Hulp: Ken je een woord niet? Vraag aan iemand uit de klas, of kijk in DISK. Lukt het niet? Steek je vinger op.
Tijd: Voor de woordenlijst en de bingokaart 15 minuten.
Klaar: Ben je sneller klaar? Help iemand in de klas.
Of kies drie woorden uit de lijst. Maak er een Nederlandse zin van.