Hoogfrequente woorden dag 3+4+5

Hoogfrequente woorden 

Dag 3+4+5.

Toets: maandag 15 juli 

Deze man is ...

1. duidelijk
2. prettig
3. tevreden

Je moet even wachten.

1. Een ogenblik, alsjeblieft.
2. Een opnieuw, alsjeblieft.
3. Een pardon, alsjeblieft.

Wat betekent hetzelfde als tegenwoordig?

1. nu
2. later
3. Een ogenblik

Wat is een ander woord voor alles.

1. opnieuw
2. volledig
3. plotseling

Ik houd van veel soorten eten, ___ aardappels, wortels en broccoli.

1. zoals
2. zodat
3. meteen

Het kind wil extra geld, dus hij gaat ___ bij zijn ouders.

1. aanvaarden
2. herinneren
3. bedelen

Huh, heb ik dat gezegd? Ik kan het mij niet meer ____.

1. aanvaarden
2. herinneren
3. bedelen

Wow, dat is ___ grote auto.

1. zoveel
2. zo'n
3. opnieuw

Ik zal zijn sorry ___.

1. aanvaarden
2. herinneren
3. bedelen

Welke zin is goed?

1. Ik eet eerst ontbijt, voordat ik naar school ga.
2. Ik ga eerst douchen, voordat ik ga sporten.

(herinneren)
Hij ____ zich zijn jeugd niet goed.

(beloven)
Ik ___ dat ik elke dag naar school kom.

(bedelen)
De man ____ op straat.

(beloven)
Onze docent ___ dat wij morgen spellen gaan spelen.

(herinneren)
Dat is lang geleden. Dat __ ik mij niet.

het-woorden

de-woorden

werkwoorden

gebied

hoop

ogenblik

bedelen

aanvaarden

herinneren

Wat betekent het woord?

Leg het uit.

't

inderdaad

(zich) verontschuldigen

pardon