Imperfectum: schrijven (zwembad)

• NT2
• Hoger onderwijs

00:22

Mr. Bean kwam aan bij de parking van het zwembad. Hij ... zijn hand uit het raam om een ticketje te nemen. (steken)

00:30

Daarna reed hij naar binnen, ging naar de kleedkamers en ... een zwembroek aan. (aan-)trekken

00:45

Eerst ... hij in het kinderbad twee glijbanen. 'Dat is echt mijn ding!', ... hij.
(zien + denken)

01:13

Hij ... net klaar om van de glijbaan te glijden, toen de badmeester hem opmerkte en ... . (zitten + fluiten)

01:24

Met veel moeite, ... hij terug naar boven. (klimmen)

01:35

Snel ... hij terug naar het grote bad.
(lopen)

02:16

Daarna liep hij naar de hoge wipplank en hij klom naar boven. Toen hij naar beneden ... , ... hij. (kijken + schrikken)

02:48

Doodsbang ging hij achteruit en daarna ... hij even op de wipplank om te kalmeren. (liggen)

03:24

Toen er twee jongens aankwamen, ... hij alsof hij heel ontspannen was.

03:51

Voor zijn imago ging hij verder, even later ... hij op de rand van de plank. (staan)

04:00

Maar hij ... gewoon om. (vallen)

04:17

Onder de blik van de jongens ... hij een andere methode. (zoeken)

04:48

Even later ... hij onder de wipplank, maar hij ... zijn handen niet los.
(hangen - laten)

05:12

De jongens ... even met elkaar, en toen trapte de grootste van de twee hard op de vingers van Mr.Bean. (fluisteren)

05:37

Bij de val ... Mr. Bean niet alleen zijn respect, maar ook zijn zwembroek. (verliezen)