IPC AK

• Aardrijkskunde
• Basisschool
• Groep 6-8

Waar is deze foto gemaakt?

Wat zie je allemaal op de foto?

Waarom is dat water daar?

1. Omdat Rotterdam laag ligt
2. Omdat de dijken zijn doorgebroken
3. Omdat er een overstroming is geweest
4. Omdat de brandweer het druk had

wat neem jij mee?

Doelen van de les:

Ik kan aardrijkskundige termen gebruiken om een omgeving te beschrijven en te begrijpen. 

veen, terpen, dijken, duinen, polder, afsluitdijk, deltawerken, NAP 

De inrichting van Nederland

Nederland is gebouwd op een ondergrond van veen, klei en zand. Door de lage ligging aan zee en aan de monding van rivieren hebben Nederlanders altijd rekening moeten houden met de dreiging van water.

Terpen

Door mensen gemaakte heuvel, gemaakt om te schuilen in geval van overstromingen. 

Soms werd er een compleet dorp op gebouwd.

Terpen worden ook wierden, genoemd. 

Dijken

Op plekken waar geen duinen zijn zijn er dijken nodig om ons land te beschermen. Een duin ontstaat zoals we al vertelde door de wind die het zand op een hoop waaide. Een dijk wordt door mensen zelf gebouwd.  Een dijk houdt niet alleen water tegen het maakt ook de golven lager. 

Duinen

Een duin is een heuvel van fijn zand langs de kust en rivieren. Een duin ontstaat doordat zand wordt verplaatst door de wind en dit vormt een heuvel. Duinen aan de kust van een lager gelegen gebied dienen ook als bescherming tegen het water (waterkering)

Polders

Nederland heeft veel polders

Polder = Stuk land dat lager ligt dan de zee

We hebben het land nodig

Hoe maak je een polder?

1. Bouw een dijk

2. Bouw een gemaal, pomp het water weg

3. Graaf sloten die op elkaar aansluiten

4. Pomp met een gemaal het water

Waarom zijn er polders gemaakt?
Waarom hebben we het land nodig?

Deltawerken

Dammen, Oosterschelde kering

Om ons land te beschermen tegen het buitenwater wordt er veel gebouwd door de mensen. 

De deltawerken dienen als bescherming van vooral Zeeland, Zuid-Holland en Noord-Brabant. 

''Kennen jullie een deltawerk?'' 

Het deltaplan werd bedacht om de dijken te verhogen en dammen te bouwen na de Watersnoodramp in 1953. Een dam is een soort dijk waarmee we de uitgang van een rivier naar de zee mee kunnen afsluiten.

Alles wat er voor het deltaplan gebouwd is heten samen de Deltawerken de Deltawerken zijn in 1986 afgebouwd en worden nu goed onderhouden. 

De Oosterschelde kering hoort ook bij de deltawerken de kering is ook een soort dam die open kan. Als deze dam niet open zou kunnen zou de natuur in de zee erg veranderen het water zou in plaats van zout zoet worden en dan zouden er veel planten en vissen dood gaan.

deltawerken 

https://tijdlijn.schooltv.nl/vo/#de-inrichting-van-nederland/welvaart-en-milieudenken/de-oosterscheldekering

Wat wordt er met het Deltaplan uitgevoerd?

1. Het bouwen van dijken.
2. Het verhogen van duinen en het bouwen van dammen.
3. Het dieper maken van de rivieren.
4. Er is nog niks uitgevoerd. Dit moet nog gebeuren.

N.A.P.

• Staat voor 'Normaal Amsterdams Peil'
• 0 NAP is hoe hoog het zeewater zou komen als de dijken er niet zouden zijn. 
• - NAP betekent dat het land onder water zou lopen zonder dijken
• + NAP betekent dat het land hoger ligt dan de zee.

https:

https://schooltv.nl/video/edo-de-ergst-denkbare-overstroming-zijn-onze-dijken-bestand-tegen-hoogwater/

2030

https:

Verwerkingsactiviteit

De volgende opdrachten maak je op de blanco kaart van Nederland.

• Kleur het deel van Nederland dat onder nul NAP ligt.

