Afbeelding 2: Gehandicaptenzorg

Afbeelding 3: Asielzoekers

Afbeelding 4: Verslaafden

Afbeelding 5: Dak- en thuislozen

Afbeelding 6: Jeugdzorg

Afbeelding 7: Justitiële inrichting

Theoretische gedeelte 

Jeugdzorg

Doel:

• Zorgen dat kinderen en jongeren in een veilige en gezonde omgeving kunnen opgroeien.
• Hulp bieden aan kinderen, jongeren en ouders wanneer thuis problemen zijn.
• Hulp kan vrijwillig of, in sommige gevallen, gedwongen via de kinderrechter zijn.

Vormen van hulp:

• Jeugd- en opvoedhulp
• Voor kinderen die thuis niet veilig of gezond kunnen opgroeien.
• Problemen kunnen zijn: opvoedproblemen, psychische problemen of verstandelijke beperkingen.
• Hulp kan kort of lang, individueel of voor het hele gezin zijn.

Jeugdzorg

• Locaties en vormen: thuis, school, sportclub, kinderopvang of in een instelling zoals een pleeggezin of gesloten instelling.
  
• Vaak samenwerking met andere instanties zoals politie, huisarts en maatschappelijk werk.
  

Belangrijk:

• Voor elke situatie wordt gezocht naar een passende oplossing.
  
• Jeugd- en opvoedhulp kan deel uitmaken van bredere jeugdzorg, inclusief jeugdbescherming.

Jeugdzorg – Jeugdbescherming en Jeugdreclassering

Jeugdbescherming

• Wordt ingezet wanneer ouders niet in staat zijn hun kind veilig te laten opgroeien.
• Kan worden opgelegd door een rechter als vrijwillige hulp niet werkt.
• Het kind wordt onder toezicht gesteld; ouders moeten meewerken aan de geboden hulp.
• Soms volgt een uithuisplaatsing: het kind gaat tijdelijk bij familie, bekenden of een pleeggezin wonen.

Jeugdreclassering

• Voor kinderen van 12 tot 18 jaar die in aanraking komen met politie of justitie.
• Doel: het kind begeleiden en controleren om gedrag te veranderen en herhaling te voorkomen.
• Focus op begeleiding, ondersteuning en toezicht om terugval te vermijden.

Justitiële Inrichtingen

Wat het is:

• Instellingen voor mensen die een delict hebben gepleegd of wachten op een uitspraak van de rechter.
  
• Focus op beveiliging, bewaring, behandeling, zorg en begeleiding.
  

Soorten:

• Gevangenis
  
• Justitiële jeugdinrichting (jeugdgevangenis)
  
• Detentiecentrum (in afwachting van veroordeling)
  
• TBS-kliniek (terbeschikkingstelling)

Justitiële Inrichtingen

Doelstelling:

• De samenleving veiliger maken door opsluiting van daders.
• Begeleiding bieden zodat cliënten na hun straf een nieuw bestaan kunnen opbouwen.

Cliënten:

• Verschillende leeftijden en achtergronden, met variërende zwaarte van delict en straf.
• Aanpak hangt af van leeftijd, zwaarte van het delict, psychische problemen en medewerking van de cliënt.

Asielzoekerscentrum (AZC)

Wat het is:

• Opvangcentrum voor asielzoekers die tijdelijk in Nederland verblijven.
• Verantwoordelijkheid van het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA).

• Doelstelling:
• Asielzoekers opvangen en begeleiden naar een toekomst in Nederland of terug naar het land van herkomst.

Cliënten:

• Mensen die wachten op een beslissing over hun verblijfsvergunning.
• Vaak gevlucht vanwege oorlog, vervolging of discriminatie in hun land van herkomst.

Opdracht 2– Reflectie op de rol van de begeleider in de maatschappelijke opvang

Instructies:

Lees de theorie over maatschappelijke opvang en de rol van de begeleider op ITS.

Schrijf een reflectieverslag van ongeveer een halve A4 waarin je ingaat op:

• Wat de begeleider doet om cliënten te ondersteunen.
• Waarom deze ondersteuning belangrijk is voor het herstel van cliënten.
• Welke vaardigheden een begeleider nodig heeft om effectief te zijn.

Persoonlijke toepassing:

• Beschrijf hoe jij als toekomstige begeleider zou handelen in een situatie waarin een cliënt meerdere problemen heeft (bijvoorbeeld werkloosheid en verslaving).
• Benoem minimaal één manier waarop jij cliënten zou helpen zelfstandig stappen te zetten.

Nabespreken opdracht

Bespreek de antwoorden met de persoon naast je.

Benoem hoeveel antwoorden jullie beide goed hadden en hoeveel fout.

1. Vergrijzing

Betekenis: Er komen steeds meer oudere mensen in Nederland, omdat mensen langer leven en er minder kinderen geboren worden.

Gevolg: Er is meer zorg nodig voor ouderen, zoals in de ouderenzorg en thuiszorg.

2. Mantelzorg

Betekenis: Zorg die gegeven wordt door iemand uit de familie, vrienden of buren – dus niet door een professional.

Voorbeeld: Een dochter die boodschappen doet voor haar zieke moeder.

Belangrijk: Mantelzorgers hebben vaak steun nodig van professionals omdat de zorg zwaar kan zijn.

3. Eenzaamheid

Betekenis: Het gevoel dat iemand te weinig contact heeft met anderen of zich niet verbonden voelt.

Vooral ouderen ervaren dit, bijvoorbeeld na het overlijden van hun partner of als ze minder mobiel zijn.

Rol zorgprofessional: Signaleren, luisteren, activiteiten stimuleren die sociaal contact mogelijk maken.

Lesdoelen checken (5 min)

Je legt uit wat maatschappelijke opvang is.

Je kan het verschil uitleggen tussen opvang en behandeling