thema's maatschappijleer hoofdstuk 6

thema's maatschappijleer hoofdstuk 6
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

thema's maatschappijleer hoofdstuk 6

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

cultuur
Een cultuur bestaat uit waarden, normen en gewoonten. Je hbet verschillende cultuurgroepen in een land.
  • Dominante cultuur: de waarden, normen en gewoonten van de meeste mensen in Nederland.
  • subcultuur: kleinere cultuurgroepen zoals bijvoorbeeld skaters of gothics of twentenaren. Dit is de culturr van een kleine groep mensen binnen de samenleving. 

Slide 3 - Tekstslide

Soorten subculturen
  • geloof; christenen, moslims, enz.
  • muziek; hiphoppers, rappers.
  • werk; metselaars kunstenaars.
  • politiek; socialisten, liberalen.
  • woonplaats; rotterdammers, Twentenaren
  • migratie achtergrond; Marokkanen, Turken, Polen.  

Slide 4 - Tekstslide

Pluriforme samenleving
In Nederland lopen alle culturen en subculturen door elkaar. het is een pluriforme samenleving:

Een samenleving van mensen met verschillende culturen en leefstijlen

Slide 5 - Tekstslide

Hoe noem je een samenleving van mensen met verschillende culturen en leefstijlen
A
een multi samenleving
B
een pluriforme samenleving

Slide 6 - Quizvraag

Hoe noem je een cultuur van een kleine groep mensen binnen de samenleving
A
Alternatievelingen
B
subcultuur

Slide 7 - Quizvraag

Hoe kijk je tegen anderen aan
Stereotypen:
We geven mensen die tot een bepaalde groep horen een etiket.
mensen van een motorclub zijn crimineel.
Surinamers kunnen goed dansen.
Vooroordelen:
Een stereotype kan leiden tot vooroordelen. Een oordeel over iemand hebben zonder dat je de feiten of de persoon kent.
Discriminatie: onterecht verschil maken in behandeling van mensen. Dit kan op basis van bijvoorbeeld: uiterlijk, sekse, geaardheid, leeftijd, geloof 
Racisme: Discriminatie op basis van etnische achtergrond 

Slide 8 - Tekstslide

Hoe heet het als je accepteert dat mensen anders zijn of andere normen en waarden hebt dan jij?
A
discriminatie
B
racisme
C
tolerantie

Slide 9 - Quizvraag

Hoe heet het als je mensen anders behandeld op basis van hun afkomst of culturele achtergrond
A
Tolerantie
B
racisme
C
respect

Slide 10 - Quizvraag

Slide 11 - Video

Waarom willen mensen emigreren
  • Veiligheid (vluchtelingen) omdat het onveilig is in het land waar ze wonen.
  •  Werk mensen zoeken een beter bestaan of kunnen geen werk krijgen in hun eigen land.
  • Gezinshereniging. een vader is bijvoorbeeld naar een ander land gevlucht en wil zijn familie bij zich hebben.

Slide 12 - Tekstslide

Wanneer mag je komen naar NL
  • Werkzoekenden; alleen als er een tekort is aan mensen die dat type werk kunnen doen.
  •  Gezinsvorming; beide partners moeten minimaal 21 zijn en de partner in Nederland moet genoeg verdienen.
  • Vluchtelingen; mogen alleen blijven als ze kunnen laten zien dat ze ernstig gevaar lopen.

Slide 13 - Tekstslide

wanneer mogen werkzoekenden naar Nederland komen?
A
Als ze ouder dan 21 zijn
B
als er mensen nodig zijn in het type werk dat ze doen.
C
als hun partner hier werkt

Slide 14 - Quizvraag

Wanneer mogen vluchtelingen hier blijven
A
als ze 21 zijn
B
als hun partner hier woont
C
als ze kunnen aantonen dat ze gevaar lopen in het land waar ze vandaan komen

Slide 15 - Quizvraag

Belangrijke begrippen
Integratie; er is uitwisseling tussen de subculturen van nieuwkomers en de dominante Nederlandse cultuur. Als nieuwkomer neem je gewoonten van het land over en je behoud ook dingen van je eigen cultuur.

assimilatie; je vervangt bijna alles van de cultuur uit het land waar je vandaan komt door de dominante cultuur van het land waar je woont.

segregatie; een sterke scheiding tussen bevolkingsgroepen. het tegenovergestelde va assimilatie.

Slide 16 - Tekstslide

witte scholen en zwarte scholen is een voorbeeld van
A
integratie
B
assimilatie
C
segregatie

Slide 17 - Quizvraag

iemand die in Nederland komt wonen, van geloof verandert, hier werkt en alle gebruiken overneemt is een voorbeeld van
A
integratie
B
assismilate
C
segegratie

Slide 18 - Quizvraag

Iemand komt in Nederland wonen leert de gebruiken van het land maar behoud ook nog wat gebruiken van zijn land van herkomst.
A
integratie
B
assimilatie
C
segregatie

Slide 19 - Quizvraag