compositie (en beschrijf voor een blinde)

COMPOSITIE
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
Beeldende vormingMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

COMPOSITIE

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Check check ;-)
Wat bedoelen we met compositie...?

Slide 3 - Open vraag

dynamiek

Slide 4 - Tekstslide

statisch
dynamisch

Slide 5 - Tekstslide

 Een statische compositie is een compositie die vast staat en onbeweeglijk is. Dat gebeurt: 
  • Als een ordening symmetrisch is 
  • Als een ordening centraal is 
  • Als de ordeningslijnen evenwijdig lopen aan het kader (de vier zijden van een tekening) 
  • Als vormen gelijkmatig verdeeld zijn over het vlak 
  • Gelijkmatig gebruik van horizontale/verticale lijnen 
  • Gelijkmatig verdelen van vormen over vlak 
  • Kleine kleurcontrasten 
  • Ontbreken van natuurlijke contrasten (licht/donker contrast)

Slide 6 - Tekstslide

Statisch, want de ordening van lijnen en vlakken staan in dezelfde
  richting + weinig contrast + vormen en lijnen zijn gelijkmatig verdeeld

Slide 7 - Tekstslide

wat is het effect van de statische compositie ?

Slide 8 - Open vraag

Een dynamische compositie is een compositie die beweeglijk is. Dat gebeurt:
  • Als de ordeningslijnen golven, schuin of diagonaal lopen 
  • Als er ritme of herhaling in zit 
  • Als vormen ongelijk verdeeld zijn over het vlak  
  • Als er diagonalen/schuine of gebogen richtingen in zitten 
  • Kleurcontrasten 

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Waarom is er hier sprake van een dynamische compositie?
A
Het is 3d
B
De ordeningslijnen lopen schuin
C
Er is sprake van ritme
D
Er zijn kleurcontrasten

Slide 11 - Quizvraag

Waaraan kun je zien dat dit een statische compositie is?
A
Er zijn geen golven zichtbaar
B
Het licht is rustig
C
De compositie is symmetrisch
D
Een brug kan niet bewegen

Slide 12 - Quizvraag

aandachtspunt

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

grondvormen

Slide 18 - Tekstslide

Centraal compositie 
Filmstill uit ‘Moulin Rouge’ 

Over-all compositie 
‘De Hobbit’ 

Slide 19 - Tekstslide

Symmetrische compositie 
Filmstill ‘Budapest Hotel’

Slide 20 - Tekstslide

Driehoekscompositie 
Filmstill uit ‘Moonrise kingdom’ 

Diagonale compositie
Spiderman 

Slide 21 - Tekstslide

opdracht:
  • maak een driehoeks compositie!
  • gebruik hiervoor de drop.
  • let op:  grondvorm driehoek

Slide 22 - Tekstslide

driehoekscompositie

Slide 23 - Open vraag

opdracht:
  • maak een zo spannend mogelijke compositie!
  • gebruik hiervoor de drop.
  • let op: dynamiek, aandachtspunt, grondvorm, kleurgebruik.

Slide 24 - Tekstslide

spannende foto

Slide 25 - Open vraag

opdracht:
  • maak een zo statisch mogelijke compositie!
  • gebruik hiervoor de drop.
  • let op: ordeningslijnen, aandachtspunt, grondvorm, kleurgebruik, 

Slide 26 - Tekstslide

statische foto

Slide 27 - Open vraag

Omschrijf voor een blinde 
Doelstellingen: 
- Leerlingen kunnen minimaal 4 verschillende aspecten van beeldanalyse noemen.
 - Leerlingen hebben inzicht in hoe belangrijk het voor de kunstvakken is om goed te kunnen omschrijven wat je ziet en dat je hier het beste een vaste methode voor kunst hebben.

Slide 28 - Tekstslide

Instructies:
Wat: Probeer een zo exact mogelijk kopie te maken van de afbeelding die één (of daarna nog andere) leerling(en) te zien krijgt.

Hoe: Op basis van zijn/haar omschrijving ga je tekenen. Het hoeft niet mooi te zijn, maar wel gelijkend en kloppend met de omschrijving. 

Waarom: Het goed kunnen kijken naar kunst is heel belangrijk. Deze activiteit is om je hier bewust van te maken.

Slide 29 - Tekstslide

- iedereen genoeg teken materiaal? 
- 3 vertellers aanwijzen.
( deze mogen eerst meetekenen tot ze aan de beurt zijn ) 
- de rest tekent 


Ronde 1: leerlingen mogen geen vragen stellen.
Ronde 2: leerlingen mogen vragen stellen en omschrijver mag verder uitleggen.
Ronde 3: alleen de leerlingen mogen nog vragen stellen; de omschrijver mag alleen daar antwoord op geven.

timer
5:00

Slide 30 - Tekstslide

Nabespreken
Resultaat: Lijkt de tekening van jou (en die van de anderen) op het origineel?

Opdracht: Wanneer kreeg je bruikbare informatie? Wat miste je telkens nog? Waarom hebben we dit gaan? Wat heb je geleerd over het omschrijven van kunstwerken? Welke conclusies trek je hieruit?

Slide 31 - Tekstslide

Van welk beeldaspect zou jij meer willen weten? / Welk beeldaspect weet je niet veel van? / is onduidelijk?
A
kleur
B
ruimte
C
vorm
D
licht

Slide 32 - Quizvraag