§3.4 Water in natte en droge gebieden

Welkom!
3.4 Water in natte en droge gebieden
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Welkom!
3.4 Water in natte en droge gebieden

Slide 1 - Tekstslide

Water
§3.4 Water in natte en droge gebieden

Slide 2 - Tekstslide

Herhaling
Opdracht 2, blz. 112
Waterkringloop
Vul de woorden in bij de nummers:
Gemengde rivier - Gletsjer - gletsjerrivier - grondwater - regen boven land - regen boven zee- regenrivier- sneeuw - verdamping - wolken boven land - wolken boven zee - zee

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Lesdoelen van deze les
Aan het einde van deze paragraaf:
- weet je wat een piekafvoer is en hoe Nederland probeert het water tegen te houden.

- begrijp je dat je met de aanleg van een stuwdam de verschillen in de waterbalans kunt opvangen.
- begrijp je wat waterstress is en hoe het tot conflicten kan leiden.
- weet je hoe mensen in droge gebieden aan zoet water kunnen komen.

Slide 5 - Tekstslide

Een gemengde rivier bestaat uit......
A
zoet water en zout water
B
oppervlaktewater en grondwater
C
water van een gletsjerrivier en water van een regenrivier
D
water van beken, sloten en meren samen

Slide 6 - Quizvraag

Het stroomgebied is
A
De hoofdrivier en alle zijrivieren
B
hetzelfde als het stroomstelsel
C
Het hele gebied dat afwatert op een rivier en de zijrivieren

Slide 7 - Quizvraag

De rivier, vriend en vijand
Piekafvoer
Wanneer er veel neerslag valt kan er wateroverlast onstaan. De rivier moet heel veel water afvoeren. Dit noemen we piekafvoer.

Tijdens piekafvoer, oftewel hoogwater, kan het water over de zomerdijk stromen.
Uiterwaard
Tijdens hoogwater, kan het water over de zomerdijk stromen. Het water stroom dan de overstroomgebied in. Dit noemen we de uiterwaard.

De uiterwaard wordt door de overstroming erg vuchtbaar. Het water laat een laagje rivierklei (slib) achter. Daarom zie je in de uiterwaarde veel boerebedrijven, maar ook fabrieken omdat rivierklei erg geschikt is voor bakstenen en dakpannen.
Zomerdijk
Lage dijk, vlak naast de rivier. 
houdt water tegen bij lage waterstanden
Winterdijk
Hoge dijk, achter de uiterwaarde. 
houdt water tegen bij hoge waterstanden.

Slide 8 - Tekstslide

Nu in het echt

Slide 9 - Tekstslide

Vaargeul
Zomerdijk
Winterdijk
Uiterwaard

Slide 10 - Sleepvraag

Vriend en vijand
Het water van de rivieren kan een vriend en een vijand zijn. Ook de zee kan ons land bedreigen, vooral als de wind hard waait. 

Windkracht kun je meten op de schaal van Beaufort.
Die meet van 0 – 12: windkracht 0 is windstil en windkracht 12 is een orkaan. Zo’n orkaan kan een enorme ravage aanrichten aan de kust.

Slide 11 - Tekstslide

Zorg om het water
Om te snappen waarom we goed moeten zorgen voor het water, moeten we eerst terug in de tijd. 

Vroeger regelmatig overstromingen in Friesland, Noord-Holland, Overijssel, Gelderland en Zeeland.


Slide 12 - Tekstslide

Afsluitdijk 
Bouw van de afsluitdijk: 1927 - 1932  
  • Een dijk van 32 kilometer lang
  • Gebouwd om overstromingen tegen te gaan. Afsluiting Zuiderzee.

Polders:
  • Wieringermeerpolder: 1927
  • Noordoospolder: 1942
  • Flevopolder: 1955 - 1968

Het ontstaan van het IJsselmeer

Ingenieur Lely

Slide 13 - Tekstslide

Bouw van de afsluitdijk

Slide 14 - Tekstslide

0

Slide 15 - Video

Watersnoodramp
1 februari 1953:  een zware noordwesterstorm met windkracht 12 en springtij. Het water kwam uitzonderlijk hoog, eens in de 100 jaar.

Dijken overspoelden en braken door. Hierdoor kwamen grote delen van Zeeland, maar ook delen van Zuid-Holland en Brabant, onderwater.

De overstroming had 1836 slachtoffers.




Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video

Deltawerken
Dijken waren niet sterk genoeg. Grootse aanpakken nodig. 
Er werd begonnen met de Deltawerken.

Doel van de deltawerken: 
De kustlijn verkorten en versterken.
Haringvlietdam
Volledig gesloten dam. Er komt geen zout water in het Haringvliet
2
Oosterscheldekering
Sluit alleen bij extreem hoge waterstand
1
Maeslantkering
De Nieuwe Waterweg kan open en dicht. Waarom? 
3
Westerschelde
Waarom is de Westerschelde open? 

Slide 18 - Tekstslide

Water in balans
Er valt meer neerslag dan dat er water verdampt en wordt gebruikt. We spreken dan van een positief waterbalans.

Door klimaatverandering zie je dat sommige zomers een negatief waterbalans hebben.
Doordat het warmer is dan normaal en minder regen valt.

Slide 19 - Tekstslide

Aan het werk

Lees en maak van §3.4 'Water in natte en droge gebieden' --> Vraag 1 t/m 10

Huiswerk dinsdag 7 maart 1e uur





Slide 20 - Tekstslide

Lesdoelen van deze les
Aan het einde van deze paragraaf:
- weet je wat een piekafvoer is en hoe Nederland probeert het water tegen te houden.

- begrijp je dat je met de aanleg van een stuwdam de verschillen in de waterbalans kunt opvangen.
- begrijp je wat waterstress is en hoe het tot conflicten kan leiden.
- weet je hoe mensen in droge gebieden aan zoet water kunnen komen.

Slide 21 - Tekstslide