In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 120 min
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Paragraaf 1 Dierenwelzijn
Paragraaf 7.1 Soorten
Slide 2 - Tekstslide
Taxonome
Vroeger: hoogste groep = rijk
Tegenwoordig: hoogste groep zijn de domeinen:
archaea
bacteriën
eukaryoten
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
DNA
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Geef de juiste volgorde van het systeem van ordening, van klein naar groot.
Geslacht
Soort
Organisme
Orde
Familie
Slide 7 - Sleepvraag
Wat zijn indelingscriteria bij het ordenen?
A
Kenmerken waarop we letten bij het ordenen van organismen
B
Kenmerken om organische en anorganische stoffen in te delen
C
Eigenschappen die evolutie verklaren
D
Eisen waaraan een levend wezen moet voldoen
Slide 8 - Quizvraag
Welke rijken zijn er?
A
bacteriën, schimmels, mens, dier
B
mens, schimmels, planten, bacteriën
C
planten, bacteriën, schimmels, dier
D
planten, bacteriën, schimmels
Slide 9 - Quizvraag
Rijk: Bacteriën
Rijk: schimmels
Rijk: dieren
Rijk: planten
geen celwand
bladgroen korrels
geen celkern
wel celwand,
celkern, geen bladgroenkorrels
Slide 10 - Sleepvraag
Domein
Rijken
Bacteriën
Prokaryoot
Eukaryoten
Planten
Dieren
Schimmels
Slide 11 - Sleepvraag
Sleep alle rijken/domeinen naar het juiste vak
Autotroof
Heterotroof
Slide 12 - Sleepvraag
Zijn een poedel en een rottweiler van de zelfde soort? en van het zelfde ras?
A
ja-nee
B
nee-nee
C
ja-ja
D
nee-ja
Slide 13 - Quizvraag
Slide 14 - Tekstslide
Volgens de indeling van Linnaes is de slak Trivia monacha het meest verwant met....
A
Cleotrivia antillarum
B
Lymantria monacha
C
Monacha cantiana
D
Trivia arctiva
Slide 15 - Quizvraag
Slide 16 - Tekstslide
Slide 17 - Tekstslide
Wanneer is iets een soort?
je bent dezelfde soort als je met elkaar kan voortplanten en vruchtbare nakomelingen kunt krijgen.
filmpje secret world of sound afl 2 min 20 kikkers
Slide 18 - Tekstslide
Hybriden
Slide 19 - Tekstslide
Lijger = vrouwtjestijger x mannetjesleeuw
Teeuw = vrouwtjesleeuw x mannetjestijger
Slide 20 - Tekstslide
Dieren die er hetzelfde uitzien zijn niet altijd van dezelfde soort, waarom niet?
Slide 21 - Open vraag
Leg uit waarom de Bengaalse tijger en de Aziatische leeuw niet van dezelfde soort zijn volgens het soortsbegrip, ondanks dat zij zich wel kunnen voortplanten.
Slide 22 - Open vraag
Slide 23 - Tekstslide
Noem een biotische en abiotische factor in een vijver.
Slide 24 - Open vraag
Slide 25 - Tekstslide
Slide 26 - Tekstslide
Een soort heeft altijd een verspreidingsgebied (areaal) waarin het zich kan handhaven (leven en voortplanten), afhankelijk van de tolerantie tegen bepaalde abiotische factoren. Een marge van een abiotische factor waarin een soort zich nog kan handhaven (zoals tussen temp. van 5-15 graden) heet een..
A
Tolerantiegebied
B
Areaal
C
Tolerantiegrens
D
Optimum
Slide 27 - Quizvraag
Biotisch
Abiotisch
Wind
Lucht
Zuurstof
Water
Grond
Roofvijanden
Soort-
genoten
Plant
Bacterie
Voedsel
Slide 28 - Sleepvraag
Waarom is versnippering van natuurgebieden een probleem? (je kunt meerdere antwoorden aanklikken)
A
Zeldzame soorten hebben vaak kleine tolerantiegebieden
B
Kleinere natuurgebieden hebben meer last van de mens
C
Soorten kunnen zich minder ver verspreiden als gebieden niet verbonden zijn
D
Het leidt tot kleinere populaties, en die zijn kwetsbaarder
Slide 29 - Quizvraag
Er is een verband tussen de tolerantie en het areaal van een soort.
Bekijk de afbeelding. Welke soort heeft het grootste tolerantiegebied?
A
soort A
B
soort B
C
soort C
D
soort D
Slide 30 - Quizvraag
Op de X-as van deze grafiek wordt de vochtigheid van de grond weergeven. Op de Y-as zie je de overlevingskansen van de verschillende planten soorten a, b, c en d
Welke van de uitspraken is niet waar.
A
Binnen de tolerantie grenzen van c komen soort d en b ook voor.
B
Soort b heeft een grotere tolerantiegrens en is daarom beter bestand tegen schommelingen
C
Soort a en c komen niet naast elkaar voor in een gebied.
D
Bij de optimum waarde van a kunnen soorten b, c en d niet overleven.
Slide 31 - Quizvraag
Welke invloed heeft klimaatopwarming op het tolerantiegebied en het verspreidingsgebied van soorten?
A
tolerantiegebied en verspreidingsgebied verschuiven beide