Herhaling feesttenten regel en uitleg modaalverben

Herhaling feesttenten regel en uitleg modaalverben
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Herhaling feesttenten regel en uitleg modaalverben

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Vervoeg het volgende werkwoord op de juiste manier! (Arbeiten) du morgen in Frankreich?
A
Arbeitest
B
Arbeitet
C
Arbeite
D
Arbeitst

Slide 5 - Quizvraag

Meine Eltern (wohnen) in einem Dorf.
A
wohnt
B
wohne
C
wohnst
D
wohnen

Slide 6 - Quizvraag

Ihr(machen) heute zwei Aufgaben!
A
mache
B
macht
C
machst
D
machen

Slide 7 - Quizvraag

Klaas (schwimmen) jeden Tag eine halbe Stunde.
A
schwimmst
B
schwimme
C
schwimmt
D
schwimmen

Slide 8 - Quizvraag

Karin(reden) den ganzen Tag mit mir.
A
redt
B
redet
C
redest
D
reden

Slide 9 - Quizvraag

Ulrich und Helma (trinken) zusammen eine Tasse Tee.
A
trunken
B
trinkt
C
trinkst
D
trinken

Slide 10 - Quizvraag

Du (tanzen) doch jeden Freitag in der Disco, oder?
A
tanze
B
tanst
C
tanzt
D
tanze

Slide 11 - Quizvraag

Slide 12 - Tekstslide

Oefenen!
Pak voor de volgende vragen jullie boek erbij bladzijde 154 in Trabitour!

Slide 13 - Tekstslide

Ihr (dürfen) hier kein Wasser trinken.
A
dürft
B
darft
C
dürfen
D
darfst

Slide 14 - Quizvraag

Timon (können) morgen nicht arbeiten.
A
könnt
B
kannt
C
kann
D
können

Slide 15 - Quizvraag

Manche Schüler (mögen) Mathematik nicht.
A
mag
B
mögt
C
magst
D
mögen

Slide 16 - Quizvraag

Vervoegen 
Bij de volgende opdrachten vul je de juiste vorm in van het werkwoord. Daarnaast vervoeg je het werkwoord. Het staat er nu niet bij zoals bij de voorgaande vragen. Let op of je gebruik moet maken van een Umlaut!

Slide 17 - Tekstslide

"(.....) ich fernsehen (tv kijken)?", fragt ein Kind seine Mutter.

Slide 18 - Open vraag

Er (.....) kein Deutsch sprechen.

Slide 19 - Open vraag

Albert (....) keine Zitronen. Er findet sie zu sauer.

Slide 20 - Open vraag

(.....) du Horrorfilme? Nein, ich schaue lieber Actionfilme.

Slide 21 - Open vraag

(.....) ihr morgen arbeiten? Jan ist leider krank.

Slide 22 - Open vraag

"(.....) wir früher nach Hause gehen?", fragt Jantje die Lehrerin.

Slide 23 - Open vraag

Timon (....) Kebab und Bratwurst sehr gern, wenn er in Deutschland ist.

Slide 24 - Open vraag