AFP DA1.3. Week 11 les 1

AFP 
Les 7
Leerjaar 1

1 / 36
volgende
Slide 1: Tekstslide
Anatomie Fysiologie PathologieMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

AFP 
Les 7
Leerjaar 1

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesinhoud
Welkom + Osiris
Nakijken opdrachten bloed groepen en bloedziekten
Theorie bloedziekten 
Theorie Sepsis en vragen (medische kennis 2.4.3)
Afsluiting en huiswerk

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen
Aan het eind van de les kan je:
  • Verschillende bloedziekten toelichten + de bijbehorende medicijnen. 
  • Uitleggen wat een sepsis en en welk risico hier bij komt kijken 



Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vorige les
Uit welke onderdelen bestaat het bloed?
Welke bloedgroep is de universele donor/ontvanger?
Zijn de meesten van ons rhesus positief of rhesus negatief?
Wat is het verschil tussen antigenen en antilichamen?
Is anemie een symptoom of ziekte? waarom?
Welke vormen van anemie ken je (al)?

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bloedziekten 
Anemie: Bloedarmoede
  • Symptoom, geen ziekte! (heeft een andere oorzaak)
  • Tekort aan hemoglobine in de erytrocyten

Bijvoorbeeld door chronisch of acuut bloedverlies:
  • Een mens kan maximaal 1/3 van het bloed missen

Slide 5 - Tekstslide

Een tekort aan erytrocyten leidt automatisch tot een tekort aan hemoglobine

Meestal zijn er geen klachten. Bij ernstiger vormen van anemie zijn de klachten ontstaan door tekort aan zuurstof: moeheid, duizeligheid, hartkloppingen, bleekheid, hoofdpijn, kortademigheid en angina pectoris-achtige klachten.
Soorten anemie
Anemie als gevolg van bloedverlies
  • Chronisch bloedverlies: 
    -Als het door menstruatie komt: geen verder onderzoek noodzakelijk
    -Bij oudere vrouwen en mannen: onderzoek naar bloedverlies door afwijking in maag- en darmkanaal.

Berucht is bloedverlies door gebruik van NSAID's 

Slide 6 - Tekstslide

Voorbeelden afwijking maagdarmkanaal: maagweer, ontstekingsziekte, poliep of kanker.

NSAID's -ontstekingsremmende pijnstiller
beschadigen de maagwand maar verminderen ook de bloedstolling zodat bloedverlies minder snel stopt.

Vaak gaat het om kleine hoeveelheden onzichtbaar (occult) bloed. In de loop van de tijd verliest het lichaam zoveel bloed dat de aanmaak van hemoglobine niet meer goed mogelijk is. 
Soorten anemie (2)
Andere oorzaak anemie: Verstoorde aanmaak
  • Tekort aan ijzerIJzer is heel belangrijk om hemoglobine te kunnen maken. Als er te weinig ijzer in het lichaam is, kan er niet genoeg hemoglobine gemaakt worden. Door onvoldoende opname uit voedsel, bloedverlies, versnelde afbraak van erythrocyten, verminderde aanmaak van erytrocyten of door toegenomen behoefte aan ijzer (zwangerschap)

  • Toedienen van ijzer (tablet, suspensie of drank): Ferrofumaraat
Bijwerkingen: misselijkheid, maagpijn, diarree of obstipatie en donkere/zwarte ontlasting (bijwerking Ferrofumaraat) 

Slide 7 - Tekstslide

Voor de aanmaak van hemoglobine is onder andere ijzer en vitamine b12 nodig.

Het ijzer wordt normaal gesproken hergebruikt in het lichaam. Soms is het verlies door bovenstaande factoren groter dan er gerecycled kan worden, waardoor langzaam anemie ontstaat. 
(zit in rood vlees, rode wijn en groene groenten)

IJzergebreksanemie wordt behandeld met het toedienen van extra ijzer. IJzertherapie moet voldoende lang worden ingezet om de geslonken ijzervoorraden in het lichaam aan te vullen. (min. 3 maanden)
Bijwerking: verstopping en zwartverkleuring van de ontlasting.
Advies; inname op lege maag. IJzer wordt dan het beste opgenomen. Nadeel is dat veel mensen daar maagklachten van krijgen. Dan is het advies na de maaltijd.

