Het verbod op vuurwerk: Een betoog van 500 woorden

Het verbod op vuurwerk: Een betoog van 500 woorden
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Het verbod op vuurwerk: Een betoog van 500 woorden

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoel
Aan het einde van de les kun je een betoog van 500 woorden schrijven over het verbod op vuurwerk, inclusief inleiding, drie argumenten voor, een tegenargument en een weerlegging van het tegenargument, en een slot.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat weet je al over het verbod op vuurwerk?

Slide 3 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Inleiding
Wat is een betoog? Een betoog is een tekst waarin je een standpunt inneemt en dit standpunt onderbouwt met argumenten.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stap 1: Inleiding schrijven
Een goede inleiding trekt de aandacht van de lezer en introduceert het onderwerp en je standpunt.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Beginzinnen

Slide 6 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Stap 2: Argumenten voor
Bedenk drie argumenten die het verbod op vuurwerk ondersteunen. Elk argument moet onderbouwd worden met feiten en/of voorbeelden.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Argumenten voor een verbod op vuurwerk

Slide 8 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Stap 3: Tegenargument
Bedenk ook een tegenargument dat pleit voor het behoud van vuurwerk. Dit geeft je betoog meer nuance.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Argumenten tegen het standpunt:
een verbod op vuurwerk

Slide 10 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Stap 4: Weerlegging tegenargument
Weerleg het tegenargument door te laten zien waarom jouw standpunt sterker is. Gebruik feiten en logica om je weerlegging te onderbouwen.

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Weerleggingen bij het tegenargument (verbod op vuurwerk)

Slide 12 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Stap 5: Slot
Sluit je betoog af met een krachtige samenvatting van je standpunt en argumenten. Geef de lezer iets om over na te denken.

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Uitsmijters

Slide 14 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Bronnen vermelden
Verwijs op de juiste manier naar de bronnen die je hebt gebruikt.


Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oefening: Inleiding schrijven
Schrijf een pakkende inleiding voor je betoog over het verbod op vuurwerk.

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oefening: Argumenten voor
Bedank drie argumenten die het verbod op vuurwerk ondersteunen en onderbouw ze met feiten en/of voorbeelden.

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oefening: Tegenargument en weerlegging
Bedenk een tegenargument dat pleit voor het behoud van vuurwerk en schrijf een weerlegging om je standpunt te versterken.

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oefening: Slot schrijven
Schrijf een krachtig slot voor je betoog over het verbod op vuurwerk.

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Samenvatting
Een betoog van 500 woorden over het verbod op vuurwerk bevat een inleiding, drie argumenten voor, een tegenargument en een weerlegging van het tegenargument, en een slot. Vergeet niet om bronnen te vermelden!

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 21 - Open vraag

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 22 - Open vraag

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 23 - Open vraag

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.