4.4 Bouwstenen+ 4.5 Formeel en informeel

CURSUS 4: Taal   
paragraaf 4:Bouwstenen
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

CURSUS 4: Taal   
paragraaf 4:Bouwstenen

Slide 1 - Tekstslide

Welkom!
1 Telefoon UIT en in de telefoontas
2 Ga zitten volgens plattegrond
3 Neem je spullen voor je (boek+schrift+pen)

Slide 2 - Tekstslide

Les 1 Go1e+Go1d
1 Controle spullen + afwezigen
2 Nakijken opdr 1 blz 88 + opdr 2+3 blz 91
3 Tekst lezen blz 92
4 Theorie uitleg+ aantekening
5 Begrippenlijst aanvullen. t/m 4.5 
6 Maakwerk


Slide 3 - Tekstslide

Tekst lezen blz 92
Wie wil er lezen?

Slide 4 - Tekstslide

  • Je hebt de belangrijkste begrippen van de cursus Taal tot nu toe herhaald.
  • Je weet wat de bouwstenen van de Nederlandse taal zijn.
Lesdoelen

Slide 5 - Tekstslide

  • Moedertaal, tweede taal, vreemde taal.
  • Streektaal (dialect) en rijkstaal.
  • Taalverandering.
Terugblik
Vandaag
  • Beginnen aan paragraaf 4: Bouwstenen en fonetisch alfabet.

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

  • Onze taal bestaat uit bouwstenen.
  • Onze taal 'verengelst'
  • In het Nederlands gebruiken we een alfabet. De losse bouwsteentjes zijn dus onze
    26 letters. Van die bouwsteentjes kun je een bouwwerk (woord) maken
  • Niet elke taal gebruikt een alfabet, in sommige talen hebben ze namelijk geen letters, maar karakters.
Bouwstenen

Slide 8 - Tekstslide

Mercedes
De 'e' in Mercedes spreek je drie keer op een verschillende manier uit? Gek he?

Slide 9 - Tekstslide

Begrippenlijst
Vul je begrippenlijst aan
t/m 4.5

Slide 10 - Tekstslide

Maakwerk
Opdr 2+3 blz 92+93
Opdr 1 t/m 4 blz 94+95

Slide 11 - Tekstslide

Waar denk je aan bij een taalles
op de basisschool?

Slide 12 - Woordweb

  • Je hebt de belangrijkste begrippen van de cursus Taal tot nu toe herhaald.
  • Je weet wat de bouwstenen van de Nederlandse taal zijn.
Lesdoelen

Slide 13 - Tekstslide

  • Moedertaal, tweede taal, vreemde taal.
  • Streektaal (dialect) en rijkstaal.
  • Taalverandering.
  • Bouwstenen
Terugblik
Vandaag
  • Beginnen aan paragraaf 5: 
  • Rijm
  • Informele en formele taal
Wanneer gebruik je hoi? en wanneer geachte heer? mevrouw?

Slide 14 - Tekstslide

  • Je leert over formele en informele taal.
  • Je leert over rijm.
Lesdoelen $5

Slide 15 - Tekstslide

Theorie: TH

Slide 16 - Tekstslide

Tekst 1 .... Geachte of hoi?
Je kunt taal op verschillende manieren gebruiken. Netjes en wat losser. Welke taal gebruik je wanneer?

Slide 17 - Tekstslide

Zelfstandig werken

Je werkt in cursus 4 taal, digitaal of in je lesboek.

BK: $ 5 Formeel en informeel, opdracht 1 t/m 4 (blz. 94)
KGT:$ 5 Formeel en informeel, opdracht 1 t/m 4 (blz. 94)
TH: $ 5 Formeel en informeel, opdracht 1 t/m 4 (blz. 98)




                        



timer
25:00

Slide 18 - Tekstslide