Herhaling 4.3. Rivieren

Herhaling 4.3 - Rivieren
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 1

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Herhaling 4.3 - Rivieren

Slide 1 - Tekstslide

Na deze les kan ik......
  • Je weet wat voor soorten rivieren er zijn
  • Je kunt het regiem en debiet van verschillende soorten rivieren beschrijven 
  • Je kunt het verval en verhang berekenen van een rivier 

Slide 2 - Tekstslide

Bron van rivier 
Monding van
een rivier 

Slide 3 - Tekstslide

Benoem A,B en C
in de afbeelding,
de delen van de rivier
A
B
C

Slide 4 - Open vraag

Wat zijn kenmerken van de bovenloop van een rivier?
A
Rivier stroomt snel, is smal, neemt zwaar materiaal mee zoals stenen en zand
B
Rivier stroomt langzamer, gaat meanderen, zand en grind blijft achter
C
Rivier stroomt langzaam, zand en klei blijft achter, veel scheepsvaart, ontstaan delta
D

Slide 5 - Quizvraag

Wat zijn kenmerken van de benedenloop van een rivier?
A
Rivier stroomt snel, is smal, neemt zwaar materiaal mee zoals stenen en zand
B
Rivier stroomt langzamer, gaat meanderen, zand en grind blijft achter
C
Rivier stroomt langzaam, zand en klei blijft achter, veel scheepsvaart, ontstaan delta
D

Slide 6 - Quizvraag

Wat is een delta?
A
Een hoge bergtop die uitsteekt boven de wolken
B
Een smal dal tussen twee bergen
C
Een vlak gebied waar een rivier in zee stroomt en zich vertakt
D
Een diepe kloof die ontstaan is door de rivier

Slide 7 - Quizvraag

Wat zijn kenmerken van de middenloop van een rivier?
A
Rivier stroomt snel, is smal, neemt zwaar materiaal mee zoals stenen en zand
B
Rivier stroomt langzamer, gaat meanderen, zand en grind blijft achter
C
Rivier stroomt langzaam, zand en klei blijft achter, veel scheepsvaart, ontstaan delta
D

Slide 8 - Quizvraag

Debiet en regiem van een rivier (1)
  • Debiet = hoeveelheid water die per seconde wordt afgevoerd
  • Regiem = verdeling van de
waterafvoer over een jaar

Slide 9 - Tekstslide

Soorten rivieren & kenmerken (2)
  • Gletsjerrivieren (niet in Nederland)
    -> smeltwater van gletsjers
    -> groot debiet in  het begin van de zomer 
  • Regenrivieren (Maas)
    -> Neerslag 
    -> kleiner debiet in de zomer (verdamping en neerslagtekort -> droogte)
  • Gemengde rivieren (Rijn)
    -> smeltwater van gletsjers en neerslag 
 

Slide 10 - Tekstslide

Verval = Hoogte beginpunt - hoogte eindpunt (in meters) 
Verhang = Verval : afstand (in m/km)

Voorbeeld opdracht: 
Een rivier begint in de bergen op een hoogte van 500 meter. 100 kilometer verderop is de hoogte 200 meter. 

Verval = 500 - 200 = 300 
Verhang = 300 : 100 = 3 m/km

Bereken nu zelf het verval en verhang.......!  
Opdracht 1.
Een rivier begint op 400 meter hoogte. 80 kilometer verderop is de hoogte 320 meter. 

Opdracht 2. 
Een beek stroomt van 150 meter naar 90 meter over een afstand van 20 kilometer.

Een rivier stroomt in drie etappes: 
Van 800 m naar 600 m over 50 km 
Van 600 m naar 400 m over 70 km 
Van 400 m naar 100 m over 100 km 
Bereken totale verval en het gemiddelde verhang over de hele route. 


Slide 11 - Tekstslide

Aan de slag........ 
Maak de opdracht: Rivierentocht: Van de bergen naar de zee. 

12 juni ingeleverd hebben op de mail of op papier, anders hv in magister 

Slide 12 - Tekstslide