Soorten anemie (3)
Andere oorzaak anemie: Verstoorde aanmaak
  • Tekort aan vitamine B12: door onvoldoende opname uit voedsel (veganisten), of maagaandoening ( tekort aan intrinsic factor), of bij de ziekte van Crohn (B12 wordt niet goed door darmslijmvlies opgenomen) 
  • Wanneer de oorzaak een tekort aan intrinsic factor spreken we van: pernicieuze anemie
  • Toedienen van vitamine B12-tabletten  cyanocobalamine of injectie hydroxocobalamine

Nadeel: vaak moeten de injecties elke maand of elke twee maanden herhaald worden

Slide 8 - Tekstslide

Een tekort aan intrinsic factor die door de maag wordt geproduceerd en wat nodig is om vitamine B12 uit de voeding op te nemen. Bijvoorbeeld een maagziekte of maagoperatie, maar ook bij veganisten die te weinig vitamine B12 uit dierlijke voeding opnemen.
Soorten anemie (4)
Andere oorzaak anemie: Verstoorde aanmaak
  • Tekort aan vitamine B11 (foliumzuur): Als de voeding onvolwaardig is. (Vooral bij oudere mensen en alcoholisten) 
  • Extra foliumzuur is nodig voor vrouwen die zwanger willen worden en voor in het eerste deel van de zwangerschap. 

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Soort anemie (5)
Andere oorzaak anemie: Verhoogde afbraak
Erfelijke oorzaak: Sikkelcelanemie
  • Abnormale aanmaak van hemoglobine
  • Rode bloedcellen worden een sikkel (C-vorm)
  • Sikkelcellen worden sneller afgebroken
  • Minder flexibele cellen -> klontering!

Behandeling: Antibiotica, transfusie, beenmergtransplantatie

Slide 10 - Tekstslide

Bij sikkelcelziekte verdwijnen de sikkelcellen meestal al na ongeveer 10 tot 20 dagen. Het beenmerg kan niet snel genoeg voldoende nieuwe rode bloedcellen produceren om de afgebroken cellen te vervangen en er ontstaat bloedarmoede.

De sikkelcellen bewegen zich minder makkelijk door de bloedvaten. Hierdoor hebben zij de neiging om te klonteren, waardoor pijn, infecties en orgaanschade kan ontstaan. 

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Link

Je zal het maar hebben. Sikkelcelziekte

Soort anemie (5)
Erfelijke oorzaak: Thalassemie
  • Vooral Middellandse Zeegebied
  • Geen/minder aanmaak van hemoglobine
  • Rode bloedcellen worden sneller afgebroken 

Behandeling: Chronische bloedtransfusies 

Slide 13 - Tekstslide

Bij sikkelcelziekte verdwijnen de sikkelcellen meestal al na ongeveer 10 tot 20 dagen. Het beenmerg kan niet snel genoeg voldoende nieuwe rode bloedcellen produceren om de afgebroken cellen te vervangen en er ontstaat bloedarmoede.

De sikkelcellen bewegen zich minder makkelijk door de bloedvaten. Hierdoor hebben zij de neiging om te klonteren, waardoor pijn, infecties en orgaanschade kan ontstaan. 
Stollingsstoornissen
1. Trombocytopenie: een tekort aan bloedplaatjes
2. Trombocytopathie: aantal trombocyten normaal, maar deze werken niet goed. 
Kan een bijwerking zijn van g.m. bijv. acetylsalicylzuur, NSAID's, antidepressiva en zware antistollingsmiddelen bij overdosering. 
3. Ziekte van Von Willebrand: meest voorkomende erfelijke afwijking van de bloedstolling. Hierdoor duren evt. bloedingen langer dan normaal. 
(Vooral bij gebruik acetylsalicylzuur) 
4. Hemofilie: Erfelijk tekort aan stollingsfactor. 
Vooral bij mannen omdat de afwijking ligt op het X chromosoom. 

