1/4 HOOFDSTUK 1 WAT JE MOET WETEN



Boekje 1 van 4
H1 Wat je moet weten

1 / 48
volgende
Slide 1: Tekstslide
RetailMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 48 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 180 min

Onderdelen in deze les



Boekje 1 van 4
H1 Wat je moet weten

Slide 1 - Tekstslide

1. GOEDEREN

Slide 2 - Tekstslide

1. Je bestelt als klant iets online. Maak in Word een verslag  / een strip of een fotoverhaal waarin je het volgende uitlegt:
  • Waar en wat je besteld hebt
  •  Hoe je besteld hebt
  • Hoe de winkel de bestelling verwerkt
  • Waar de medewerkers het pakje klaarmaken
  • Wie het pakje naar je huis brengt
  • Mail je verslag naar mbeverwijk@rockopnh.nl

Slide 3 - Tekstslide

2. MAGAZIJNEN

Slide 4 - Tekstslide

2. Wat is een open magazijn? Typ je antwoord of voeg een plaatje toe.

Slide 5 - Open vraag

3. Wat is een gesloten magazijn? Typ je antwoord of voeg een plaatje toe.

Slide 6 - Open vraag

4. Wat voor soort magazijn heeft een supermarkt?
A
Open magazijn
B
Gesloten magazijn

Slide 7 - Quizvraag

3. OPSLAGSYSTEMEN

Slide 8 - Tekstslide

5. Wat is een voordeel van het vaste locatiesysteem?

Slide 9 - Open vraag

6. Wat is een nadeel van het vaste locatiesysteem?

Slide 10 - Open vraag

7. Bij welk systeem gebruik je de vrije ruimte in het magazijn het best?

Slide 11 - Open vraag

4. 
MAGAZIJNSTELLINGEN

Slide 12 - Tekstslide

8. Wat voor soort stelling zie je hier?
A
Palletstelling
B
Inrijstelling
C
Doorrijstelling
D
Legbordstelling

Slide 13 - Quizvraag

8. Wat voor soort stelling zie je hier?
A
Palletstelling
B
Inrijstelling
C
Doorrijstelling
D
Legbordstelling

Slide 14 - Quizvraag

8. Wat voor soort stelling zie je hier?
A
Palletstelling
B
Doorrolstelling
C
Doorrijstelling
D
Legbordstelling

Slide 15 - Quizvraag

8. Wat voor soort stelling zie je hier?
A
Palletstelling
B
Inrijstelling
C
Doorrijstelling
D
Legbordstelling

Slide 16 - Quizvraag

5. 
VERPAKKINGEN

Slide 17 - Tekstslide

9. Wat is het verschil tussen een transportverpakking en een consumentenverpakking?

Slide 18 - Open vraag

10. Wat is het verschil tussen collo en colli?

Slide 19 - Open vraag

11. Geef twee voorbeelden van artikelen die in een blisterverpakking zitten.

Slide 20 - Open vraag

12. Maak een fotocollage van verschillende soorten verpakkingen

  • Je mag je collage maken in Word, Canva, Paint of op papier. Heb je een ander idee? Overleg het met je docent.
  • Zet bij elke verpakking de juiste benaming.
  • Klaar? Mail je fotocollage naar mbeverwijk@rockopnh.nl

Slide 21 - Tekstslide

6. SYMBOLEN OP OMVERPAKKINGEN

Slide 22 - Tekstslide

13. Wat betekent dit etiket?

Slide 23 - Open vraag

14. Wat betekent dit etiket?

Slide 24 - Open vraag

15. Wat betekent dit etiket?

Slide 25 - Open vraag

16. Wat betekent dit etiket?

Slide 26 - Open vraag

17. Wat betekent dit etiket?

Slide 27 - Open vraag

18. Wat betekent dit etiket?

Slide 28 - Open vraag

19. Wat betekent dit etiket?

Slide 29 - Open vraag

20. Wat betekent dit etiket?

Slide 30 - Open vraag

7. 
DE VOORRAAD

Slide 31 - Tekstslide

21. Waarom is het belangrijk dat elk artikel in het voorraadsysteem staat?

Slide 32 - Open vraag

22. Is het aantal stuks dat in het magazijn ligt en het aantal stuks in het voorraadsysteem altijd hetzelfde? Leg je antwoord uit.

Slide 33 - Open vraag

8. 
LIFO & FIFO

Slide 34 - Tekstslide

23. Wat is LIFO opslaan?

Slide 35 - Open vraag

24. Wat is FIFO opslaan?

Slide 36 - Open vraag

25. Zet de data FIFO:
03-05 / 09-05 / 01-05 / 01-05 / 09-04 / 15-05

Slide 37 - Open vraag

26. Noem twee artikelen die je FIFO moet opslaan.

Slide 38 - Open vraag

27. Noem twee artikelen die je LIFO moet opslaan.

Slide 39 - Open vraag

9. 
DERVING

Slide 40 - Tekstslide

28. Noem 3 tips om derving te voorkomen

Slide 41 - Open vraag

11. 
ARBOWET

Slide 42 - Tekstslide

29. Je wilt tijdens het lossen veilig en gezond werken. Hoe kun je daar bij het voorbereiden al rekening mee houden? Noem 3 voorbeelden

Slide 43 - Open vraag

30. Welke klachten kun je als werknemer krijgen doordat je te veel en te zwaar tilt?

Slide 44 - Open vraag

31. Leg uit hoe je op de juiste manier tilt.

Slide 45 - Open vraag

10. 
VEILIG WERKEN

Slide 46 - Tekstslide

32. Als medewerkers niet veilig en gezond werken, kunnen ze ziek worden. Waarom kost ziekteverzuim de werkgever veel geld?

Slide 47 - Open vraag

EINDE

Slide 48 - Tekstslide