Taak 4

• NT2
• ISK

Thema 18

Nederland

Taak 4

Vandaag leer je hoe je 

een e-mail schrijft met antwoorden op vragen van een vriendin. 

Je leert ook hoe je een e-mail van een ander controleert en verbetert.

Wat weet je nog?

Wat zet je in een e-mail?

– Hoe begin je een e-mail?

– Wat is beleefd taalgebruik?

– Heb je ooit iemand geholpen met informatie over Nederland?

Een vriendin van jou komt ook in Nederland wonen. 

Opdracht 1

Lees de e-mail van Karina.

Schijf haar vragen op.

Vraag

Welke woorden vind je moeilijk of ken je nog niet?

Opdracht 2: Schrijf een e-mail terug

 Schrijf een e-mail terug aan Karina. Geef antwoord op al haar vragen. 

Markeer je antwoorden met een ander kleurtje zodat je zeker weet dat je alle vragen beantwoord hebt!

A2

Schrijf een aanhef.

Maak een inleiding, kern en slot.

Sluit je e-mail af met een groet.

Vragen van Karina:

1. In welke plaats woon jij?
2. Is dat dichtbij Utrecht?
3. Zijn de mensen aardig in Nederland?
4. Heb jij al veel vrienden?
5. Vind jij dat ook dat Nederland een mooi land is?

Vragen van Karina:

1. Misschien kun je me een foto sturen?
2. Hoe vind jij het in Nederland?
3. Is het heel anders dan in ons land?
4. Denk je dat ik het daar leuk vind?
5. Zijn er nog speciale dingen die ik moet meenemen?

Opdracht 3: Bekijk de e-mail van een andere leerling.

 

Ruil je e-mail met een klasgenoot.

 Lees elkaars e-mails

Let op:

– Zijn alle vragen beantwoord?

– Wat mis je nog?

– Begrijp je alles? Wat is onduidelijk?

Klaar?

Verbeter je tekst en lever je 

e-mail in bij je docent.

Wat ging goed? Wat was lastig?