V2 H6 Bewegen herhaalles

H6 - Bewegen
Herhaalles H6.1 t/m H6.4
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

H6 - Bewegen
Herhaalles H6.1 t/m H6.4

Slide 1 - Tekstslide

H6.1 
Bewegingen vastleggen

Slide 2 - Tekstslide

Wat is een stroboscopische foto?

Slide 3 - Open vraag

Welke van de onderstaande heb je niet nodig voor het maken van een stroboscopische foto?
A
Een stroboscooplamp
B
Een lichte kamer
C
Een donkere kamer
D
Een stroboscoop

Slide 4 - Quizvraag

Stroboscopische foto
Een stroboscopische foto is een foto in een verduisterde ruimte, met als verlichting de stroboscooplamp. Je kunt hiermee goed een beweging vastleggen. 

Je hebt 3 dingen nodig om een stroboscopische foto te maken: 
1. Een donkere kamer
2. Een stroboscoop: een camera die deze speciale foto's kan maken. 
3. Een stroboscopische lamp: een lamp die met regelmatige tussenpozen een lichtflits geeft om zo'n foto te maken. 

Slide 5 - Tekstslide

H6.2
Gemiddelde snelheid

Slide 6 - Tekstslide

Sleep het juiste symbool naar de goede grootheid of eenheid. 
Gemiddelde snelheid
Afstand
Tijd
Kilometer per uur
meter per seconde
Vgem
s
t
km/h
m/s

Slide 7 - Sleepvraag

De formule voor gemiddelde snelheid is...
A
Vgem = s * t
B
Vgem = t/s
C
Vgem = s/t
D
s = t/Vgem

Slide 8 - Quizvraag

Als ik de formule voor gemiddelde snelheid ombouw, krijg ik de volgende formule voor afstand:
A
s = t/Vgem
B
s = Vgem/t
C
s = Vgem * t

Slide 9 - Quizvraag

Als ik de formule voor de snelheid ombouw, krijg ik de volgende formule voor de tijd:
A
t = Vgem * s
B
t = s/Vgem
C
t = Vgem/s

Slide 10 - Quizvraag

Een trein rijdt 60 kilometer in 30 minuten. Bereken de gemiddelde snelheid in kilometer per uur.

Slide 11 - Open vraag

Wat kun je berekenen met het oppervlakte onder een v,t-diagram?
A
Snelheid
B
Afstand
C
Tijd
D
Gemiddelde snelheid

Slide 12 - Quizvraag

Bereken de afgelegde afstand van deze auto. 

Slide 13 - Tekstslide

Gemiddelde snelheid
Je kunt de gemiddelde snelheid berekenen met de volgende formule: Vgem= s/t, met s als afstand en t als tijd. 

Er zijn 2 eenheden voor snelheid: km/h en m/s. Je kunt deze in elkaar omrekenen. 
Ga je van km/h naar m/s? Dan moet je delen door 3,6. 
Ga je van m/s naar km/h? Dan doe je keer 3,6. 

Slide 14 - Tekstslide

Je kunt de formule voor gemiddelde snelheid ombouwen tot de formule voor afstand en tijd: 
s = Vgem * t                                                                       t = s/Vgem

De afstand kun je ook berekenen met het oppervlakte onder een (v,t)-diagram. 

Slide 15 - Tekstslide

H6.3
Versneld, eenparig en vertraagd. 

Slide 16 - Tekstslide

a
b
c
Versnelde beweging
Eenparige beweging
Vertraagde beweging

Slide 17 - Sleepvraag

De grafiek is een
(plaats,tijd)-diagram
voor een ...
A
... vertraagde beweging
B
... versnelde beweging
C
... eenparige beweging
D
... stilstaande beweging

Slide 18 - Quizvraag

De grafiek is een
(plaats,tijd)-diagram
voor een ...
A
... vertraagde beweging
B
... versnelde beweging
C
... eenparige beweging
D
... stilstaande beweging

Slide 19 - Quizvraag

Sleep de bijbehorende beweging naar het juiste (v,t)-diagram. 
Eenparig vertraagde beweging
Eenparig versnelde beweging
Eenparige beweging 

Slide 20 - Sleepvraag

H6.3 versneld, eenparig, vertraagd
Voor je verder gaat naar de volgende paragraaf: check nog eens heel goed of je de aantekeningen van H6.3 op de juiste manier in je schrift hebt! 

Hoort de juiste grafiek bij de juiste omschrijving? 

Slide 21 - Tekstslide

H6.4
Remmen en botsen

Slide 22 - Tekstslide

Wat wordt bedoeld met de remweg?
A
De afstand die de auto aflegt voor het gaat remmen.
B
De afstand die de auto aflegt tijdens de reactietijd en de stopafstand.
C
De afstand die de auto aflegt tijdens de reactietijd.
D
De afstand die de auto aflegt tijdens het remmen.

Slide 23 - Quizvraag

Hoe groter de massa van de auto, hoe korter de remweg.
Waar
Niet waar

Slide 24 - Poll

Hoe groter de remkracht van de auto, hoe korter de remweg.
Waar
Niet waar

Slide 25 - Poll

In de vorige 2 vragen heb je gezien dat de remkracht en de massa van de auto een invloed hebben op de remweg. Welke van de onderstaande opties heeft nog meer invloed op de remweg?
A
Het soort auto
B
De beginsnelheid
C
De lengte van de weg
D
De kwaliteit van het asfalt

Slide 26 - Quizvraag

Wat is het verschil tussen de remweg en de stopafstand?

Slide 27 - Open vraag

Wat is het verband tussen remweg en beginsnelheid?
A
Als de snelheid n keer zo groot wordt, wordt de remweg n^2 keer zo lang.
B
Als de snelheid n keer zo groot wordt, wordt de remweg wortel n keer zo lang.
C
Als de snelheid n keer zo groot wordt, wordt de remweg 2 keer zo lang.
D
Als de snelheid n keer zo groot wordt, wordt de remweg n keer zo lang.

Slide 28 - Quizvraag

De remweg van de auto is 30 meter lang bij een snelheid van 50 km/h. Hoelang is de remweg bij een snelheid van 100 km/h?

Slide 29 - Open vraag

De stopafstand is hetzelfde als de reactieafstand.
Waar
Niet waar

Slide 30 - Poll

Remweg
De remweg is de afstand die de auto aflegt tijdens het remmen. 

Er hebben 3 dingen invloed op de remweg: 
1. De beginsnelheid - hoe hoger de beginsnelheid, hoe langer de remweg. 
2. De massa van de auto - hoe groter de massa, hoe langer de remweg. 
3. De remkracht - hoe groter de remkracht, hoe korter de remweg. 

Als de beginsnelheid n keer zo groot is, dan is de remweg n^2 keer zo lang. 

Slide 31 - Tekstslide

Stopafstand
De stopafstand is de totale afstand die de auto nodig heeft om te stoppen. De formule daarvoor is:  stopafstand = reactieafstand + remweg. 

De reactieafstand hierin is 
de afstand die de auto 
aflegt tijdens de reactietijd. 

Slide 32 - Tekstslide

H6 - Bewegen
Dit was hoofdstuk 6! 

Maak de oefentoets die op It's Learning staat over H6 en H7. 

Heb je vragen?
  STUUR MIJ EEN BERICHTJE VIA TEAMS!  


Slide 33 - Tekstslide