Soorten communicatie en vragen stellen

Soorten communicatie en vragen stellen
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
MentorlesVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 4Leerroute 5

In deze les zitten 14 slides, met tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Soorten communicatie en vragen stellen

Slide 1 - Tekstslide

Doel van de les
In deze les:
  • leer je wat non-verbale communicatie is
  • ervaar je de verschillen tussen gesloten en open vragen en die kun je benoemen.
  • oefen je met het stellen van open en gesloten vragen 
  • oefen met samenvatten en doorvragen.

Slide 2 - Tekstslide

Soorten communicatie
Verbale communicatie :
  •  Je zelf uiten met woorden en/of geluiden. Gesproken en geschreven.

Non verbale communicatie: 
  • Communiceren zonder woorden. Zoals gebaren/ oogcontact


Slide 3 - Tekstslide

Wat is non-verbale communicatie
  1. Houding
  2. Oogcontact
  3. Gebaren en bewegingen
  4. Uiterlijk 

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Maar liefst  93% van wat je wilt overbrengen, gebeurt via non-verbale signalen! 

Woorden vormen dus maar een klein deel van de communicatie tussen mensen. 

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Gesloten vragen vs. open vragen
Gesloten vragen:              Vragen waarop alleen ja of nee                                                                        geantwoord kan worden

Open vragen:                      Geeft ruimte om zelf een antwoord te                                                        bedenken

Slide 8 - Tekstslide

Black Stories
Oefenen met gesloten vragen 





                                                                                                                     5-10 min

Slide 9 - Tekstslide

Gesloten vragen
  • Ja / Nee
  • Meerkeuzevragen
  • Alternatief-vragen (kies je voor deze of voor die andere?)

Slide 10 - Tekstslide

Open vragen
  • Wie
  • Wat
  • Waar
  • Wanneer
  • Welke
  • Hoe, etc.
Wat vinden jullie van een ‘waarom’-vraag in gesprekken?

Slide 11 - Tekstslide

LSD

Waarom samenvatten?

Hoe samenvatten?

  • Eigen woorden
  • Vragen of het klopt
  • Gebruik ‘jij’ of ‘u’ in de samenvatting

Slide 12 - Tekstslide

LSD oefenen
Jullie gaan elkaar vragen stellen over een onderwerp. (bv. beroep, hobby)
Als ik je aankijk en jouw naam zeg, ben je aan de beurt!
Kondig aan wat voor een vraag je gaat stellen (gesloten of open). Na een gesloten vraag mag je nog een open vraag stellen. 
Let op: Andersom niet.
De volgende die aan de beurt is, vat de antwoorden samen en vraagt daarop door.
                                                                                                                                        10 - 15 min

Slide 13 - Tekstslide

Afsluiting
Lesdoel behaald?:
  • ervaar je de verschillen tussen gesloten en open vragen en die kun je benoemen.
  • oefen je met het stellen van open en gesloten vragen en met samenvatten.

Slide 14 - Tekstslide