2 h/v chap 5 - taaldorp

Chapitre 5: les vacances
- je kunt de passé composé toepassen
- voorzetsel bij de landen
- Je kunt vertellen (zie ansichtkaart op classroom en zinnen taaldorp):
- waar je op vakantie bent geweest, met wie, wat je hebt gedaan en 2 dingen over het weer, waar je hebt overnacht. 
- je kunt iets vertellen over het land: hoofdstad, het aantal inwoners en het landschap. 
- je kunt 5 vragen stellen over bovenstaande informatie.  

1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Chapitre 5: les vacances
- je kunt de passé composé toepassen
- voorzetsel bij de landen
- Je kunt vertellen (zie ansichtkaart op classroom en zinnen taaldorp):
- waar je op vakantie bent geweest, met wie, wat je hebt gedaan en 2 dingen over het weer, waar je hebt overnacht. 
- je kunt iets vertellen over het land: hoofdstad, het aantal inwoners en het landschap. 
- je kunt 5 vragen stellen over bovenstaande informatie.  

Slide 1 - Tekstslide

Qu'est-ce que vous avez fait pendant les vacances?

Slide 2 - Open vraag

Ici on parle....
ici on parle
Qu'est-ce que c'est?
Amsterdam est
La Turquie est.............
tu peux faire du ski...
tu peux bronzer à....
Ici il y a ...
l'allemand
le marocain
Une ville
la mer
un pays
un désert
la plage
à la montagne

Slide 3 - Sleepvraag

Vul het juiste hulpwerkwoord in. Janine .............été au camping
A
as
B
est
C
es
D
a

Slide 4 - Quizvraag

Vul het juiste werkwoord in. Manon en Lisa ............ à faire du ski.
A
ont commencé
B
sont commencées
C
a commencé
D
est commencée

Slide 5 - Quizvraag

La famille ...... de bonnes vacances à l'étranger,
A
a passé
B
ont passé
C
sont passés
D
est passé

Slide 6 - Quizvraag

Monsieur vous ............... tout seul?
A
avez allé
B
êtes allés
C
a allé
D
êtes allé

Slide 7 - Quizvraag

Répondez: Tu es parti(e) en vacances?

Slide 8 - Open vraag

Répondez: Vous avez été à l'hotel?

Slide 9 - Open vraag

Phrases complètes
J’aime ______
Je n’aime pas ________
J’adore ____________
Je n’adore pas ____________
Je préfère _________
Je ne préfère pas ____________ 
C'est délicieux!


Slide 10 - Tekstslide

Répondez: Il a fait beau?

Slide 11 - Open vraag

Répondez: On parle quelle langue au Maroc?

Slide 12 - Open vraag