➤ Gebruik je als je iedere afzonderlijke persoon of ding bedoelt, één voor één.
Vaak met kleinere groepen.
Benadrukt het individuele.
🔹 Voorbeeld:
Each student got a prize.
→ Elke student kreeg een prijs (apart, één voor één).
I spoke to each of them.
→ Ik sprak met elke van hen, afzonderlijk.