In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
(over)leven in europa
Slide 1 - Tekstslide
(over)leven in europa
Slide 2 - Tekstslide
De Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal (EGKS) werd in 1951 opgericht door zes landen, waaronder de Bondsrepubliek Duitsland, Frankrijk en Nederland. Het doel was de productie van kolen en staal, toen de belangrijkste grondstoffen voor oorlogswapens, in de gaten te houden. De EGKS is de eerste voorloper van de Europese Unie.
Slide 3 - Tekstslide
wat is het volledige woord van de afkorting (EGKS)
A
europees gemeenschap kaas en schaap
B
europese gemeenschap voor kolen en schelpen
C
Europese gemeenschap voor kolen en staal
D
europees gemeenschap kolen en staal
Slide 4 - Quizvraag
de EGSK
De zes lidstaten spraken de volgende twee kerndoelen af voor de landbouw:
- De Europese burgers moeten kunnen beschikken over voldoende en betaalbaar voedsel.
- De Europese boeren moeten een redelijke levensstandaard krijgen met een stabiel inkomen.
Slide 5 - Tekstslide
welke 2 kerndoelen spraken de EGSK af voor de landbouw?
Slide 6 - Open vraag
paragraaf 2
Slide 7 - Tekstslide
Aangemoedigd door de subsidies verhogen de boeren in de EEG hun productie: na de magere veertiger en vijftiger jaren liggen de winkels weer vol met betaalbare etenswaren. De sleutel tot dit succes was specialisatie: de boeren kiezen voor veeteelt óf akkerbouw. Zo brengen ze hun productiekosten omlaag en de opbrengst omhoog.
Slide 8 - Tekstslide
waardoor werd de productie verhoogt, tijdens de EEG?
A
specialisatie
B
minder veeteelt en minder akkerbouw
C
meer veeteelt en meer akkerbouw
D
door de subsidie
Slide 9 - Quizvraag
Alle 28 EU-lidstaten zijn lid van de WTO. Vanuit de gedachte ‘samen staan we sterk’ worden de EU-landen bij onderhandelingen vertegenwoordigd door de EU. De EU is bij die onderhandelingen voor zo veel mogelijk vrijhandel, ook in de landbouwsector. Dat is niet altijd zo geweest.
Slide 10 - Tekstslide
hoeveel lidstaten heeft de WTO
A
28
B
26
C
27
D
29
Slide 11 - Quizvraag
paragraaf 3
Slide 12 - Tekstslide
Nederland is een zuivelland. We zijn de grootste zuivelexporteur van de EU: zo’n 1,5 miljoen koeien op ongeveer 19.000 melkveebedrijven leveren jaarlijks zo’n 12 miljard liter melk. Daarvan blijft 35% in Nederland, voor consumptie als melk, toetjes, kaas of boter. 45% wordt geëxporteerd binnen de EU en melkpoeder is sinds 2008 zelfs het belangrijkste Nederlandse exportproduct naar China.
Slide 13 - Tekstslide
wat was het belangrijkste exportproduct naar China ?
A
melk
B
vee
C
melkpoeder
D
toetjes
Slide 14 - Quizvraag
De EU is in het verleden vaak aangevallen op haar landbouwbeleid bij onderhandelingen binnen de WTO. Het GLB ging tot voor kort namelijk in tegen het idee van gelijke kansen voor alle boeren ter wereld. De EU gedroeg zich als een fort waarbinnen boeren beschermd werden.
Sommige van die beschermingsmaatregelen ken je al, zoals productie- en inkomenssubsidies
Slide 15 - Tekstslide
wat waren de beschermingsmaatregelen van het WTO?
Slide 16 - Open vraag
de toekomst van de landbouw in europa
Slide 17 - Tekstslide
paragraaf 1
Stadslandbouw, waarvan dit project in Den Haag een voorbeeld is, wordt steeds populairder. Het voedsel is vers en smaakvol. Ook is het lokaal geproduceerd en neemt de productie weinig ruimte in. Bovendien kan stadslandbouw door het toepassen van moderne technieken vaak duurzamer produceren dan traditionele boerenbedrijven. Heeft voedselproductie op zes hoog dan echt de toekomst?
Slide 18 - Tekstslide
waarom word stadslandbouw steeds populairder
Slide 19 - Open vraag
volledige vrijhandel. De EU trekt de stekker uit het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB). Boeren en andere actoren in de landbouw zijn overgeleverd aan volledige vrijhandel.
Slide 20 - Tekstslide
waar stopt de EU mee?
Slide 21 - Open vraag
paragraaf 2
Nu let ik beter op wat ik eet en hoe het geproduceerd wordt. Vind ik toch wel belangrijk.’ Vandaar dat we Boris tegenkomen in Marqt, een ‘duurzame’ supermarkt, met zo veel mogelijk producten van lokale leveranciers, duurzaam geproduceerd en zonder kunstmatige toevoegingen. ‘Je betaalt er wel wat meer voor, ja. Maar ik eet lekkerder en het is beter voor de aarde. Win-win toch?’
Slide 22 - Tekstslide
Zullen deze processen in de toekomst doorgaan, stoppen of zich omkeren? Dat hangt van veel factoren af. Bijvoorbeeld van welk toekomstscenario uiteindelijk zal blijken te kloppen. Het proces van verduurzaming past bijvoorbeeld bij het scenario lokaal en duurzaam, terwijl schaalvergroting weer goed samengaat met goedkoop en grootschalig.
Slide 23 - Tekstslide
wat past het beste bij verduurzaming
A
lokaal duurzaam
B
mondiaal duurzaam
C
regionaal duurzaam
D
landelijk duurzaam
Slide 24 - Quizvraag
Slide 25 - Tekstslide
bij welk toekomstscenario past dit beter? verduurzaming of schaalvergroting
Wij gebruiken cookies om jouw gebruikerservaring te verbeteren en persoonlijke content aan te bieden. Door gebruik te maken van LessonUp ga je akkoord met ons cookiebeleid.