Uitscheiding

Welkom terug!
Deze les gaan we het hebben over de nieren!
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
Biologie / VerzorgingMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Welkom terug!
Deze les gaan we het hebben over de nieren!

Slide 1 - Tekstslide

Programma van deze les
  1. Uitkomst evaluatie
  2. Terugblik vorige les
  3. Nieuwe lesstof: paragraaf 3.4: uitscheiding
  4.  Afsluiting

Slide 2 - Tekstslide

Evaluatie
  • IPad gebruik
  • Klassenregels
  • Huiswerk controle 

Slide 3 - Tekstslide

Buitenaanzicht              lengtedoorsede

Slide 4 - Tekstslide

Halvemaanvormige kleppen

Slide 5 - Tekstslide

Zet op de goede plek
linkerboezem
rechterboezem
linkerkamer
rechterkamer
aorta
onderste holle ader
bovenste holle ader
longslagader
longader
harttussenwand
halvemaanvormige kleppen 
halvemaanvormige kleppen 
linker 
hartkleppen
rechter
hartkleppen

Slide 6 - Sleepvraag

vraag 7 
Een rode bloedcel bevindt zich in de onderste holle ader. De cel gaat daarna zes keer door het hart.

Hoe vaak is deze rode bloedcel door de lever 
gegaan als hij voor de zesde keer het hart verlaat?
• minimaal 0/1/2/3/4/5/6 keer
• maximaal 0/1/2/3/4/5/6 keer

Slide 7 - Tekstslide

Paragraaf 3.4: uitscheiding
Leerdoelen

4.4.7 Je kunt de delen van de nieren en urinewegen noemen met hun kenmerken en functies.

Slide 8 - Tekstslide

Nieren
Ligging: buikholte, links en rechts van wervelkolom, vlak onder middenrif
Nierslagaders: vervoeren zuurstofrijk bloed naar nieren. Hierin zitten veel afvalstoffen uit andere organen.
Nieraders: vervoeren gezuiverd bloed weg uit de nieren.

Slide 9 - Tekstslide

Werking nieren
De nierschors en het niermerg verwijderen afvalstoffen en overtollig water, overtollige zouten en andere schadelijke stoffen uit het bloed. 
Alle verwijderde stoffen samen heten urine.
De urine wordt verzameld in de nierbekkens.

Slide 10 - Tekstslide

Urineblaas
Vanuit de nierbekkens wordt de urine via de urineleiders vervoerd naar de urineblaas. Als de blaas vol zit wordt de urine via de urinebuis afgevoerd.

Slide 11 - Tekstslide

Zelfstandig werken
Wat: Paragraaf 3.4 opdr. 1 t/m 3 (kennis) en 5 t/m 7 (inzicht)
Hoe:  Je mag zacht overleggen met je buur. Heb je een vraag, steek dan je hand op (oranje).
Tijd: tot 11:15
Klaar?: Maak ook de samenhang opdracht (opdr. 9)
Maak met behulp van de aanwezige stencils 
samenvattingen van de paragrafen.



Slide 12 - Tekstslide

Afsluiting
  • Opdracht 8
  • Volgende les

Slide 13 - Tekstslide

Vraag 8: Cloaca
Vogels plassen niet zoals zoogdieren, maar doen dat samen met het poepen. Ze lozen alles in één keer via dezelfde uitgang: de cloaca. Vogelpoep bevat naast onverteerd voedsel uit de darm dus ook urine, die je kunt herkennen aan de witte kleur (zie afbeelding 7). Een betere naam is urinezuur, want de vloeistof is geconcentreerder en minder waterig dan urine.

Hebben vogels nieren? Leg je antwoord uit

Slide 14 - Tekstslide

Zoogdieren hebben een blaas waarin ze (waterige) urine verzamelen tot de blaas vol is.

Vogels hebben geen blaas. Verklaar dat aan de hand van de leefwijze van vogels.

Slide 15 - Tekstslide

Volgende les
Volgende les gaan we het hebben over het immuunsysteem

Slide 16 - Tekstslide