• Kleur de duinen.

• Teken de Hondsbossche en Pettemer Zeewering.

• Kleur de Afsluitdijk.

• Welke plaats ligt het laagst in Nederland? Geef deze plaats aan op de kaart.

• Wat is het hoogste punt in Nederland? Geef aan waar dit ligt, hoe hoog het daar is en hoe het heet.

• Teken de volgende polders en schrijf de namen erbij: Zuidelijk Flevoland, Oostelijk Flevoland, Noordoostpolder, Haarlemmermeer, Wieringermeer, Schermer, Wormer, Purmer en Lauwerszeepolder. De polders moeten duidelijk omlijnd worden en verschillende kleuren krijgen.

Met welke kleuren en symbolen gaan jullie werken? Je moet ervoor zorgen dat de kaartopmaak goed verzorgd is. Een windroos, legenda en titel mogen natuurlijk niet ontbreken.

Verwerkingsactiviteit

De volgende opdrachten maak je op de blanco kaart van Nederland.

Kleur het deel van Nederland dat onder nul NAP ligt. 

• Kleur de duinen. 
  
• Teken de Hondsbossche en Pettemer Zeewering. 
  
• Kleur de Afsluitdijk. 
  
• Welke plaats ligt het laagst in Nederland? Geef deze plaats aan op de kaart. 
  
• Wat is het hoogste punt in Nederland? Geef aan waar dit ligt, hoe hoog het daar is en hoe het heet. 
  
• Teken de volgende polders en schrijf de namen erbij: Zuidelijk Flevoland, Oostelijk Flevoland, Noordoostpolder, Haarlemmermeer, Wieringermeer, Schermer, Wormer, Purmer en Lauwerszeepolder. De polders moeten duidelijk omlijnd worden en verschillende kleuren krijgen. 

Met welke kleuren en symbolen gaan jullie werken? Je moet ervoor zorgen dat de kaartopmaak goed verzorgd is. Een windroos, legenda en titel mogen natuurlijk niet ontbreken.

Quiz!

In drietallen, wisbordje, steeds 5 tellen de tijd om antwoord te geven.  

Wat zien we op deze kaart?

1. Hier is de brandweer weer heel druk geweest
2. Nederland zonder dijken
3. Nederland onder water
4. De verspreiding van Corona in Nederland

Duinen zijn ...

1. gemaakt door mensen
2. ontstaan door de invloed van zee, wind en begroeiing
3. ontstaan door invloed van de wind en de mens
4. ontstaan door invloed van de zee en de mens

Welke provincie heeft de meeste duinen?

1. Limburg
2. Overijssel
3. Noord-Holland
4. Gelderland

Wat heb je nodig om duinen te maken ?

1. alleen zand
2. zand, klei, water
3. Alleen water
4. wind, zand, water en planten

Wat betekent N.A.P?
Waarom heet het zo?
Wat heeft Amsterdam hier mee te maken?

Middelburg ligt boven NAP:

1. Ja
2. Nee
3. Voor een deel
4. Vroeger wel, maar nu niet meer

Utrecht ligt onder NAP:

1. Utrecht is toch een provincie?
2. Ja
3. Voor een deel
4. Nee

De Veluwe ligt boven NAP:

1. Ja
2. Nee
3. Een klein stukje
4. Ligt De Veluwe in Nederland dan?

Terschelling ligt boven NAP:

1. Alleen op het strand krijg je natte voeten
2. Ja
3. Nee
4. Op een waddeneiland heb je geen NAP

Maastricht ligt onder NAP:

1. Soms
2. Nee
3. Ja
4. Limburg is een ander land

Amsterdam ligt onder NAP:

1. Het grootste deel
2. Een klein stukje
3. Dat wisselt per dag
4. Ja

Hoe hoog komt het
water bij jou thuis?

Waarom wordt de dijk op deze plek doorgebroken?

1. Dat ziet er extra mooi uit
2. Hier wonen weinig mensen
3. Deze plek ligt ruim onder NAP
4. Hier is lekker veel natuur

Wat neem je dus mee als er een watersnoodramp komt?

Wat heb je allemaal geleerd deze les?