In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Methodisch handelen
Doelen stellen
Les 5
Slide 1 - Tekstslide
Bijzonderheden
Vragen of opmerkingen?
Slide 2 - Tekstslide
Wat gaan we deze les doen:
planning
lesdoelen
terugblik vorige lessen
theorie doelen stellen
werken aan opdrachten
evaluatie en vooruitblik
Slide 3 - Tekstslide
planning:
Les 4-6: Doelen formuleren, Activiteiten plannen
lesweek 7: Organiseren en afstemmen, rapporteren
lesweek 8: Evalueren, overdracht en ontslag
Uitleg en voorbereiding exameneenheid B
lesweek 9: inleveren toetsen = 14 april/ Geen les
VIG: Oefenopdracht BPV Digibib - Draagt mede zorg voor het individuele plan van de zorgvrager BPV beoordeeld.
MZ: Oefenopdracht BPV Digibib C - inventariseert de hulpvragen van de cliënt. BPV beoordeeld
Opdracht observeren: vakdocent beoordeeld
Slide 4 - Tekstslide
Lesdoelen:
Hoofddoel: Je kunt samen met de zorgvrager een correct zorgdoel formuleren.
Je zet de ervaringsdeskundige rol van de zorgvrager en zijn naasten/vertegenwoordiger in bij het opstellen van een individueel plan.
Je kunt een correct doel formuleren volgens de SMART methode.
Je verwerkt passende technologische hulpmiddelen in de doelen van het ondersteuningsplan of zorgplan van de cliënt/ zorgvrager
Slide 5 - Tekstslide
Terugblik naar vorige lessen....
Slide 6 - Tekstslide
Wat past bij methodisch werken?
A
werken volgens een logische volgorde
B
samen met collega's bepaal jij de doelen
Slide 7 - Quizvraag
Een anamnesegesprek is:
A
Een gesprek met de zorgvrager waarin je doelen bepaald.
B
Een eerste gesprek met de zorgvrager
Slide 8 - Quizvraag
Wat doe je bij observeren?
A
aandachtig kijken en beschrijven wat je waarneemt
B
grondig onderzoeken van problemen
C
een dossier lezen om achtergrondinformatie te verzamelen
Slide 9 - Quizvraag
Wanneer je gegevens en informatie hebt verzamelt ga je:
A
Interventies plannen om doelen te behalen
B
Samen met de zorgvrager doelen formuleren
Slide 10 - Quizvraag
Wat is een zorgdoel?
A
Hiermee stel je de behoefte aan zorg vast
B
concrete omschrijving van een gewenste situatie/gedrag
C
Een vergelijking van resultaat
Slide 11 - Quizvraag
Een zorgdoel:
Nadat je de zorgproblemen hebt vastgesteld, ga je de zorgdoelen formuleren. Een zorgdoel is de gewenste situatie van de zorgvrager. Je bepaalt de zorgdoelen altijd samen met de zorgvrager of zijn vertegenwoordiger. Je gaat uit van de vastgestelde zorgproblemen en je houdt rekening met de afspraken met andere disciplines
Slide 12 - Tekstslide
Het zorgproces- zorgdoelen
Wanneer er zorgproblemen zijn vastgesteld.
Een zorgdoel is de gewenste situatie of gewenst gedrag van de zorgvrager.
Formuleren van zorgdoelen is een hulpmiddel.
Slide 13 - Tekstslide
Termijn zorgdoel:
Lange termijn: weken, maanden of jaren. Een andere naam is einddoel.
Korte termijn: paar dagen of zelfs uren, onderdeel van het lange termijndoel. Stap voor stap werk je met het korte termijndoel toe naar het einddoel.
Slide 14 - Tekstslide
Formuleren van zorgdoelen:
Formuleer vanuit de zorgvrager: Mw. Bergsma
Gebruik daarna een actief werkwoord zoals: wast zichzelf, komt uit bed…
Daarna: hoe, waarmee, onder welke omstandigheden
Welke tijd moet het doel behaald zijn
Bijvoorbeeld: Dhr. Snel leert zichzelf injecteren met insuline voor de nacht binnen 5 dagen.
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Tekstslide
Hulpmiddel is de SMART:
Slide 17 - Tekstslide
Maak zelf eens een doel. Bijvoorbeeld over iets wat je wilt leren of kunnen in een bepaalde periode. Bijvoorbeeld koken, verven een bepaalde hobby uitoefenen. Formuleer deze SMART.
Slide 18 - Open vraag
Lees de casus van Hannah. Beschrijf het probleem met de PES
Slide 19 - Open vraag
PES:
Hannah heeft te weinig energie (P)
omdat ze ongezond eet (E).
Ze voelt zich 's ochtends te moe om op te staan en 's avonds te moe om naar bed te gaan. Heel vaak moe.
Zegt privé afspraken af.(S)
Slide 20 - Tekstslide
Het doel voor Hannah wordt: Hannah eet vanaf nu altijd gezond. Wat vind je hiervan?
Slide 21 - Open vraag
Opdracht (5 min): Maak een SMART doel voor Hannah. Schrijf dit op een post it.
Ruil met je buur....
Hadden jullie hetzelfde?
Wat valt op?
Slide 22 - Tekstslide
Goed of fout SMART doel: Kobe wil op dansles.
A
juist
B
niet juist
Slide 23 - Quizvraag
Goed of fout SMART doel: Ik wil in 1 maand tijd 2 kg afvallen in gewicht.
A
juist
B
onjuist
Slide 24 - Quizvraag
welke technologische hulpmiddelen ken je en zou je in kunnen zetten bij een zorgdoel?
Slide 25 - Woordweb
Werken aan de opdrachten (Digibib of opdracht observeren)
Slide 26 - Tekstslide
Lesdoelen behaald???
Hoofddoel: Je kunt samen met de zorgvrager een correct zorgdoel formuleren.
Je zet de ervaringsdeskundige rol van de zorgvrager en zijn naasten/vertegenwoordiger in bij het opstellen van een individueel plan.
Je kunt een correct doel formuleren volgens de SMART methode.
Je verwerkt passende technologische hulpmiddelen in de doelen van het ondersteuningsplan of zorgplan van de cliënt/ zorgvrager
Wij gebruiken cookies om jouw gebruikerservaring te verbeteren en persoonlijke content aan te bieden. Door gebruik te maken van LessonUp ga je akkoord met ons cookiebeleid.