LOB startles HAVO 3

 Jij de baas!                                                 



LOB Loopbaan oriëntatie begeleiding
H3A
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
MentorlesMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

 Jij de baas!                                                 



LOB Loopbaan oriëntatie begeleiding
H3A

Slide 1 - Tekstslide

Wat is LOB?
  • Bewustwording van eigen ontwikkeling
  • Zelf de regie nemen over eigen loopbaan
  • Loopbaanvragen staan centraal







Slide 2 - Tekstslide

0

Slide 3 - Video

LOB gaat dus om
'ervaringen'







Eigenlijk om reflecteren op een 
ervaring. Reflecteren = LOB




Slide 4 - Tekstslide

Reflecteren met de vragen (loopbaanvragen); 
Wie ben ik?
Wat kan ik?
Wat zijn mijn interesses?
Hoe kom ik waar ik wil komen?
Wat heb ik daarvoor nodig?


Door na te denken over deze vragen, 
leer je keuzes te maken die bij jou passen. 

Slide 5 - Tekstslide

Loopbaandossier
Het loopbaandossier is een verzamelplaats voor alle ervaringen die jij op doet. Het helpt jou bij jezelf onderzoeken en het maken van keuzes. 

Je gebruikt daarvoor Qompas.

Hierover krijgen jullie vanmiddag een workshop van mevrouw Zoetelief.




Slide 6 - Tekstslide

Welke uitspraak past bij jou?
A
Ik weet nog niet welk profiel ik ga kiezen.
B
Ik weet al welk profiel ik ga kiezen.
C
Ik twijfel nog tussen meerdere profielen.
D
Ik twijfel tussen twee profielen.

Slide 7 - Quizvraag

Loopbaanvragen...

Slide 8 - Tekstslide

1. Wie ben ik?
Werk je liever met je handen of met je hoofd? Geef je liever leiding of ben je meer volgend? Ben je een perfectionist of iemand van de grote lijnen? Introvert of extravert? Mensgericht of taakgericht?

Slide 9 - Tekstslide

Ik kan zeggen wie ik ben en wat mijn eigenschappen zijn:
A
Klopt helemaal voor mij
B
Klopt een beetje voor mij
C
Klopt niet voor mij
D
Kan ik helemaal niet

Slide 10 - Quizvraag

2. Wat kan ik?
Wat zijn je sterke en zwakke punten? Welke dingen deed je tot nu toe? Wat ging goed, wat ging minder? Welke dingen vond je leuk en wat deed je met tegenzin?

Slide 11 - Tekstslide

Ik kan zeggen waar ik goed in ben en waar ik niet goed in ben.
A
Klopt helemaal voor mij
B
Klopt een beetje voor mij
C
Klopt niet voor mij
D
Kan ik helemaal niet

Slide 12 - Quizvraag

3. Wat zijn mijn interesses?
Welk werk zou je graag gaan doen? Wat lijkt je leuk? Bij wat voor soort organisatie zou je willen werken? Waarom? Wat verwacht je daarvan? Wat wil je?

Slide 13 - Tekstslide

Ik kan zeggen wat ik leuk vind en wat ik niet leuk vind
A
Klopt helemaal voor mij
B
Klopt een beetje voor mij
C
Klopt niet voor mij
D
Kan ik helemaal niet

Slide 14 - Quizvraag

Ik kan zeggen wat ik belangrijk vind en wat ik niet belangrijk vind
A
Klopt helemaal voor mij
B
Klopt een beetje voor mij
C
Klopt niet voor mij
D
Kan ik helemaal niet

Slide 15 - Quizvraag

Ik heb een duidelijk beeld van welke baan goed past bij wat ik kan en wil.
A
Klopt helemaal voor mij
B
Klopt een beetje voor mij
C
Klopt niet voor mij
D
Kan ik helemaal niet

Slide 16 - Quizvraag

4. Hoe kom ik waar ik wil komen?
Je weet wat je doel is en weet welke stappen je kunt zetten om jouw doel te bereiken.

Slide 17 - Tekstslide

Ik heb een doel voor komend schooljaar op school.
A
Klopt helemaal voor mij
B
Klopt een beetje voor mij
C
Klopt niet voor mij
D
Kan ik helemaal niet

Slide 18 - Quizvraag

5. Wat heb ik daarvoor nodig?
Welke stappen kun je zetten om bij je doel te komen. Heb je daar iets of iemand voor nodig? Zijn er mensen in je omgeving die een interessant beroep hebben? Kun je misschien iemand om hulp vragen?

Slide 19 - Tekstslide

Ik weet welk beroep mensen in mijn omgeving hebben. (familie, vrienden, buren, kennissen)
A
Klopt helemaal voor mij
B
Klopt een beetje voor mij
C
Klopt niet voor mij
D
Kan ik helemaal niet

Slide 20 - Quizvraag

Ik weet welke mensen een beroep hebben dat ik interessant vind.
A
Klopt helemaal voor mij
B
Klopt een beetje voor mij
C
Klopt niet voor mij
D
Kan ik helemaal niet

Slide 21 - Quizvraag

Ik weet hoe ik deze mensen om hulp kan vragen.
A
Klopt helemaal voor mij
B
Klopt een beetje voor mij
C
Klopt niet voor mij
D
Kan ik helemaal niet

Slide 22 - Quizvraag

Veel plezier de komende dagen!

Slide 23 - Tekstslide