Grammatica zinsdelen hst.4 - les 1

Welkom!

1. Je legt je boek en je schrift alvast klaar op je tafel.



Wat heb je nodig?

- Lesboek & oefenboek;

- Schrift;

- Leesboek;

- Etui.

1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 10 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Welkom!

1. Je legt je boek en je schrift alvast klaar op je tafel.



Wat heb je nodig?

- Lesboek & oefenboek;

- Schrift;

- Leesboek;

- Etui.

Slide 1 - Tekstslide

Wat heb je nodig om de les Nederlands te volgen.
  • je lesboek;
  • je oefenboek;
  • een schrift voor het vak Nederlands;
  • een leesboek;
  • een agenda;
  • een etui met pen/potlood. 

Slide 2 - Tekstslide

Wat gaan we doen?

-Welkom!

- Spullen controleren

- Voorlezen

- Start hst.4 paragraaf grammatica zinsdelen;

* opdracht 1 en 2 maken

- Terugblik.



Slide 3 - Tekstslide

Lesdoel

Aan het eind van deze paragraaf kan/weet je:

  • het gezegde in een zin vinden, ook als het een splitsbaar werkwoord is. 

Slide 4 - Tekstslide

Doen...
* Maak opdracht 1 op blz. 139. Dit doe je zonder te overleggen. 
* Als je klaar bent, lees je alvast de theorie door onder de opdracht. 
timer
10:00

Rood: je mag alleen en stil werken

Oranje: je mag samen zachtjes fluisteren

Groen: je mag praten en samenwerken.

Slide 5 - Tekstslide

Het gezegde
Zinnen bestaan uit zinsdelen (Welke zinsdelen ken je al?).
Een ander zinsdeel is het gezegde (gez.), dat bestaat uit alle werkwoorden in de zin. Het gezegde zegt wat er in de zin 'gebeurt'. 

Slide 6 - Tekstslide

Die nieuwe auto rijdt heel erg snel.

Slide 7 - Open vraag

Volgende week vrijdag wil ik met jullie gaan bowlen.

Slide 8 - Open vraag

Doen...
  • Zoek op bladzijde 139.
  • Bekijk de theorie nog eens goed op blz. 134
  • Maak opdracht 2 in je lesboek. De antwoorden schrijf je op in je schrift. 
  • Uitdaging: maak opdr 3 en 4 op blz. 140. (Je mag ook in je leesboek lezen!)
timer
5:00

Rood: je mag alleen en stil werken

Oranje: je mag samen zachtjes fluisteren

Groen: je mag praten en samenwerken.

Slide 9 - Tekstslide

Bedenk zelf een zin waarbij het gezegde uit minimaal twee werkwoorden bestaat!

Slide 10 - Open vraag