uitleg wisselvoorzetsels

Voorzetsels
1 / 36
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3,4

In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Voorzetsels

Slide 1 - Tekstslide

Keuzevoorzetsels


Jullie weten dat er voorzetsels zijn die een derde naamval krijgen en voorzetsel met een vierde naamval. We gaan hier nog een groep aan toevoegen.
 
Kijk eerst het instructiefilmpje op de volgende slide

Slide 2 - Tekstslide

0

Slide 3 - Video


Slide 4 - Tekstslide

DATIV (3e naamval)

je krijgt een antwoord op de vraag : wo? (=waar)

                                                   wann?(=wanneer)


ERGENS ZIJN

Slide 5 - Tekstslide

voorbeeld

Er steht vor d... Tür(v).

waar staat hij? "voor de deur" dus DATIV

Er steht vor der Tür.

Slide 6 - Tekstslide

Akkusativ (4e naamval)

je krijgt een antwoord op de vraag: wohin?(=waarheen)


ERGENS KOMEN

Slide 7 - Tekstslide

voorbeeld

Er springt in d... Wasser(o).

waarheen? springt hij "in het water" dus Akkusativ

Er springt in das Wasser.

Slide 8 - Tekstslide

7/2 regel
Wo? Wann? Wohin?=geen antwoord?
7=an, hinter, neben , vor, unter, zwischen, in --> 3e naamval
2= auf, über--> 4e naamval

Ich warte auf meine Mutter.
Der Vater ist stolz auf seinen Sohn.
Er weiß sehr viel über mich. 
 

Slide 9 - Tekstslide

Hoeveel Wechselpräpositionen kent het Duits?
A
7
B
8
C
9
D
10

Slide 10 - Quizvraag

Welke zin is fout?
A
Ich setze mich neben die Frauen.
B
Ich sitze neben den Frauen
C
Ich gehe in das Schwimmbad
D
Ich schwimme in das Schwimmbad

Slide 11 - Quizvraag

Welke vraag stel je om een vierde naamval te bepalen bij de keuzevoorzetsels?
A
Wohin?
B
Wo?
C
Wodurch?
D
Wovon?

Slide 12 - Quizvraag

Dieser Satz ist richtig!!!
Dieser Satz ist leider falsch
Für die Reise müssen wir tanken
Der Ball rollt unter das Auto
Die Kreditkarte liegt im Hotelzimmer
Ich wohne über dem Geschäft 
Ich lege die Zeitung auf dem Tisch 
Die Zeitung liegt noch auf dem Tisch

Slide 13 - Sleepvraag

Vul in.

Das Auto steht vor d...….Garage (v)

Slide 14 - Open vraag

Vul in.

Das Heft fällt auf d...…...Boden (m).

Slide 15 - Open vraag

Das Buch liegt auf d... Tisch(m).
A
dem
B
den

Slide 16 - Quizvraag

Das Bild hängt an d... Wand(v).
A
die
B
der

Slide 17 - Quizvraag

Er geht in d... Disko(v).
A
die
B
der

Slide 18 - Quizvraag

Es fällt hinter dein... Stuhl(m).
A
deinem
B
deinen

Slide 19 - Quizvraag

Er spricht nicht über sein... Schüler(mv).
A
seine
B
seinen

Slide 20 - Quizvraag

Lastig?
Als je verder wilt oefenen: op de volgende slide staat een uitlegvideo en daarna is er nog een extra opgave. 
Goed lezen!

Slide 21 - Tekstslide

0

Slide 22 - Video

Slide 23 - Link

Slide 24 - Link

Unter kein.. Bedingung (v) fahre ich mit dem Auto.

Slide 25 - Open vraag

Das Buch ist hinter d.. Schrank (m) gefallen.

Slide 26 - Open vraag

Der Hund legte sich unter d.. Stuhl (m).

Slide 27 - Open vraag

Der Torwart stand zu weit vor sein.. Tor (o).

Slide 28 - Open vraag

Der Vater wartet auf d.. Ankunft (v) des Zuges.

Slide 29 - Open vraag

Die Schüler sprechen über d.. neue Deutschlehrerin (v).

Slide 30 - Open vraag

Ich fürchte mich vor eur.. Hund (m).

Slide 31 - Open vraag

Viele Sportler beteiligen sich an d.. Olympischen Spielen (mv.).


Slide 32 - Open vraag

Wir freuen uns auf Ihr.. Besuch (m).

Slide 33 - Open vraag

An welch.. Tag kommt ihr denn an?

Slide 34 - Open vraag

Sie kann nicht auf dein.. Vorschlag (m) eingehen.

Slide 35 - Open vraag

Slide 36 - Link