H3.2 Welke partij past bij jou? 3C

Maatschappijleer 



POLITIEK 
3.2 Welke partij past bij jou? / Wie heeft de macht?
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 20 slides, met tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Maatschappijleer 



POLITIEK 
3.2 Welke partij past bij jou? / Wie heeft de macht?

Slide 1 - Tekstslide

Wat leer je in dit hoofdstuk?
  • Je weet het verschil tussen een democratie en een dictatuur
  • Je kan uitleggen wat 'de volksvertegenwoordiging' inhoudt.
  • Je weet bij welke vier verkiezingen je je stem mag uitbrengen. 
  • Je kan uitleggen wat actief- en passief kiesrecht is. 
  • Je kan uitleggen wat de rol van een lijsttrekker is en kent de belangrijkste lijsttrekkers uit de Tweede Kamer. 
  • Je weet welke middelen politieke partijen kunnen inzetten in verkiezingstijd
  • Je kan vier zaken noemen die linkse partijen belangrijk vinden èn vier zaken die rechtse partijen belangrijk vinden.

Slide 2 - Tekstslide

Democratie

  • Wetten worden gemaakt door politici die het volk zelf gekozen heeft;
  • mensen hebben naast plichten ook rechten;
  • deze rechten en plichten gelden voor burgers én overheid en staan in de grondwet;
  • er zijn meerdere politieke partijen waar het volk uit kan kiezen;
  • er is veel vrijheid voor de bevolking.
Dictatuur

  • Eén leider of een kleine groep mensen heeft álle macht in handen;
  • mensen hebben vooral plichten en weinig rechten;
  • vaak is er maar één politieke partij;
  • er is veel controle door de regering op de media en op de burgers.

Slide 3 - Tekstslide

Grondrechten

In Nederland hebben we veel rechten, zoals:
  • eigen godsdienst kiezen;
  • recht om te demonstreren;
  • persvrijheid.
 We kennen ook plichten, zoals:
  • als je inkomen hebt moet je belasting betalen;
  • je moet altijd je ID bij je hebben.

  • Deze rechten en plichten staan in de grondwet. Omdat iedereen zich er aan moet houden noemen we ze ook wel grondrechten of mensenrechten.

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Directe democratie =  De mensen wordt direct om hun mening gevraagd =>  referendum 
Indirecte democratie = De mensen kiezen een volksvertegenwoordiger die voor hen beslist.

Slide 6 - Tekstslide

Actief kiesrecht 
Iedereen die ouder is dan 18 jaar èn de Nederlandse nationaliteit heeft mag stemmen wie de volksvertegenwoordigers worden in:

1. de gemeente
2. de provincie 
3. de Tweede Kamer
4. het Europees Parlement

Slide 7 - Tekstslide

Passief kiesrecht 
Als je ouder dan 18 bent èn beschikt over de Nedelandse nationaliteit mag je je ook verkiesbaar stellen.  

Dus: 
Actief kiesrecht >  Het recht om te mogen stemmen
Passief kiesrecht > Het recht om je verkiesbaar te stellen. 

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Video

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Terugblik
Wat zijn:
-directe of indirecte verkiezingen? 
-volksvertegenwoordigers?
-Actief en passief kiesrecht?
-Politiek links en politiek rechts?
-lijsttrekkers? 
-compromissen? 

Welke partijen vormen momenteel een 
coalitie in Nederland? 
 

Slide 19 - Tekstslide

Aan de slag

Lezen: 
Paragraaf 3.2 Welke partij past bij jou? (KGT-boek)
Paragraaf 3.2 Wie heeft de macht (BK-boek)  

Maken:  De opdrachten die bij de paragraven horen



Slide 20 - Tekstslide