Verkiezingen

1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Verkiezingscampagne
De periode voor de verkiezingen waarin politieke partijen hun plannen uitleggen.

Slide 2 - Tekstslide

Verkiezingen
  • Europese verkiezingen
  • Landelijke verkiezingen
  • Provinciaalse verkiezingen
  • Gemeente verkiezingen

Elke 4 jaar
De gelegenheid waarbij je op iemand stemt om namens jou beslissingen te nemen in de politiek.

Slide 3 - Tekstslide

3 x stemmen

Slide 4 - Tekstslide

Politiek is interessant
Ja
Nee

Slide 5 - Poll

Slide 6 - Tekstslide

150 stoelen (zetels)

Elke zetel telt voor 1 stem

Hoe meer zetels hoe meer macht
Tweede Kamer

Slide 7 - Tekstslide

De Tweede Kamer heeft 150 zetels, hoeveel heb je minimaal nodig voor een meerderheid?
A
15
B
75
C
76
D
150

Slide 8 - Quizvraag

Wat weet je van de Tweede Kamer?

Slide 9 - Woordweb

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Europese verkiezingen
Landelijke verkiezingen
Provinciaalse verkiezingen
Gemeente verkiezingen

Elke 4 jaar
De gelegenheid waarbij je op iemand stemt om namens jou beslissingen te nemen in de politiek.

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Welke politieke partijen ken je?

Slide 14 - Woordweb

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Waar kiezen we voor in maart 202?
A
Minister-president
B
Leden Tweede Kamer
C
Leden Eerste Kamer
D
Koning

Slide 18 - Quizvraag

Waar stem je precies op?
A
Een persoon
B
Een partij
C
Een wet

Slide 19 - Quizvraag

Wat is een lijsttrekker?
A
De baas van een politieke partij
B
Iemand die lijsten van de muur trekt
C
De kandidaat van een partij om minister president te worden
D
Het belangrijkste gezicht van de partij

Slide 20 - Quizvraag

Stel jij mag ook een partij oprichten nu. Wat wordt je belangrijkste onderwerp?

Slide 21 - Open vraag

Wat is een politieke partij eigenlijk?
A
De regering
B
Een overheidsinstelling
C
Een vereniging
D
Een bedrijf

Slide 22 - Quizvraag

Dat was hem!

Slide 23 - Tekstslide