Slide 14 - Tekstslide

Filmpjes bij Hemofilie en Von Willebrand

Antistolling (1)
Indirect werkende antistolling
Vitamine K antagonist (coumarinen): 
'bloedverdunner' bij trombose 
-Remmen de aanmaak van protrombine
-Maakt het bloed niet dunner, maar het stolt minder snel. 
-Voorbeelden:
fenprocoumon (werkt meerdere dagen) en acenocoumarol (ong. 48 uur werkzaam)

Slide 15 - Tekstslide

Onder begeleiding trombosedienst
profylactisch gebruik
Antistolling (2)
Indirect werkende antistolling
Trombocytenaggregatieremmers ('Plaatjesremmers'): 
-Beinvloeden vooral de hechting v.d. bloedplaatjes aan de
vaatwand waardoor je minder kans hebt op bloedstolsel.
-Profylactisch na: hartinfarct, beroerte
-Voorbeelden:
acetylsalicylzuur, carbasalaatcalcium, dipyridamol en clopidogrel

Slide 16 - Tekstslide

Onder begeleiding trombosedienst
profylactisch gebruik
Antistolling (3)
Direct werkende antistolling
Stoffen die een van de stollingsfactoren remmen: 
-In tabletvorm maar ook parenteraal na grote operatie (tromboseprofylaxe) 
Patiënt leert zelf om injectie te geven. 
-Voorbeelden:
rivaroxaban , nadroparine, dabigatran, edoxaban, apixaban

Slide 17 - Tekstslide

Vooral bij knie en heup operatie
Werken aan mindmap of andere opdracht (als je klaar bent)
timer
20:00

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

SEPSIS

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Sepsis?

Slide 20 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Wat is sepsis?
Sepsis is een bacteriële ontstekingsreactie van het bloed op een infectie die zo ernstig verloopt dat weefsels beschadigd kunnen raken en orgaanfuncties uit kunnen vallen.

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

https://youtu.be/ZKX3HqE3eFg

Uitleg sepsis

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn mogelijke symptomen van een sepsis?

Slide 23 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Symptomen sepsis?
- Koorts en koude rillingen
- Snelle hartslag
- Snelle, moeizame ademhaling
- Grieperig gevoel
- Sufheid, slaperigheid en verwardheid (delier)
- Niet of weinig plassen
- Klachten van de infectie zelf, bijvoorbeeld pijn bij het plassen bij een urosepsis, benauwdheid bij een pneumosepsis of hoofdpijn bij een hersenvliesontsteking.

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bij welke infecties komt sepsis het vaakst voor?
A
Longen, hersenen, buik
B
Hersenen, urinewegen, longen
C
Buik, hersenen, longen
D
Longen, urinewegen, buik

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de nummer 1 veroorzaker van sepsis?
A
Bacteriën
B
Parasieten
C
Schimmels
D
Virussen

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke orgaanfunctie valt over het algemeen als eerste uit bij sepsis?
A
Ademhaling
B
Pompfunctie hart
C
Nierfunctie
D
Hersenfunctie

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel mensen in Nederland krijgen er per jaar ongeveer een sepsis?

Slide 28 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe vaak?
13000  per jaar
Waarvan er jaarlijks 3500 komen te overlijden

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Noem factoren die de kans op een sepsis kunnen vergroten

Slide 30 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Uitlokkende factoren sepsis:
- Een ontsteking door een bacterie
- Een ontsteking in de longen, urinewegen of buik
- Het gebruik van ontstekingsremmers
- Langere tijd een infuus of een urinekatheter hebben
- Een afweersysteem dat minder goed werkt (Bijv. door chemo, het gebruik van afweer onderdrukkende medicatie of omdat iemand geen milt heeft​)

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat verstaan we onder een septische shock?

Slide 32 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Septische shock?
Bij sommige patiënten met een sepsis wordt de bloeddruk (te) laag en ontstaat een beeld waarbij de bloedcirculatie onvoldoende is om de organen van voldoende zuurstof te voorzien. Dit noemen wij een septische shock.

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Sepsis SIX

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vragen?

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk
  1. Afmaken van opdrachten en doornemen van leerstof wat je nog niet hebt gedaan
  2. Volgende les boek geneesmiddelen kennis mee
  3. Starten met opdracht bloedstolling (zie week 11 op CL)

Zorg dat je alle MBO leren af hebt voor de toets! 
Zie de deadline in de studentenplanning

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies