5.3 brandstoffen en milieu

5.3 brandstoffen en milieu
1. Je kunt uitleggen wat de koolstofkringloop is
2. Je weet welke schadelijke stoffen door verbrandingsreacties in de lucht terechtkomen
3. Je kunt uitleggen wat smog is en onder welke omstandigheden het ontstaat
4. Je kunt uitleggen wat het versterkte broeikaseffect inhoudt en wat de gevolgen zijn
5. Je kunt uitleggen wat biobrandstoffen zijn en de voor- en nadelen ervan benoemen
6. Je kunt uitleggen wat grenswaarden zijn en er berekeningen mee uitvoeren
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

Onderdelen in deze les

5.3 brandstoffen en milieu
1. Je kunt uitleggen wat de koolstofkringloop is
2. Je weet welke schadelijke stoffen door verbrandingsreacties in de lucht terechtkomen
3. Je kunt uitleggen wat smog is en onder welke omstandigheden het ontstaat
4. Je kunt uitleggen wat het versterkte broeikaseffect inhoudt en wat de gevolgen zijn
5. Je kunt uitleggen wat biobrandstoffen zijn en de voor- en nadelen ervan benoemen
6. Je kunt uitleggen wat grenswaarden zijn en er berekeningen mee uitvoeren

Slide 1 - Tekstslide

Deze les
opstart 5 min
terugblik 5 min
nieuwe stof 25 min
keuzewerktijd 10 min
afsluiting 5 min

Slide 2 - Tekstslide

Aardgas, aardolie en steenkool zijn voorbeelden van.......
A
broeikaseffect.
B
milieuvervuiling.
C
fossiele brandstoffen.
D
verdunning van de ozonlaag.

Slide 3 - Quizvraag

Een fractie die bij de destillatie van aardolie ontstaat, is:
A
een mengsel met een kookpunt.
B
een mengsel met een kooktraject.
C
een zuivere stof met een kookpunt.
D
een zuivere stof met een kooktraject.

Slide 4 - Quizvraag

Bij het kraken van C11H24 ontstaat pentaan (C5H12) en nog één ander molecuul.
Wat is de formule van dit andere molecuul?
A
C6H10
B
C6H12
C
C6H14
D
C6H19

Slide 5 - Quizvraag

Alkaan
Alkeen
Alkanol

Slide 6 - Sleepvraag

In welke van deze twee tekeningen is de waterstofbrug correct getekend?
A
Zowel in 1 als in 2.
B
Alleen in 1.
C
Alleen in 2.
D
In geen van beide.

Slide 7 - Quizvraag

SMOG
De luchtverontreinigingen die auto's en industrie uitstoten vormen samen smog. Het gaat om stikstofoxiden, roet en koolwaterstoffen.

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

De koolstofkringloop (aantekening)
Het gebonden worden en weer vrijkomen van CO2 in de atmosfeer door fotosynthese en verbranding heet de koolstofkringloop. 

Slide 10 - Tekstslide

Versterkt broeikaseffect
Bekijk het filmpje hierna over het versterkt broeikaseffect.

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

Biobrandstoffen
Biobrandstoffen zijn duurzame brandstoffen uit hernieuwbare grondstoffen die niet opraken. 
Er kleven ook nadelen aan biobrandstoffen, lees hiervoor in het boek goed het stukje onder het kopje van de biobrandstoffen.

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

Grenswaarden
Van bepaalde gassen mag er maar een bepaalde waarde per kubieke meter voorkomen. Deze maximaal toegestane waarde noemen we een grenswaarde. Als zo'n grenswaarde wordt overschreden kan dat gevaarlijk zijn voor de gezondheid. 

Slide 15 - Tekstslide

Keuzewerktijd
Bedenk goed dat dit de laatste les is voor de toetsweek. Ken je hoofdstuk 3? en 5.1, 5.2 en snap je nu 5.3? Zo niet, wat is er nog nodig en ga dit doen!
Loop je vast, vraag mij, een klasgenoot of chatgpt
Ben je klaar dan kun je leren voor de toets (evt ander vak)

Slide 16 - Tekstslide

afsluiting
Ben je klaar voor de toets? Heb je een planning? Heb je zicht op welke leerdoelen wel en welke leerdoelen (nog) niet? Wat heb je nog nodig? Heb je mij nog nodig (maak dan zo even een afspraak met mij).

Slide 17 - Tekstslide

Waarom is het erg om Smog in de lucht te hebben?
A
Het werkt mee aan de opwarming van de aarde
B
Het zorgt voor gezondheidsklachten
C
Het ziet er niet mooi uit
D
Het is lastig om doorheen te kijken en is dus gevaarlijk

Slide 18 - Quizvraag

De grootste veroorzaker van het versterkte broeikaseffect is
A
methaan
B
koolstofdioxide
C
zuurstof
D
stikstof

Slide 19 - Quizvraag

1) Biobrandstof is gemaakt van plantaardig materiaal, fossiele brandstof niet.
2) Biobrandstoffen en fossiele brandstoffen dragen allebei bij aan het versterkt broeikaseffect.
A
Allebei niet waar
B
1 is waar
C
2 is waar
D
Allebei waar

Slide 20 - Quizvraag

Ben je klaar voor de toets?
A
Tuurlijk!
B
Toets? Wanneer dan?
C
Ik heb nog een weekje voorbereiding, toch?
D
Neeeeeeeee!

Slide 21 - Quizvraag