H3 Indonesië en Nederland oefenen en herhaling

1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 3

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

  • Herhaling vorige les
  • Quiz hele hoofdstuk
  • Zelfstandig werken 
  • Afsluiting

Slide 2 - Tekstslide

Hoe werd Indonesië welvarender onder Soeharto?

Slide 3 - Open vraag

Wat is een oorzaak van het afzetten van Soeharto
A
Hij wilde zelf aftreden
B
Hij was een dictator
C
Soekarno wilde meer macht
D
Het volk kwam tegen hem in opstand

Slide 4 - Quizvraag

Wat is een gevolg van het afzetten van Soeharto
A
Indonesië kreeg een koning
B
Er kwam een nieuwe dictator
C
Indonesië werd een democratie

Slide 5 - Quizvraag

  • Begrippen 3.1 t/m 3.3
  • Jaartallen 3.1 t/m 3.3
  • Leerdoelenkaart
  • Vaardigheden: antwoord uit een tekst halen, verandering en continuïteit, oorzaak en gevolg, betekenis uit een afbeelding/sportprent halen. 
  • Je kunt de leerdoelen op de leerdoelenkaart beantwoorden (denk erom: volledige zinnen).
  • Je kunt verandering en continuïteit herkennen
  • Je kunt de betekenis uit een afbeelding/spotprent halen.
  • Je kunt de kennis die je hebt geleerd toepassen bij bronnen.

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Link

  • Wat: leer de gedeelten van 3.3 die je nog niet goed beheerst. 
  • Hoe: individueel
  • Hulp: Lessonup, tekstboek, docent
  • Tijd: 20 min.
  • Uitkomst: inzicht in je kennis
  • Klaar?: oefen met de vaardigheidsvragen blz. 108 t/m 111

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

  • Herhaling vorige les
  • Oefenen vaardigheden
  • Zelfstandig werken 
  • Afsluiting

Slide 10 - Tekstslide

  • Begrippen 3.1 t/m 3.3
  • Jaartallen 3.1 t/m 3.3
  • Leerdoelenkaart
  • Vaardigheden: antwoord uit een tekst halen, verandering en continuïteit, oorzaak en gevolg, betekenis uit een afbeelding/sportprent halen. 
  • Je kunt de leerdoelen op de leerdoelenkaart beantwoorden (denk erom: volledige zinnen).
  • Je kunt verandering en continuïteit herkennen
  • Je kunt de betekenis uit een afbeelding/spotprent halen.
  • Je kunt de kennis die je hebt geleerd toepassen bij bronnen.

Slide 11 - Tekstslide

  • Wat: leer de gedeelten van 3.3 die je nog niet goed beheerst. Maak de tijdlijn of de opdracht met oorzaak en gevolg
  • Hoe: individueel
  • Hulp: Lessonup, tekstboek, docent
  • Tijd: 20 min.
  • Uitkomst: inzicht in je kennis
  • Klaar?: oefen met de vaardigheidsvragen blz. 108 t/m 111

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

Oorzaak en gevolg
Oorzaak = waarom/waardoor iets gebeurt

Gebeurtenis 

Gevolg = wat erop volgt

Slide 14 - Tekstslide


Iets is een oorzaak of gevolg als je deze woorden kunt gebruiken: OMDAT, DUS, DAAROM. 

Bijvoorbeeld: ‘ik was te laat, OMDAT ik een lekke band had’, maar niet: ‘ik was te laat en ik houd van honden’. Dat is geen oorzaak en gevolg.


Slide 15 - Tekstslide


Een oorzaak bij geschiedenis is niet anders dan in het dagelijks leven. Een oorzaak is een reden dat iets gebeurt. Het verklaart waarom iets gebeurt. En die verklaring, die is vaak interessant. Daar kunnen we van leren, bijvoorbeeld hoe we het in eenzelfde situatie anders kunnen aanpakken.

Slide 16 - Tekstslide


Voorbeeld


  • Hans is te laat op school, omdat hij een lekke band kreeg.
  • Waardoor kreeg hij een lekke band?
  • Hij kreeg een lekke band, doordat hij door glas was gefietst.
  • Aan het woord 'doordat' kun je de oorzaak herkennen.

Slide 17 - Tekstslide

Met welk woord kun je het beste een vraag beginnen om de oorzaak te vinden?
A
Waarom
B
Waardoor
C
Waarmee
D
Doordat

Slide 18 - Quizvraag

Met welk woord kun je de oorzaak (meestal) herkennen?
A
Waarom
B
Waardoor
C
Waarmee
D
Doordat

Slide 19 - Quizvraag


Gevolgen

  • De ene gebeurtenis zorgt weer voor andere gebeurtenissen.
  • Dat zijn gevolgen
  • Doordat Hans een lekke band had, kwam hij te laat in de les. Het gevolg was dat hij een deel van de geschiedenisles had gemist.
  • Oorzaak⇒gevolg(en)



Slide 20 - Tekstslide


Een voorbeeld bij geschiedenis

  • Oorzaak: de klimaatsverandering na de laatste IJstijd.
  • Gevolg 1: het werd warmer en droger
  • Gevolg 2: mensen konden niet meer goed leven als jager-verzamelaars
  • Gevolg 3: mensen zochten naar andere middelen van bestaan, zoals de landbouw



Slide 21 - Tekstslide


De aanleiding

  • Een gebeurtenis kan meerdere oorzaken hebben.
  • Meestal is er daarvan één de directe oorzaak: 'de druppel die de emmer doet overlopen'
  • Het herkennen van de belangrijkste oorzaak van een gebeurtenis, is soms moeilijk. Maar de aanleiding is vaak duidelijk.




Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Link