(t)vwo 2 - Spelling: homofone werkwoorden

(t)vwo 2 - Spelling: homofone werkwoordsvormen
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 10 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

(t)vwo 2 - Spelling: homofone werkwoordsvormen

Slide 1 - Tekstslide

Homofone werkwoordsvormen
homo = zelfde
foon = klank
Homofone werkwoordsvormen zijn dus werkwoordsvormen die hetzelfde klinken.
Maar niet hetzelfde zijn!

Slide 2 - Tekstslide

Vergelijk de volgende zinnen...

1. De leerlingen beantwoorden de vragen.
2. De leerlingen beantwoordden de vragen.

Slide 3 - Tekstslide

Wat is het verschil tussen zin 1 en zin 2?

Slide 4 - Open vraag

Opdracht
Vul steeds de juiste werkwoordsvorm in.
Let daarbij op de tijd en het aantal van de zin!

Slide 5 - Tekstslide

Het tegenkomen van je idool (gebeuren) niet elke dag!

Slide 6 - Open vraag

Sanne heeft haar beste vriendin (verraden).

Slide 7 - Open vraag

Eva (vinden) haar opleiding heel interessant.

Slide 8 - Open vraag

(houden) je broer je hand vast als je in de achtbaan gaat?

Slide 9 - Open vraag

Dat is mij nog nooit (gebeuren)!

Slide 10 - Open vraag