P1 week 6 - Socrates

Leg uit wat het verschil is tussen wijsheidstradities, mythen en de manier waarop natuurfilosofen te werk gingen.
1 / 23
volgende
Slide 1: Open vraag
FilosofieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Leg uit wat het verschil is tussen wijsheidstradities, mythen en de manier waarop natuurfilosofen te werk gingen.

Slide 1 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Video

Vraag: Vind jij het logisch om te veronderstellen dat er een oerstof moet zijn? Geef een argument voor of tegen.   

Vraag: waarin lijkt dit op wat de natuurfilosofen deden?
Leerdoelen

Aan het einde van deze les...

13) ik kan uitleggen waarom Socrates wordt gezien als keerpunt.

14) ik kan uitleggen wat de vroedvrouwmethode inhoudt.







Slide 3 - Tekstslide

NB verwachting 'maak': schrijf op in je schrift.

Slide 4 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Socrates

  • filosofeert over de mens en hun handelen
  • stelt vooral vragen
  • 'het niet onderzochte leven is het leven niet waard'
  • 'Het enige dat ik zeker weet is dat ik niets zeker weet'

Wie is intelligenter: een docent die twijfelt of een docent die nooit durft te twijfelen?

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De vroedvrouwmethode 

Kennis over wiskunde, goedheid, schoonheid, waarheid zit al in ons als 'geesteskind'.

Socrates als vroedvrouw.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De socratische methode

1) vraag
2) definitie
3) weerlegging
4) verwarring
5) nieuwe definitie
kennis
Aannames/vooronderstellingen
1Wat is vriendschap?
twee mensen die elkaar helpen
stel nu dat ik jou help, omdat ik daar zelf geld mee verdien?
ok, helpen is niet voldoende. maar wat dan?
vriendschap is elkaar helpen uit zorg voor het welzijn van de ander

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lees 5 op p.25 en beantwoord de volgende vragen:

1) De Romeinse filosoof Cicero zei Socrates filosofie 'van de hemelen naar de marktplaats haalde'. Wat bedoelde hij hiermee?

2) Welke overeenkomst heeft Socrates met de natuurfilosofen?

3) Leg uit waarom Socrates de 'horzel van Athene' werd genoemd. Hebben we tegenwoordig nog horzels? Vind je dat we die nodig hebben?

4) Socrates werd ter dood veroordeeld. Leg uit waarom filosofie voor hem gevaarlijk was. 

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen

Aan het einde van deze les...

13) ik kan uitleggen waarom Socrates wordt gezien als keerpunt.

 14) ik kan uitleggen wat de vroedvrouwmethode inhoudt.
 







Slide 9 - Tekstslide

NB verwachting 'maak': schrijf op in je schrift.
Is dit mooi of vind je dit mooi?

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vandaag

1. Socratisch rationalisme uitleggen en toepassen (Lessonup)
2. Uitleg objectivisme vs relativisme
3. gesprek over schoonheid
4. uitleg sofisten en oefening (Lessonup)

Slide 11 - Tekstslide

NB verwachting 'maak': schrijf op in je schrift.
Leerdoelen

Aan het einde van deze les...

15) kan ik uitleggen wat socratisch rationalisme is
16) kan ik de verschillen benoemen tussen Socrates en de sofisten en hun visies toepassen
17) kan ik de begrippen ‘objectief’ en ‘relativisme’ uitleggen
.
 







Slide 12 - Tekstslide

NB verwachting 'maak': schrijf op in je schrift.
Stelling: Kennis van het goede leidt ook tot goed handelen.
Eens
Oneens

Slide 13 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Wat is Socratisch rationalisme?

Slide 14 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Je geeft een vriend(in) informatie over de schadelijke gevolgen van roken. Je bent ervan overtuigd die vriend(in) met deze informatie zal besluiten te stoppen met roken. Dit is een voorbeeld van socratisch rationalisme omdat...

Slide 15 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Een goede filosoof kan nooit een slecht mens zijn volgens Socrates. Waarom niet?

Slide 16 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Is dit mooi of vind je dit mooi?

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Objectivisme: de opvatting dat wat mooi/goed/waar is onafhankelijk is van tijd, plaats of omstandigheden.

Relativisme: de ontkenning van het bestaan van één waarheid. Wat mooi/goed/waar is, is afhankelijk van de persoon. 

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag
1) Vertel wat je mee hebt genomen en wat je mooi vindt aan je voorwerp. Probeer zo precies mogelijk te zijn: is het de vorm, de kleur, de afkomst, de betekenis of iets anders?
2) Is je gesprekspartner het daarmee eens? 
3) Zou iedereen het daarmee eens zijn?
4) Bepaal of de schoonheid van jouw voorwerp objectief of relatief is.


Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen

Aan het einde van deze les...

15) kan ik uitleggen wat socratisch rationalisme is. 
16) kan ik de verschillen benoemen tussen Socrates en de sofisten en hun visies toepassen. 
17) kan ik de begrippen ‘objectief’ en ‘relativisme’ uitleggen. 
.
 







Slide 20 - Tekstslide

NB verwachting 'maak': schrijf op in je schrift.
Sofisten: rondreizende leraren die lesgaven in de kunst van het overtuigen (retorica).

  • relativisten: dé waarheid bestaat niet
  • het draait om gelijk krijgen, niet om gelijk hebben
  • de rede is er om mensen te overtuigen


Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Socrates
sofisten
Er bestaat één waarheid
waarheid bestaat niet
relativisme
objectivisme
doel is gelijk hebben
Doel is gelijk krijgen
reflectie en onderzoek
overtuigen
filosofie
retorica

Slide 22 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een advocaat staat in een rechtszaak altijd aan de kant van de verdachte. Een advocaat doet er alles aan om een zo’n gunstig mogelijke uitspraak te verkrijgen. Dit doet hij door ontlastend bewijs te verzamelen, of door op zoek te gaan naar andere aspecten die in het voordeel van de verdachte zijn.

Leg uit of de werkwijze van de advocaat meer aansluiten bij Socratische werkwijze of bij die van de sofisten.

Slide 23 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies