Thema 03 - Energie

Thema 03 - Energie
1 / 82
volgende
Slide 1: Tekstslide
AlgemeenSecundair onderwijs

In deze les zitten 82 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Thema 03 - Energie

Slide 1 - Tekstslide

Wat je weet je al over energie?

Slide 2 - Woordweb

Energie
Techniek 
- Een lamp laten branden. 

Slide 3 - Tekstslide

Energie
Grieks: 'energeia'  --> activiteit 

Slide 4 - Tekstslide

ENERGIE
= De mogelijkheid om arbeid (werk) te verrichten. 

Slide 5 - Tekstslide

ENERGIE
= De mogelijkheid om arbeid (werk) te verrichten. 

Grootheid: Energie     -   symbool:
Eenheid: Joule              -   symbool:

Slide 6 - Tekstslide

Werkboek
Pagina: 149

Slide 7 - Tekstslide

Kilocalorie VS Kilojoule
(kilo) calorie = energie uit voedsel. 

Slide 8 - Tekstslide

Kilocalorie VS Kilojoule
1  kcal = 4,18 kilojoule 
1 kJ = +/- 0,24 kcal 

Slide 9 - Tekstslide

Werkboek
Pagina: 150 - opdracht 4 

Slide 10 - Tekstslide

Energie VS Vermogen

= Energie per tijdseenheid. 
(Elektrische toestellen)

Grootheid: Vermogen (P)
Eenheid: Watt (W) 

Slide 11 - Tekstslide

Werkboek
Pagina: 150 - opdracht 5

Slide 12 - Tekstslide

Wat is het symbool van de grootheid Energie?

Slide 13 - Open vraag

Wat is de OFFICIËLE eenheid van energie? (volledige benaming)

Slide 14 - Open vraag

Wat is de EENHEID van energie uit voedsel? (volledige benaming)

Slide 15 - Open vraag

Wat is de grootheid voor energie nodig voor elektrische toestellen.
A
Gewogen
B
Watt
C
Vermogen
D
Verwogen

Slide 16 - Quizvraag

Wat is de eenheid van vermogen? (volledige benaming)

Slide 17 - Open vraag

Energie - Samengevat
Grootheid
symbool
Eenheid
symbool
Energie
E
Joule 
calorie
J
cal
Vermogen
P
Watt
W

Slide 18 - Tekstslide

Welke energiebronnen ken je al?

Slide 19 - Woordweb

Werkboek
Pagina: 147 - opdracht 1 en 2

Slide 20 - Tekstslide

Energiebronnen
= De plek waar energie vandaan gehaald wordt. 

Vb. water, wind, zon, ... 

De bron bevat (= heeft) energie! 

Slide 21 - Tekstslide

Een energiebron bevat energie.
A
Juist
B
Fout

Slide 22 - Quizvraag

Een energiebron is onuitputtelijk (energie kan niet op geraken).
A
Juist
B
Fout
C
Hangt van de bron af

Slide 23 - Quizvraag

2 soorten bronnen
A) Eindige energiebronnen
Ze kunnen opgebruikt worden. 
B) Duurzame energiebronnen 
Hernieuwbare bronnen. Het kan onbeperkt gebruikt worden. 

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Video

Hernieuwbare 
bron
Eindige bron

Slide 26 - Sleepvraag

Werkboek
Pagina: 151 - opdracht 6

Slide 27 - Tekstslide

1. Wind is een hernieuwbare energiebron.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 28 - Quizvraag

2. Aardolie en aardgas zullen altijd beschikbaar zijn.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 29 - Quizvraag

3. Hout is een voorbeeld van een fossiele brandstof.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 30 - Quizvraag

4. Fossiele brandstoffen hebben een nadelig effect op het milieu.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 31 - Quizvraag

5. De zon is een onuitputtelijke energiebron.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 32 - Quizvraag

6. Koolzaadolie is een hernieuwbare energiebron.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 33 - Quizvraag

7. Een waterkrachtcentrale is niet duurzaam, omdat ze een nadelig effect heeft op het milieu.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 34 - Quizvraag

Werkboek
Pagina: 153 - opdracht 7 en 8

Slide 35 - Tekstslide

Opdracht 
https://www.geopunt.be/

Slide 36 - Tekstslide

Werkboek
Pagina: 172 - opdrachten 1 en 2 

Slide 37 - Tekstslide

ENERGIEVORMEN

Slide 38 - Tekstslide

Welke energievormen ken je al?

Slide 39 - Woordweb

Energievormen
Het hoogspanningsnet

Slide 40 - Tekstslide

Energievormen
Het hoogspanningsnet

= Elektrische energie

Slide 41 - Tekstslide

Energievormen
Licht (van een lamp)

Slide 42 - Tekstslide

Energievormen
Licht (van een lamp) 

= Stralingsenergie 

Slide 43 - Tekstslide

Energievormen
Springen, dansen, bewegen 

Slide 44 - Tekstslide

Energievormen
Springen, dansen, bewegen 

= Bewegingsenergie of kinetische energie

Slide 45 - Tekstslide

Energievormen
Energie opgeslagen in stoffen 

Slide 46 - Tekstslide

Energievormen
Energie opgeslagen in stoffen

= Chemische energie 

Slide 47 - Tekstslide

Energievormen
Warmte 


Slide 48 - Tekstslide

Energievormen
Warmte 

= Thermische energie 

Slide 49 - Tekstslide

Energievormen
Energie die een voorwerp bevat als het zich op een hoogte bevindt 


Slide 50 - Tekstslide

Energievormen
Energie die een voorwerp bevat als het zich op een hoogte bevindt 

= Potentiële energie 

Slide 51 - Tekstslide

Werkboek
Pagina: 154 - opdrachten 9 

Slide 52 - Tekstslide

Welke energievorm bevat een stopcontact?
A
Energie opgeslagen in stoffen
B
Chemische energie
C
Elektrische energie
D
Stralingsenergie

Slide 53 - Quizvraag

Welke energievorm bevat een voedsel?
A
Energie opgeslagen in stoffen
B
Energie van een beweging.
C
Elektrische energie
D
Thermische energie

Slide 54 - Quizvraag

Welke energievorm bevat een schoonspringer vóór de sprong?
A
Kinetische energie
B
Potentiële energie
C
Energie uit warmte
D
Thermische energie

Slide 55 - Quizvraag

Sleep de afbeelding van de energievorm naar de bijbehorende beschrijving.
Energie die in stoffen opgeslagen zit
Energie die ontstaat in de buurt van een magnetisch veld.
Energie in de vorm van warmte.

Slide 56 - Sleepvraag

Werkboek
Pagina: 156 - opdrachten 10 en 11 



Slide 57 - Tekstslide

Energiebron
Energievorm
Elektriciteit
Benzine
Warmte
De zon
Licht
Beweging
Geluid
Wind
Water

Slide 58 - Sleepvraag

0

Slide 59 - Video

OPDRACHT
Bekijk de video en beantwoord de vragen: 
  • Wat zijn energieomzettingen
  • Geef een voorbeeld van energieomzettingen 

Slide 60 - Tekstslide

Energieomzettingen
= Proces waarbij de ene energievorm wordt omgezet in een andere energievorm. 

Let op! energie verdwijnt dus niet zomaar.  

Slide 61 - Tekstslide

Energieomzettingen
Je kunt de ene energievorm omzetten in de andere energievorm.

In een kachel of kampvuur wordt chemische energie omgezet in warmte en licht.

Slide 62 - Tekstslide

OPDRACHT
Geef en teken zelf een voorbeeld van energieomzettingen. 

Uitdaging? Maak de keten zo lang mogelijk. 

Slide 63 - Tekstslide

Oefening. 
Welke energieomzettingen vinden plaats in de volgende toepassingen? 
Sleep de energievorm naar de juiste plaats.
Toepassingen                                           Energieomzettingen
- In handen wrijven.                                                    → 
 

Energievormen
Bewegingsenergie
Thermische energie
Stralingsenergie
Elektrische energie
Chemische energie

Slide 64 - Sleepvraag

Oefening. 
Welke energieomzettingen vinden plaats in de volgende toepassingen? 
Sleep de energievorm naar de juiste plaats.
Toepassingen                                           Energieomzettingen

- Brandende kaars.                                                      →                           +


Energievormen
Bewegingsenergie
Thermische energie
Stralingsenergie
Elektrische energie
Chemische energie

Slide 65 - Sleepvraag

Oefening. 
Welke energieomzettingen vinden plaats in de volgende toepassingen? 
Sleep de energievorm naar de juiste plaats.
Toepassingen                                           Energieomzettingen

- Zonnepaneel.                                                            → 



Energievormen
Bewegingsenergie
Thermische energie
Stralingsenergie
Elektrische energie
Chemische energie

Slide 66 - Sleepvraag

Oefening. 
Welke energieomzettingen vinden plaats in de volgende toepassingen? 
Sleep de energievorm naar de juiste plaats.
Toepassingen                                           Energieomzettingen

- Zaklamp met draaiaandrijving.                            →                              → 

Energievormen
Bewegingsenergie
Thermische energie
Stralingsenergie
Elektrische energie
Chemische energie
Bewegingsenergie

Slide 67 - Sleepvraag

Werkboek
Pagina: 157 -159  - opdrachten 12 , 13 en 14 



Slide 68 - Tekstslide

Welke energievormen komen hier voor? 

Slide 69 - Tekstslide

(Nuttige) energieomzetting

Warmte komt vrij. 

Slide 70 - Tekstslide

(Nuttige) energieomzetting

Warmte komt vrij. 

= Restwarmte 

Slide 71 - Tekstslide

Energieverlies
Restwarmte = Energieverlies (= weinig bruikbaar)

Slide 72 - Tekstslide

Werkboek
Pagina: 160 - opdrachten 15 en 16 



Slide 73 - Tekstslide

Energieomzettingen bij voedsel

Slide 74 - Tekstslide

Energieomzettingen bij voedsel
A) Composteren 
energierijk --> energiearm 
warmte --> gunstige omgeving 


Compost: grondstof uit plantaardige resten 

Slide 75 - Tekstslide

Energieomzettingen bij voedsel
A) Composteren 
rijk --> arm 
B) In ons lichaam 
  1. arbeid
  2. warmte 

Slide 76 - Tekstslide

Energieomzettingen bij voedsel
B) In ons lichaam 
  1. arbeid 
(mentale) beweging 

Slide 77 - Tekstslide

Energieomzettingen bij voedsel
B) In ons lichaam 
  1. arbeid 
  2. warmte 
warmbloedig  +/- 37°C 

Slide 78 - Tekstslide

Werkboek
Pagina: 170-171  - opdrachten 23, 24 en 25


Slide 79 - Tekstslide

Sleep de tekst en de afbeelding naar de juiste vorm en bron van energie.
energiebron
energievorm
Zon
Windmolen
thermische energie
bewegingsenergie 

Slide 80 - Sleepvraag

Sleep de tekst en de afbeelding naar de juiste vorm en bron van energie.
energiebron
energievorm
Voedingstoffen
Magnetisch veld
magnetische energie
chemische energie

Slide 81 - Sleepvraag

OPDRACHT
Schouderpartner: Bespreek het biotoop
- Wat voor soort biotoop is het? 
- Wat zie je? Wat is er aanwezig in het biotoop? (schrijf op)

Slide 82 - Tekstslide