Verwerking eutrofiëring

Verwerking eutrofiëring
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Verwerking eutrofiëring

Slide 1 - Tekstslide

Eutrofiëring en waterbloei

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Waardoor wordt eutrofiëring veroorzaakt?

Slide 4 - Woordweb

Oorzaken
fosfaten in wasmiddelen
mestoverschot
gebruik van kunstmest
stikstofverbindingen in uitlaatgassen:
auto's, fabrieken, machines in de bouw

Slide 5 - Tekstslide

Waardoor sterven andere planten dan algen bij eutrofiering?

Slide 6 - Open vraag

Heide
Heide na eutrofiering

Slide 7 - Tekstslide

maken vraag examen brasem en snoek zicht 

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Is meting P vóór of
na eutrofiering gedaan?
A
voor
B
na

Slide 10 - Quizvraag

Slide 11 - Video

algen -> watervlooien -> jonge brasems -> snoeken
In een meer is sprake van overmatige algengroei. 
De beheerder van het meer wil de algengroei verminderen. Hij overweegt om eenmalig of brasems weg te vangen óf extra snoeken uit te zetten. Hij wil een langetermijnoplossing bereiken.
Beargumenteer dat geen van beide maatregelen op de lange termijn effectief zal zijn.


Slide 12 - Tekstslide

Leg uit hoe op de korte termijn het uitzetten van extra snoeken leidt tot minder algen.

Slide 13 - Open vraag

Leg uit waardoor het het uitzetten van extra snoeken op de lange termijn niet werkt. (Het wordt eerder erger)

Slide 14 - Open vraag

Oplossing?
Toevoer extra nutriënten stoppen
75% brasem wegvangen

Slide 15 - Tekstslide

Exp D. Schindler
  • gordijn dat nutrienten tegenhoudt
  • Onder: fosfaat-, stikstof- en koolstofhoudende mineralen 
  • Boven: stikstof- en koolstofhoudende mineralen.

Slide 16 - Tekstslide

Welke conclusie kun je trekken uit dit experiment?
A
Fosfaat veroorzaakt eutrofiëring
B
Algen hebben fosfaat nodig om te groeien

Slide 17 - Quizvraag

Voor welke organische stof hebben planten fosfaat nodig?
A
koolhydraten
B
vetten
C
eiwitten
D
DNA

Slide 18 - Quizvraag

Welk experiment moet je doen om te onderzoeken of fosfaat eutrofiëring veroorzaakt?

Slide 19 - Open vraag

Beperkende factor
De variabele die de groei bepaalt doordat er een beperkte hoeveelheid van aanwezig is.

Slide 20 - Tekstslide

Wat is de beperkende factor van niet-geëutrofieerde zoetwaterecosystemen?
A
licht
B
temperatuur
C
nutriënten
D
zuurstof

Slide 21 - Quizvraag

Wat is de beperkende factor van geëutrofieerde zoetwaterecosystemen?
A
licht
B
temperatuur
C
nutriënten
D
zuurstof

Slide 22 - Quizvraag

Eutrofiëring op het land

Bramen
Bramen
Bramen
nog meer bramen

Slide 23 - Tekstslide

Welke eigenschap(pen) zou een bramenplant kunnen hebben waardoor hij sterk toeneemt bij eutrofiëring?

Slide 24 - Open vraag

Leg uit hoe de afname in plantendiversiteit leidt tot een afname in diversiteit van diersoorten.

Slide 25 - Open vraag

Treedt er bij eutrofiëring op het land ook zuurstoftekort op?
A
ja
B
nee

Slide 26 - Quizvraag

Einde. Vragen?

Slide 27 - Woordweb