HV2 week 11-2 les 10: uitleg bijstelling

Te behandelen grammatica Kern P3
H5 Taalkundig ontleden (zelfstandig naamwoord, lidwoord, bijvoeglijke naamwoord, bijwoord, voorzetsel. voornaamwoorden, soorten werkwoorden): afgerond

H6 Redekundig ontleden (persoonsvorm, onderwerp, werkwoordelijk gezegde, lijdend voorwerp, meewerkend voorwerp, voorzetselvoorwerp, bijwoordelijke bepaling): afgerond

H20 Koppelwerkwoord en naamwoordelijk gezegde: 

H21 Voornaamwoorden & telwoorden: afgerond

H35 Samengestelde zinnen en voegwoorden:

H36 Bijvoeglijke bepaling & bijstelling: afgerond


1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 22 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Te behandelen grammatica Kern P3
H5 Taalkundig ontleden (zelfstandig naamwoord, lidwoord, bijvoeglijke naamwoord, bijwoord, voorzetsel. voornaamwoorden, soorten werkwoorden): afgerond

H6 Redekundig ontleden (persoonsvorm, onderwerp, werkwoordelijk gezegde, lijdend voorwerp, meewerkend voorwerp, voorzetselvoorwerp, bijwoordelijke bepaling): afgerond

H20 Koppelwerkwoord en naamwoordelijk gezegde: 

H21 Voornaamwoorden & telwoorden: afgerond

H35 Samengestelde zinnen en voegwoorden:

H36 Bijvoeglijke bepaling & bijstelling: afgerond


Slide 1 - Tekstslide

Toetsen P3
Grammatica: 3 en 5 april (staat in SOM)

Leesvaardigheid: 15 en 17 mei (noteer in je agenda)


Slide 2 - Tekstslide

Vandaag

Lezen
Herhaling voorzetsel voorwerp en bijvoeglijke bepaling
Uitleg bijstelling


Slide 3 - Tekstslide

Lezen
timer
10:00

Slide 4 - Tekstslide

Lesdoelen
Na deze les:

weet je hoe je de bijstelling vindt in een zin.

Slide 5 - Tekstslide

Herhaling voorzetselvoorwerp

Het voorzetselvoorwerp begint met een voorzetsel en wordt vaak gevolgd door een voorwerp, bijvoorbeeld:

Ik hou van pindakaas.
werkwoord = houden / vast voorzetstel = van : houden van
voorzetselvoorwerp: van pindakaas

Slide 6 - Tekstslide

Herhaling bijvoeglijke bepaling

De bijvoeglijke bepaling is geen zinsdeel.

Slide 7 - Tekstslide

Zinsdelen en zinsdeelstukken
- Werkwoordelijk gezegde
- Onderwerp
- Lijdend voorwerp
- Meewerkend voorwerp
- Bijwoordelijke bepaling
----------------------------------
- Bijvoeglijke bepaling


Zinsdelen
Zinsdeelstuk

Slide 8 - Tekstslide

De bijvoeglijke bepaling (bvb)
  • De bijvoeglijke bepaling is GEEN zinsdeel, maar een deel van een andere zinsdeel.
  • De bijvoeglijke bepaling zegt iets over het zelfstandig naamwoord in een zinsdeel.
  •  De bijvoeglijke bepaling kan voor of achter een zelfstandig naamwoord staan.


Slide 9 - Tekstslide

Bijvoeglijke bepaling
- Een bijvoeglijke bepaling zegt iets over een zelfstandig naamwoord.
- Een bijvoeglijke bepaling vind je door te vragen: welk/wat voor + het zelfstandige naamwoord?

Voorbeeld
De slimme jongen \is \ lid \ geworden \ bij onze voetbalclub.
slimme = bijvoeglijke bepaling bij jongen (welke/wat voor + jongen?) 
onze = bijvoeglijke bepaling bij voetbalclub (welke/wat voor + voetbalclub?)

Slide 10 - Tekstslide

Tip: welk/wat voor + zelfst. nw.?
Een bijvoeglijke bepaling zegt iets over een zelfstandig naamwoord. 
Een bijvoeglijke bepaling vind je door te vragen:
welk(e)/wat voor + het zelfstandige naamwoord?

En ja! Het lijkt heel veel op een bijvoeglijk naamwoord als je de woordsoorten moet benoemen.

Slide 11 - Tekstslide

Bijvoeglijke bepaling BVB
Mijn sportieve buurvrouw | heeft | een mooie fiets. 
mijn sportieve buurvrouw = onderwerp 
een mooie fiets = lijdend voorwerp. 
Binnen deze voorwerpen zijn mijn en sportieve bijvoeglijke bepalingen bij buurvrouw.
mooie is een bijvoeglijke bepaling bij fiets.

1. Zoek het onderwerp en lijdend voorwerp (als dit er is).
2. Bestaat het zinsdeel uit meer woorden? Kijk dan verder binnen dit zinsdeel.
3. Als een woord iets zegt over een zelfstandig naamwoord, is dat een bijvoeglijke bepaling.

Slide 12 - Tekstslide

Bijstelling


Amsterdam, de hoofdstad van Nederland, is erg mooi.

De bijstelling staat altijd tussen komma's. 
Maak aantekeningen

Slide 13 - Tekstslide

Wat doet het?
De bijstelling geeft extra informatie over iets wat al in de zin staat. 
Voorbeeld: 
Ik heb bloemen, een bos rozen, van mijn vriendin gekregen. 

  • In de zin staat dat ik bloemen heb gekregen.
  • De extra informatie die toegevoegd wordt, is dat het gaat om een bos rozen. 
  • Een bos rozen is hier de bijstelling, want het geeft extra informatie over bloemen.

Slide 14 - Tekstslide

De zin verdelen in zinsdelen
De bijstelling hoort bij hetzelfde zinsdeel als het object waar het iets over zegt.
 
Dus:
Ik |heb| bloemen, een bos rozen, |van mijn vriendin |gekregen.

Slide 15 - Tekstslide

De zinsdelen benoemen
De bijstelling hoort bij hetzelfde zinsdeel als het object waar het iets over zegt. 
|Ik |heb| bloemen, een bos rozen, |van mijn vriendin |gekregen.|
pv = heb                                                                
wg = heb, gekregen                                 
ow = ik
lv = bloemen, een bos rozen  
bijstelling = een bos rozen  

Slide 16 - Tekstslide

Huiswerk nakijken


H36 opdr. 1 t/m 3

Slide 17 - Tekstslide

Huiswerk

H36 maken opdr. 5 t/m 8

Slide 18 - Tekstslide

Aan de slag
Maak je huiswerk. 

Ja mag overleggen met je buur, maar doe dit zachtjes. 

Slide 19 - Tekstslide

Zijn voor jou de lesdoelen behaald

Ik kan in een zin het volgende zinsdeel benoemen:
- bijstelling

Slide 20 - Tekstslide

Volgende les


We gaan verder met H20 koppelwerkwoorden en naamwoordelijk gezegde. 

Slide 21 - Tekstslide


Fijne dag en tot de volgende les.
tot de volgende keer!

Slide 22 - Tekstslide