Beroepshouding 29-11-2022

Professionele (beroeps)houding
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 100 min

Onderdelen in deze les

Professionele (beroeps)houding

Slide 1 - Tekstslide

Er was eens........

Slide 2 - Tekstslide

Beroepshouding

Slide 3 - Woordweb

Professionele houding
  • Zachte kant van je professionele handelen
  • Laten zien wie je bent en hoe je met zorgvragers en collega's om wilt gaan
  • Je maakt zichtbaar vanuit welke persoonlijke betrokkenheid je in de zorg staat
  • Hoe moreel gevoelig je bent
  •  Door welke waarden je laat motiveren en inspireren.  

Slide 4 - Tekstslide

Professionele houding
  • niet alleen van belang wát je doet
  • ook hoe je het doet
  • hoe je als persoon betrokken bent bij de zorg die je verleent
  • hoe jij aansluit op de manier waarop de zorgvrager in het zorgproces staat
  • op diens vragen, onzekerheid, op zijn angst en hoop, of op zijn soms onbegrijpelijke onverschilligheid.

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

Je beroepshouding is de houding waarover je in je beroep moet beschikken om je beroep goed te kunnen uitoefenen
A
Juist
B
Onjuist

Slide 7 - Quizvraag

In de relatie tussen zorgvrager en verpleegkundige is sprake van wederzijde afhankelijkheid.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 8 - Quizvraag

Basis voor de beroepshouding vormen je eigen waarden en normen
A
Juist
B
Onjuist

Slide 9 - Quizvraag

Beroepshouding
Bepaalde, professionele houding waarover je dient te beschikken om je werk naar behoren uit te voeren.

Het gaat vooral over:
  • de manier waarop je je beroep uitoefent;
  • hoe je bij anderen overkomt;
  • welke verwachtingen er zijn vanuit je beroepsgroep.



Slide 10 - Tekstslide

Een houding, ook een beroepshouding, omvat altijd drie aspecten:

  • gevoelsmatig aspect: je houding wordt bepaald door het gevoel dat de ander bij je oproept;
  • verstandelijk aspect: je houding wordt bepaald door wat je van de ander weet;
  • ethisch aspect: je houding wordt bepaald door wat jij wel en niet belangrijk vindt, door datgene waaraan je waarde hecht.


Slide 11 - Tekstslide

Beroepshouding en beroepscode

  • Het beroepsprofiel, met de omschrijving van de kennis en vaardigheden die je nodig hebt voor je beroep;
  • Richtlijnen en protocollen van de beroepsgroep;
  • Wet- en regelgeving, waaronder ook uitspraken in (tucht)rechtszaken;
  • Richtlijnen van de inspectie;
  • De beroepscode, met (beroeps)ethische uitgangspunten en standpunten.




Slide 12 - Tekstslide

In de praktijk
 

  • Hoe reageer je op zorgvragers?
  • Hoe werk je samen met collega’s?
  • Hoe pak je taken op?
  • Hoe ga je om met feedback van leidinggevenden?
  • Hoe reageer je op nieuwe plannen en voorstellen?




Slide 13 - Tekstslide

De beroepscode geeft aan welke waarden de beroepsgroep in de beroepsuitoefening belangrijk vindt.
Integriteit
Betrokkenheid
Rechtvaardigheid
Respect
Niet schaden
Zelfbeschikking


Slide 14 - Tekstslide

In de zorgverlening ga je in eerste instantie uit van de waarden en normen van de zorgvrager. Toch lukt dat niet altijd.

Wat wordt van jou als verpleegkundige in zo’n situatie verwacht?

Slide 15 - Open vraag

Vind jij dat je als verpleegkundige kennis moet hebben van alle verschillende culturen? Leg je antwoord uit.

Slide 16 - Open vraag

Openstaan begint al direct bij de eerste ontmoeting: daarom moet je oppassen bij je eerste indruk.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 17 - Quizvraag

Kernkwaliteiten
  • betrokkenheid
  • empathie
  • assertiviteit
  • representativiteit
  • integriteit

Slide 18 - Tekstslide

7 Eigenschappen die je geschikt maken voor de zorg
1.  Interesse in mensen en empathie
2. Sociale vaardigheden
3. Teamplayer
4. Emotionele stabiliteit
5. Flexibiliteit
6. Kunnen plannen en organiseren
7. Realisme

Slide 19 - Tekstslide

Oefening 1

Slide 20 - Tekstslide

Overleg in groepjes van 4:
-Zet de eigenschappen uit de vorige dia die jullie het belangrijkste vinden bovenaan en maak zo een top 7.
-Zet er ook bij waarom jullie bepaalde eigenschappen belangrijker vinden dan andere.




Slide 21 - Tekstslide

Oefening 2
Individueel:
Welke eigenschap beheers jij het beste en waarom?
Met welke eigenschap heb jij het meeste moeite en waarom?

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide