Lezen jaar 3 paragraaf 3.3

Welkom 
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 3

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Welkom 

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
We gaan de komende weken aan de slag met leesvaardigheid paragraaf 3.3 en de volgende onderwerpen komen aan bod:

  • Mening en argument
  • Betoog
  • Subjectieve informatie 
  • Functies inleiding en slot 
  • Tussenkopjes
  • Online bruikbare informatie zoeken op internet 



Slide 2 - Tekstslide

10 minuten lezen!
timer
10:00

Slide 3 - Tekstslide

Leerdoelen 


  • Je herkent een betoog.
  • Je beoordeelt of informatie subjectief is. 
  • Je benoemt de functies van een inleiding en het slot.
  • Je beoordeelt of informatie bruikbaar is. 

Slide 4 - Tekstslide

Meningen en argumenten

Slide 5 - Tekstslide

Een ander woord voor mening is standpunt.
A
ja
B
nee

Slide 6 - Quizvraag

Mening, of argument?
"Chocolade is lekker"
A
Argument
B
Mening

Slide 7 - Quizvraag

Mening of argument?

,omdat ik morgen naar de tandarts moet.
A
Argument
B
Mening

Slide 8 - Quizvraag

Mening of argument?

Koken is moeilijk.
A
Argument
B
Mening

Slide 9 - Quizvraag

In een recensie geeft iemand zijn persoonlijke mening met argumenten.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 10 - Quizvraag

Ik snap nu de woorden feit, mening en argument.
A
Helemaal!
B
Redelijk
C
soms wel soms niet
D
nog niet echt

Slide 11 - Quizvraag

Mening en argument
  • Een mening is wat iemand vindt van iets.
Met een mening kun je het eens zijn of oneens. Signaalwoorden voor je mening zijn: ik vind, naar mijn mening, volgens mij. 

Een mening kun je onderbouwen met argumenten.

  • Een argument geeft aan waarom je een bepaalde mening hebt. 

In een tekst vind je argumenten door te zoeken naar signaalwoorden:  want, omdat, namelijk en immers. Achter deze signaalwoorden vind je vaak argumenten die een bepaalde mening onderbouwen.

Slide 12 - Tekstslide

Betoog

Slide 13 - Tekstslide

Subjectieve informatie

Slide 14 - Tekstslide

Objectief/Subjectief 
Subjectieve informatie 
op eigen mening gebaseerd
iemand wordt beïnvloed door gevoel, mening of vooroordeel (partijdig, bevooroordeeld)

Objectieve informatie 
op feiten gebaseerd
iemand wordt niet beïnvloed door gevoel, mening of vooroordeel. Welke beroepen? 

Objectieve argumenten zijn gebaseerd op controleerbare feiten.
Subjectieve argumenten zijn bijvoorbeeld gebaseerd op een mening, gevoel, ervaring of vermoedens.

Slide 15 - Tekstslide

Even oefenen 
Geeft de zin objectieve of subjectieve informatie? 

1: Om 12 uur is er een inbraak gepleegd.
2: Er is ingebroken in een huis aan de Vondellaan. 
3: Het is het mooiste huis van de straat.
4: De bewoners waren niet thuis op het moment van de inbraak.
5: Op de achterdeur zijn inbraaksporen zichtbaar.
6: De jongens van de buurt hebben de inbraak waarschijnlijk gepleegd, want zij zijn altijd uit op rottigheid.

Slide 16 - Tekstslide

Functies inleiding/slot

Slide 17 - Tekstslide

Functies van inleiding en slot
De inleiding is ook altijd bedoeld om de aandacht te trekken

Inleiding
Slot
Het onderwerp noemen
Een conclusie of samenvatting geven
De aanleiding noemen
Een advies of waarschuwing geven
De centrale vraag stellen
Een toekomstverwachting uitspreken
De mening van de schrijver geven
Een samenvatting geven
Een persoon of personen introduceren
Functies van inleiding en slot

Slide 18 - Tekstslide

Tussenkopjes 

Slide 19 - Tekstslide

Tussenkopjes
Tussenkopjes zijn de wegwijzers in je tekst. Als je steeds boven enkele alinea’s (die bij elkaar horen) een duidelijk kopje zet, wordt je tekst toegankelijker en begrijpelijker voor de lezer en daarmee ook duidelijker.

Tussenkopjes hebben verschillende functies:

  • Ze maken duidelijk hoe je tekst is opgebouwd: wat de thema’s en subthema’s zijn die je gaat bespreken.
  • Ze helpen je lezers om snel de informatie te vinden die ze in een tekst zoeken.
  • Ze geven ‘lucht’ op een (web)pagina en zorgen ervoor dat je tekst uit ‘hapklare brokken’ bestaat.
  • Ze trekken de aandacht en maken je lezer nieuwsgierig. 

Slide 20 - Tekstslide

Bronnen op internet

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Video

Informatie beoordelen 
Als je informatie zoekt, begin je vaak met een vraag waar je antwoord op wilt hebben. Vervolgens krijg je een waslijst aan websites met mogelijke antwoorden op jouw vraag. Het is belangrijk om goed te kijken welke informatie bruikbaar en betrouwbaar is en welke niet. 

Waar moet je opletten?
  • Geeft de tekst een duidelijk antwoord op jouw vraag?
  • Komt het doel van een tekst overeen met jouw doel? 
  • Is de tekst begrijpelijk geschreven? 

Slide 23 - Tekstslide

Afsluiting
We werken aan de volgende leerdoelen:




  • Je herkent een betoog.
  • Je beoordeelt of informatie subjectief is.
  • Je benoemt de functies van een inleiding en het slot.
  • Je beoordeelt of informatie bruikbaar is. 

Slide 24 - Tekstslide