10.1: ontkenning

• Frans
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

Cours du 4 mars

ontkenning

VIFE : Fenna Visser

Wat ga je deze les leren?

1. Je beantwoordt vragen 'bij de dokter'.
2. Je kunt een ontkennende zin maken.

Planning

• Magister
• Questions
• Ontkenning
• Inzage proefwerk

Magister

• Aanwezig
• Op tijd
• Boeken mee: cahier B
• Huiswerk gemaakt: lire B

Questions (p. 18)

Tu es chez le docteur, réponds aux questions:

1. Tu as mal à la tête ?
2. Tu as mal à l'oreille ?
3. Tu as mal au dos ?
4. Tu as mal aux yeux ?

Ontkenning (p. 22-25)

Tu as mal aux yeux ?

• Non, je n'ai pas mal aux yeux.
• Hoe vertaal je het onderstreepte ?
• Ontkenning: ne...pas
• Zelf proberen: ex. 17a
• Waar staat ne en pas in de zin?

Ontkenning (p. 22-25)

Wat viel je op aan de ontkenningen bij ex. 17a ?

• naast ne...pas zijn er nog andere ontkenningen
• ne...plus                = niet meer
• ne...jamais            = nooit
• ne...rien                 = niets
• ne...pas encore  = nog niet

Ontkenning (p. 22-25)

• Faire: ex. 16c, 17c, 18, 19a
• Aide: grammaire p. 22-23, werkwoorden p. 156-157
• Fini? ex. 17d, apprendre voca E

Inzage proefwerk

• Etuis en pennen van tafel.
• We bespreken de toets eerst klassikaal: tel je fouten.
• Individuele vraag? Kom na de bespreking bij mijn bureau.
• Geen vragen? Lever je blaadjes in voorin de klas.

Wat heb ik geleerd?

1. Ik kan vragen beantwoorden bij de dokter.
2. Ik weet hoe ik een ontkenning maak in het Frans.
   

Devoirs

• Faire: ex. 16c, 17c, 18, 19a
• Apprendre: vocabulaire E, chapitre 5
  
• Apporter (=meenemen): cahier B !